Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 571 van 1037

...  559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584  ...
[1] Na deze woorden van Adam ging Asmahaël direct naar het drietal toe en sprak als volgt tegen hen: "Luister, jullie drieën, - Jura, Bhusin en Ohorion!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Maar omdat Jehova - zoals je aan alles wat je omringt kunt zien - dat niet is, maar juist het meest volslagen tegendeel daarvan en dus de grootste vriend van het leven, ja nog meer, dat Hij geheel alleen het meest eeuwige en in wezen het leven Zelf is, want alles wat door Zijn adem leeft, leeft vanuit Hem - daarom is Hij ook de eeuwige liefde Zelf en trekt daarom eeuwig al Zijn werken alleen maar naar Zich toe en alle schepselen hebben hun wijze ordening, maar de kinderen zijn vrij in hun doen en laten en zijn door niets gebonden, behalve dat zij leven moeten en wel omdat Jehova een vriend van het leven, maar niet van de dood is -, daarom behoeven vooral Zijn kinderen niet bevreesd te zijn snel gedood te worden, in het bijzonder niet diegenen die zoals jullie, de uitermate goede, grote, heilige Jehova getrouw liefhebben en alle hoop op Hem hebben gevestigd!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En alle drie dankten Adam en begonnen daarna alles te overdenken, maar zij konden niets passends vinden waarmee zij hun harten tevreden konden stellen. De ene hield het op de engel die na de vlucht in het land Euehip aan Abel het vlammende zwaard overhandigde, de andere hield het op de geest van Abel zelf en de derde twijfelde welke mening hij zou onderschrijven. En zo was er een grote stilte ingetreden onder allen die hier bijeen waren, - deels omdat iedereen in voldoende mate met zichzelf bezig was en deels in afwachting om misschien iets van Asmahaëls roep op te kunnen vangen door zeer ingespannen te luisteren. Maar daarop wachten was ijdel en geheel vergeefs; want Asmahaël wist wel wat Hij deed en ook hoe, en het was voor Hem niet nodig om als een balkende ezel te schreeuwen, want Hij hoefde Zijn machtige woord alleen maar in de harten van degenen die zich uit angst hadden verstopt, te laten weerklinken. En zij die zich hadden verborgen hoorden deze heerlijke roep heel goed in zichzelf, zodat er niet één achterbleef, maar allen, groot en klein, oud en jong haastten zich naar de grote innerlijke roepstem en ieder van hen herkende Hem als Diegene die hen tevoren in stilte in hun harten had geroepen.
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] In drie minuten was Asmahaël omringd door zevenmaal honderdduizend mensen, die Hij meteen met Zijn hand zichtbaar zegende en vervolgens hen allen onmiddellijk naar Adam bracht.
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Toen hij nu, op zo'n dertig passen van Adam verwijderd, pal voor de wachtenden was aangekomen, gebood hij de grote schare te gaan zitten en ging vervolgens naar Adam, die zich nog niet van zijn sprakeloosheid had hersteld, en zei tegen hem:
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Ik en al mijn door U aan mij geschonken kinderen kunnen nu niets anders doen dan U loven en prijzen! O Heer, neem onze harten als warme woorden vol dank en liefde voor U, genadig op en doe met ons allen naar Uw welgevallen! Amen."
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En Asmahaël riep Jura, Bhusin en Ohorion bij zich en zei tegen hen: "Luister! Jullie vader is reeds bijna twee uur hier bij je en nog niemand heeft hem een versterking gebracht; zend daarom boden naar huis en laat een voldoende hoeveelheid van allerlei vruchten, brood, melk en honing halen, zodat er genoeg is voor allen die hier aanwezig zijn! Ga nu en handel! Amen."
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En Adam stelde zich tevreden met dit antwoord en alle kinderen met hem. En zo begon, na gedane innerlijke, geestelijk ware dankzegging een ieder naar behoefte en smaak te eten en te drinken.
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Henoch weende van vreugde en overweldigend grote liefde voor Asmahaël en kon zich tenslotte niet meer inhouden; hij stond op en snelde naar Asmahaël toe om daarna voor Asmahaël zijn in vervoering gebrachte hart uit te storten.
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] O vaderen en kinderen! Dat heeft de Heer nu in aanwezigheid van jullie allen aan mij gedaan. Jullie weten allemaal dat wij voor iedere dag een steen neerlegden en ook een wanneer de maan vol was; en als een jaar verstreken was, dan droegen wij de dag - en de maanstenen op een hoop bijeen en richtten daardoor voor ieder jaar een blijvend gedenkteken op. Zie, dit hier is meer dan een dag, een maan, een jaar; veroorloof mij daarom hier op de plaats waar ik nu sta, op de meest waardige wijze een groot gedenkteken op te richten voor de Heer, die ons in de persoon van Asmahaël zo heerlijk, wonderbaarlijk en liefdevol heeft bezocht, die nu in ons midden is en tot aan het einde aller tijden bij ons zal blijven; ja voor alle eeuwigheid! Reeds nagenoeg het derde deel van de dag gaat Hij, ons zo buitengewoon liefdevol leidend, te midden van ons met ons mee en nog is het niemand ingevallen Hem daarvoor groter lof te betuigen dan de lof die wij onderling aan elkaar betuigen. O vaderen en kinderen, wij nodigen alle kinderen uit voor de offerande die wij de Heer op de sabbat van morgen willen brengen! Zie, zie, de Heer liet niet op Zich wachten en kwam vandaag naar ons toe en was gisteren bij ons en is nu in ons midden! Maar wat is meer, - de Heer of de sabbat?!
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Dus zeg Ik hier: Ik kwam naar jullie toe; behalve Henoch, kwam niemand Mij tegemoet. Ik gaf je een gebod; uit vrees Mij te verliezen heb je het gehouden, zonder te bedenken dat de ware, reine liefde nooit iets heeft te verliezen en wel het allerminst bij Mij.
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden van Asmahaël, die ook door Enos, Mahalaleël en Jared zeer goed werden begrepen, stond ook Adam samen met alle overigen op en wilde zich naar Asmahaël reppen, gedeeltelijk uit een grote eerbied die de overhand had, gedeeltelijk echter uit de met eerbied steeds verbonden liefde, die in het bijzonder in de tegenwoordigheid van de Eerbiedwaardige zelden afwezig is. Maar Asmahaël beduidde hun op hun plaats te blijven en zei het volgende:
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen Asmahaël deze woorden met grote nadruk tot de aanwezigen had gericht, werden zij allen door een grote angst gegrepen en niemand was in staat met enig opbeurend woord van troost de anderen bij te staan; want de voor iedereen nu onmiskenbare waarheid maakte hier elke troostende uitvlucht zo goed als geheel onmogelijk, vandaar dat er dan ook een diepe stilte intrad, waarin iedereen bij zijn hart te rade ging en ondertussen naarstig zocht naar een troostende reden ter verontschuldiging. Maar het verarmde hart was niet bij machte datgene te verschaffen waaraan het zelf het grootste gebrek had.
Hoofdstuk 135: Adams dwaze antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Of moest Ik naar jouw wens uit jullie soms bezielde, dat wil zeggen bewegende machines maken?!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Je zegt dat Ik het onmogelijke van je verlang. Kijk dan hier, kijk naar Henoch, kijk naar het zestal aan Mijn zijde, ja kijk naar heel die grote volksmassa en vraag hun allen of de zaken zo liggen!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584  ...