15542 resultaten - Pagina 572 van 1037
... 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 ...
[18] Maar Ik zeg je: jij bent het zelf die naar eigen willekeur een of andere oneindige god zoekt, eert en aan wil grijpen die voor zichzelf het volkomen onmogelijke mogelijk wil maken, de hele eeuwigheid op zijn eigen nek wil laden en een god wil zoeken die voor jou zo goed als niets voorstelt; maar de Vader die nu vervuld van de allergrootste liefde met je praat, wil je miskennen, verachten en ontvluchten!Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Toen Ik jullie een standje gaf over je dwaze zoeken en onzinnige streven naar een god die nergens te vinden is en je wees op de enig bestaande liefde van de Vader die Ikzelf van eeuwigheid tot eeuwigheid was, ben en voor eeuwig zal zijn, zeg Me, heb Ik toen als Vader een onbillijke en onmogelijke eis aan jullie, kinderen, gesteld?!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Wanneer Ik nu als enig ware, liefdevolle Vader niets meer van jou en van jullie verlang en je afhoud van al datgene wat je leven ook maar in het geringste verzwaart en geleidelijk aan de onvermijdelijke dood naar zich toetrekt - wat de op de eigen wil berustende steeds toenemende blindheid is, die, omdat hij bij alle oneindige ideeën onmogelijk ooit tot een doel leiden kan, tenslotte verbolgen ontbrandt en de Schepper als een gemene, humeurige knoeier afschildert en zichzelf zodoende steeds meer verduistert en doodt -, ben Ik dan wel zo, als jij Mij in jezelf gevonden hebt?!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Leer daarom de Vader beter kennen en erken hoe weinig Hij van je verlangt en hoe gemakkelijk daaraan is te voldoen; sta daarna op en kom naar Mij toe en zeg Me of Ik een onbillijke God en Vader ben! Maar breng voor het moment je hart op orde en kom tot betere gedachten; want Ik ben geen Vader die Kaïn vervloekt! Begrijp dat goed! Amen."
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Uit de nacht komt de dag voort en de nacht verlangt naar de dag zoals de dag verlangt naar de nacht. Wie is er echter toe in staat om 's nachts in daglicht te wandelen?! Wel kan iedereen midden overdag zijn ogen dicht doen en dan is voor hem, midden overdag, de nacht intenser dan het donkerste gedeelte van de werkelijke nacht zelf!
Hoofdstuk 137: Adams bekering en belijdenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Door Uw genade - waarvoor onze eeuwigdurende dank! - heb ik en hopelijk wij allemaal nu pas de huiveringwekkende nacht en de slijkpoel in onszelf heel goed herkend! Omdat U over Uzelf verklaarde dat Abel U naar ons toe geleid had en Uw tong los had gemaakt, - hoe zouden de doven een dergelijke profetie hebben kunnen begrijpen?!
Hoofdstuk 137: Adams bekering en belijdenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] O hoe oneindig blind, doof, gevoelloos en dood moeten wij allen toch zijn geweest, dat niemand van ons ook maar in staat was te vermoeden dat de zon van alle zonnen, het vuur van alle vuren, de liefde van alle liefde, ja het leven van al het levende en de macht en de kracht van alle machten en krachten naar ons toe, in ons midden kwam!
Hoofdstuk 137: Adams bekering en belijdenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Daarom kwam Ik in naar jullie toe in de gedaante waarin jullie innerlijk zelf verkeerden, zodat je als koude Asmahaëllen, door Mij verwarmd, Abba Emmanuel hebt kunnen vinden!
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Zo waren ook wij niets anders dan dode stenen, neergevallen op een ondergrond van allerlei drogredenen en illusies. U hebt ons nu uit al deze niet aangevoelde bedrieglijke gronden bijeengeraapt en ons in het grote vuur van Uw onmetelijke Vaderliefde gelegd. En zie, wij stenen werden op deze heilige grond omgevormd, kwamen weer volledig tot leven, werden weer ziende en horend en goed van begrip! En zodoende onderkennen wij nu dat Abel, dat wil zeggen Abels wijze van geloven in tegenstelling tot onze povere eerbied voor God en onze geringe liefde tot God, U uit onze eigen sprakeloze diepte naar ons doden heeft geleid en in ons de tong heeft losgemaakt, die niet meer bij machte was U in de geest van waarheid en eeuwige liefde 'Vader' te noemen!
Hoofdstuk 137: Adams bekering en belijdenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Toen je nu 's morgens meende alles volledig te hebben begrepen, kwam Ik als een heldere ster naar je toe om je, terwijl Ik voor je in het stof kroop, erop te wijzen dat jullie harten ook zo diep in het zand begraven waren; maar de schitterende ster trok van de morgen naar de middag, van de middag naar de avond en van de avond hiernaartoe, - en in je hart hield je Mij heimelijk nog steeds voor een leugenaar en slechts weinigen waren bij machte de schitterende straal van de ster geheel te aanschouwen.
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Neen, vader Methusalah, nu houd ik het niet meer uit; ik moet, moet naar Hem toe!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Heb jij daarstraks dan niet gehoord hoe Hij Zelf gezegd heeft dat Hij alleen naar het hart kijkt en naar niets anders?! Doe dan ook hetgeen volgens Zijn eigen wil het juiste is en vergeet de grote, heilige achting niet, die wij allen, naast de grootste, innerlijke liefde, God verschuldigd zijn, ja voor eeuwig verschuldigd zijn! Amen!"
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Laat mij daarom begaan en houd mij niet tegen op weg naar mijn God en jouw God en naar mijn Vader en jouw Vader! - En nu zeg ik Amen!"
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] En meteen rukte Lamech zich los en in grote haast rende hij weg en ging naar Emmanuël toe.
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] Hier werd Emmanuël bewogen en Zijn gezicht ging stralen als de zon, zodat allen ter aarde vielen; en nu sloeg Hij zijn ogen op naar de hemel en zei:
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)