Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 573 van 728

...  561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586  ...
[2] De liefde is een vuur dat verzamelt en niet verstrooit. Het licht dat van de heldere vlammen der liefde uitgaat, golft evenwel in rechte stralen eeuwig verder en keert niet terug behalve wanneer de liefde van God het grenzen heeft gesteld, waartegen het weerkaatst en de terugweg begint naar zijn oorsprong. Als jullie de Godheid echter beoordelen naar het verspreiden van Haar licht, en daardoor ware 'lichtruiters' zijn, die op de vleugels van de geest de wijde ruimte doorkruisen op zoek naar de aanwezigheid van de grote Godheid, dan blijft het ware erkennen van het eigenlijke goddelijke wezen eeuwig verre van jullie. Uiteindelijk moeten jullie voor de eindeloze grootheid van God bezwijken en zullen jullie niet meer in staat zijn je op te richten in jullie harten, waarmee jullie alleen in staat zijn het ware wezen van God, jullie Vader, te aanschouwen en bevatten. Staat er dan een wezen zoals Ik voor jullie dat zegt: 'Ik ben het, die jullie zolang tevergeefs in de oneindigheid hebben gezocht', dan schrikken jullie en krimpen onmachtig ineen. De oorzaak is dat jullie het wezen, dat zich aan jullie kenbaar maakt als de ware Godheid in Haar oerbestaan, nog steeds met op de oneindigheid gerichte ogen aanstaren, zodat jullie gemoed opnieuw door je ijdele verbeelding begint weg te drijven in de oneindigheid.
Hoofdstuk 127: Over het waarachtige wezen van God. De liefde werkt in enge maar duidelijke kringen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Slechts in het kleed van de armoede komt de Heer vaak naar Zijn kinderen op aarde, maar zij herkennen Hem niet omdat hun godsbegrippen al hoogmoedig zijn - gelijk iemand van adel het zich laat welgevallen dat iemand van een hogere adel met zestien of meer voorvaderen over hem regeert. Plaats hem echter eens onder iemand die niet van adel is; dan is het gebeurd met zijn gehoorzaamheid en zijn respect. Zo vergaat het de Godheid ook bij de van hoogmoed opgeblazen mensen. Heeft de Heer in hun ogen niets wonderbaarlijks in zich dat beantwoordt aan hun hoge eisen, gaan er aan Zijn verschijnen geen vuur, stormwind, bliksem en donder vooraf, dan is het gedaan met Zijn Godheid!
Hoofdstuk 126: De lichtblauwen verbazen zich over de macht van de bode, zonder zijn ware wezen te herkennen. Hoe mensen en geesten zich God voorstellen en hem herkennen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De bode zegt: 'Ik kan jullie daarvoor voorlopig geen andere verklaring geven dan deze: 'Voor God zijn alle dingen mogelijk!' Wie God echter boven alles liefheeft en daardoor één is met God, voor die is dan evenals voor God Zelf ook alles mogelijk. Zei Christus op aarde niet: 'Wat gij de Vader in Mijn naam ook moogt vragen, het zal u gegeven worden!' Alle macht ligt enkel en alleen in de liefde. Ook de eindeloze macht van God bestaat slechts in Zijn onbegrensde liefde. En zo kan iedere geest alleen door de liefde tot een macht geraken, die even groot is als zijn liefde in God en voor God. Zonder deze liefde echter bestaat er noch leven, noch een of andere macht. Hebben jullie dat goed begrepen?'
Hoofdstuk 126: De lichtblauwen verbazen zich over de macht van de bode, zonder zijn ware wezen te herkennen. Hoe mensen en geesten zich God voorstellen en hem herkennen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Daaruit kunnen jullie duidelijk opmaken dat men in het rijk van God helemaal geen verklikkers en geen oorbiecht nodig heeft om achter de geheimste gedachten, wensen en drijfveren van geesten te komen, ook al zijn zij nog zo verschillend gezind. Als wij zouden zien dat jullie niet geschikt zouden zijn voor het Godsrijk, dan zouden we jullie evenmin overreden als die rode geesten, die nog grote en bittere levensbeproevingen moeten doorstaan voordat ze geschikt zullen zijn om in het rijk van God te worden opgenomen. Maar omdat we in jullie die bekwaamheid zien, nodigen we jullie uit om ons naar de Heer te volgen, maar we leggen jullie echter geen dwang op.
Hoofdstuk 125: Robert en peter bewerken de grappenmakers. Deze geven hun zwakheid toe en verontschuldigen zich. Mensen en Godsgericht. Een bode van boven. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De blauwgrijzen danken de twee voor deze vriendelijke terechtwijzing. Ze vragen echter tevens wat ze nu met de rode geesten moeten doen, daar ze deze met de wereldoorlog en met het algehele wereldgericht toch wel wat te erg voor de gek hebben gehouden.
Hoofdstuk 125: Robert en peter bewerken de grappenmakers. Deze geven hun zwakheid toe en verontschuldigen zich. Mensen en Godsgericht. Een bode van boven. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[21] Nu stuiven degenen met de witte vlag ook op van woede en willen de blauwgrijzen gaan afslachten. Maar nu treden Robert en Peter naar voren, dringen de roden ruim honderd stappen terug en bedreigen hen. Daarop worden de roden echter met z'n allen pas helemaal krijgszuchtig.
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Nu worden de roden totaal sprakeloos van ergernis. Alleen zij die onder de witte vlag staan, komen naar voren en zeggen: 'Wij zijn geen krijgslieden voor ons plezier, maar uit noodzaak. Wij zijn louter verdedigers en vragen niet om oorlog. Als hij ons echter wordt opgedrongen, dan verstaan we wel de kunst om de vijand het hoofd te bieden. Zijn onze onderscheidingen en onze helden hier soms ook niet meer waard dan een gewoon mens zonder verdiensten?'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] De roden vragen heel heftig: 'En waarom dan? Zijn de oorlogshelden dan niet steeds de verdienstelijkste mensen op aarde geweest? Bepalen niet zij alleen de roem van alle volkeren? Zijn ordetekens en overwinningstrofeeën dan niets in jullie ogen? Alleen gelauwerde helden leven eeuwig voort in de geschiedenis en de herinnering der volkeren! Al het andere echter vergaat als een eendagsvlieg en leeft niet meer in de herinnering van de mensen.'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Robert zegt: 'Ach, maar dat is toch vermakelijk! Ik zou er graag bij willen zijn om te horen hoe die blauwgrijzen de roden op stang zullen jagen.' Ik zeg: 'Dat is jouw taak en Ik heb je daar zelf opmerkzaam op gemaakt. Ga dus met Peter naar beneden en neem allebei jullie vrouwen mee. Probeer ergens iemand te vinden als vrederechter tussen de partijen voor het geval ze echt beginnen te strijden, want het zal er tussen hen op den duur heel heet en stormachtig aan toegaan.'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De blauwgrijzen zeggen: 'We waren steeds eerlijke burgers tijdens ons aardse leven en nu, ontdaan van ons lichaam, als geesten. Alleen waren we allen behept met de zwakheid anderen graag voor de gek te willen houden, natuurlijk altijd zonder enige kwade bedoeling. Voorzover we weten hebben onze grappen ook nooit schadelijke gevolgen gehad. Zouden we ook maar de minste of geringste schade hebben aangericht, dan hadden we het zeker weer goedgemaakt. Bij sommige zeer verwaande lieden hebben onze geestige woordspelingen zelfs een goede morele uitwerking gehad. Heel wat opgezwollen blaaskaken zijn daardoor hun overtollige eigenwaan kwijtgeraakt, waardoor zij naderhand heel aardige en vriendelijke mensen werden. We wilden met onze grappen ook niet één nog zo eenvoudig mens onteren. Het was ons er slechts om begonnen een vrolijke grap uit te halen, - daarnaast echter ook om tal van al te onnozele stommiteiten van veel mensen voorzichtig aan de kaak te stellen.
Hoofdstuk 125: Robert en peter bewerken de grappenmakers. Deze geven hun zwakheid toe en verontschuldigen zich. Mensen en Godsgericht. Een bode van boven. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] De beiden zeggen: 'Dat was weliswaar wat al te kras, maar daar dit bij deze oorlogszoekers toch een zekere morele indruk heeft gemaakt, kan men het voorlopig daarbij laten. Bij een volgende gelegenheid is dat wel weer goed te maken. Hun nu echter opheldering te verschaffen zou heel kwalijke gevolgen kunnen hebben. Er wordt nu ook in werkelijkheid een hevige oorlog op aarde toegelaten en die zal op verschillende plaatsen deels moreel, maar ook grotendeels op natuurlijke wijze woeden. Eveneens zal er ook een bijzonder streng gericht over de groten en de al te zelfzuchtige rijken komen. Bovendien zullen er hier en daar grote aardse uitbarstingen plaatsvinden en daarom zullen jullie schertsende opmerkingen voor het gevoel van deze geesten bewaarheid worden. Maar trek je nu terug en doe wat we jullie hebben aangeraden, dan zullen jullie een groot voordeel voor je leven oogsten. Jullie zijn dichter bij het rijk Gods dan jullie denken. Handel volgens de heilige ordening van God, dan zullen jullie het rijk van al het leven binnengaan. Wij waren ook zoals jullie nu zijn, maar de Heer heeft ons verheven en we zijn nu voor eeuwig bij Hem. Volg ons en ook jullie zullen door Hem niet worden verstoten, want waarlijk, in Zijn huis zijn vele woningen!'
Hoofdstuk 125: Robert en peter bewerken de grappenmakers. Deze geven hun zwakheid toe en verontschuldigen zich. Mensen en Godsgericht. Een bode van boven. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] De blauwgrijzen zeggen: 'En wat hebben jullie helden er nu aan als jullie misschien een paar eeuwen langer dan andere arme drommels als vage schaduwbeelden voortleven in de herinnering van zwakke aardse mensen? Ook jullie zullen worden vergeten! En als de oorlog alles zal vernietigen, zullen de geschiedenisboeken dan wel blijven bestaan? En als ze al blijven bestaan, zeg eens, wie zal ze dan lezen als al het leven eindigt? Hier in het geestenrijk is echter elk onderscheid opgeheven, en waar het nog bestaat, daar is de hel! Als jullie ook hier standsverschillen zoeken, zijn jullie geesten van de hel en wordt het tijd dat jullie je van ons verwijderen, anders zou het kunnen gebeuren dat jullie door ons verwijderd worden!'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Bij dit bericht trekken de roden bijzonder vrolijke gezichten en zeggen: 'Ja, ja, zo zal het zeker gaan en de eerste aanzet zou wel eens het politieke spiegelgevecht tussen Oostenrijk en Pruisen kunnen zijn. Als de beide machten nu geheel bewapend klaar staan, zullen ze zich, gesteund door Rusland, gezamenlijk op de republieken in Europa werpen en ze zullen daaruit sterke monarchieën vormen. Als hun onderneming echter mislukt, dan staat de wereldoorlog voor de deur... een niet te overziene strijd tussen de slavernij van het absolutisme en de onvoorwaardelijke vrijheid van het zuivere wereldburgerschap. Dan zal de nacht net zo lang worstelen met het licht totdat ze helemaal zal ondergaan en het licht tenslotte de volledige overwinning zal behalen. Wat denken jullie daarvan?'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Je ziet echter ook hoe andere geesten in donkere, blauwgrijze en vuile gewaden deze krijgszuchtigen naderen. Dat zijn echte praatjesmakers. Hun grootste plezier bestaat eruit de nieuwsgierige sensatiezoekers te beliegen tot ze scheel zien, en dat niet zelden met zo'n welbespraaktheid dat sommigen van hen op den duur zelf geloven wat ze gelogen hebben. Deze geesten zijn weliswaar niet kwaadaardig, maar zij zijn slechts zogenaamde grappenmakers. Ze kunnen dan wel niemand ernstige schade berokkenen, maar ze zijn ook niet bepaald van nut. Door deze geesten zullen de oorlogszuchtigen nu krachtig worden aangespoord en dat zal dan een ware hetze opleveren. Er zullen ook enkele vrienden van de waarheid vanuit de middag bij komen, die de krijgslustigen zullen vertellen dat ze door deze blauwgrijzen zijn belogen. De oorlogsgeesten zullen dan genoegdoening verlangen en dat zal het moment zijn waarop wij langs een bepaalde weg vat op hen kunnen krijgen.'
Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Ik zeg: 'Waarlijk, zo'n zondaar, die oprecht boete doet in zijn hart en zich verdeemoedigt, is Mij veel liever dan negenennegentig rechtvaardigen, die geen boete nodig hebben, want de rechtvaardige is rechtvaardig uit angst en is bang om fouten te maken. De zondaar wordt echter gerechtvaardigd door de boete die hij doet uit liefde voor Mij!'
Hoofdstuk 123: Goede missietoespraak van de vijf. Schroom om met zonden beladen voor de Heer te verschijnen. De genadezon van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586  ...