Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 574 van 1110

...  562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587  ...
[22] De waard zei: 'Je hebt zojuist in de kamer met onze twee dochters toch van hetzelfde brood gegeten, en het heeft jullie niet geschaad, evenmin als mij en de merkwaardige gasten, die allemaal dat wonderbaarlijke brood hebben gegeten en nog eten; maak je dus maar geen zorgen! Maar ga naar de aangrenzende tweede grote gastenkamer en maak daar alles in orde voor de gasten die weldra zullen aankomen; steek lichten aan, zodat de aankomenden direct een goed verlichte gastenkamer binnen kunnen gaan! Als ze aan tafel zijn gaan zitten, bedien ze dan zoals het hoort; want ik zal mij niet veel met de nieuw aangekomenen kunnen bemoeien, omdat ik bij de eerste gasten blijf en hen zo nodig ook bedien!'
Hoofdstuk 231: De Heer kondigt de waard een karavaan aan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Ik ken de rechtschapenheid, rechtvaardigheid en moed van de Romeinen wel, evenals de valsheid van de Joden, die al bijna tot het onbegrensde reikt, met name van de tempeldienaren in Jeruzalem -maar toch blijven deze het uitverkoren volk van de enig ware God, in wie ook jullie Romeinen geloven, aangezien jullie voor deze enig ware God een tempel hebben gebouwd en die de naam hebben gegeven: de tempel van de onbekende God. Toch blijft, zoals gezegd, het Joodse volk het volk van God, dat de enig ware God al vanaf het allereerste begin van de mensheid van deze aarde heeft uitverkoren.
Hoofdstuk 234: De Heer getuigt over Zichzelf en Zijn zending - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Maar Ik zeg je ook dat deze titel weldra van dit volk zal worden afgenomen en aan jullie heidenen zal worden gegeven. Dit volk, dat zich nu zo groot en hoogmoedig gedraagt, zal over de hele wereld verstrooid worden, en het zal tot aan het einde der tijden geen land en geen koning uit zijn stam bezitten.
Hoofdstuk 234: De Heer getuigt over Zichzelf en Zijn zending - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik ben een van de eersten die deze leer in de wereld heeft gebracht. Ik ben tot de Mijnen gekomen, maar die hebben Mij niet herkend en hebben Mij niet opgenomen, maar ze vervolgen Mij overal in het hele land -daarom zal Ik Mijn aangezicht ook van hen afwenden en het naar jullie heidenen keren.
Hoofdstuk 234: De Heer getuigt over Zichzelf en Zijn zending - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Als je na het Jordaandal noordwaarts en zelfs over het gebergte van Klein-Azië zou gaan, zou je bij een heel groot meer komen, dat jullie Romeinen Mare Caspium* (Latijnse naam voor de Kaspische Zee.) noemen. Dat buitengewoon grote meer is in de tijd van Noach of, als je dat gemakkelijker kunt begrijpen, ten tijde van Deucalion ** (** In de Griekse mythologie de persoon die samen met zijn vrouw Pyrrha gespaard bleef na de zondvloed.) op dezelfde manier ontstaan als de Dode Zee, alleen met het verschil dat er in de Dode Zee eigenlijk maar negen steden begraven liggen, maar in de Mare Caspium ongeveer vijfhonderd met inbegrip van de toenmalige, buitengewoon grote stad Hanoch.
Hoofdstuk 236: Het ontstaan van de Kaspische Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Nu dacht de waard een tijdlang na en zei tenslotte: 'Mijn beste, wonderbaarlijke Vriend, die vervuld bent van alle kracht en macht van de enig ware Godheid! Omdat U door Uw wil alles kunt scheppen wat U wilt, vraag ik U waarom de God van de joden, die jullie voor de ene en enig ware houden, heeft toegelaten dat steden als Babylon en Nineve zodanig verwoest zijn, dat je nu niet eens meer kunt vaststellen waar ze gelegen hebben!
Hoofdstuk 237: De waard vraagt naar de reden voor het verwoesten van Babylon en Nineve - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Dat zou volgens mijn opvatting ook bij alle andere volkeren ingevoerd moeten worden; maar zo laat men zowel van goddelijke alsook van staatszijde toe, dat de volkeren vaak tot lager dan het dierenrijk verwilderen, vervolgens niet anders dan volgens hun hartstochten kunnen handelen en in plaats van beter steeds slechter en nog duisterder worden en dan buitensporig veel zonden en misdaden begaan. En als ze in die manier van leven het hoogtepunt hebben bereikt, dan komen de straffen van boven en van beneden, en dan worden steden en volkeren van de aarde weggevaagd. Met die manier van opvoeden van de mensen ben ik het absoluut niet eens!
Hoofdstuk 237: De waard vraagt naar de reden voor het verwoesten van Babylon en Nineve - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Dat de mensheid wat zijn opvoeding betreft verwaarloosd is, terwijl de Godheid echter al vanaf het allereerste begin uitstekend voor die opvoeding heeft gezorgd, is enkel de schuld van de traagheid van de mensen. Als er tegenwoordig onder de mensen nog eerzame en rechtschapen mensen zijn zoals jij en je buren -waarom zijn ze dan niet allemaal zoals jullie? Omdat ze traag zijn! Daarom heeft de Godheid ook die grote steden laten verdelgen, omdat daar de traagheid en de daardoor veroorzaakte zedeloosheid de overhand was gaan krijgen.
Hoofdstuk 238: De pest van de traagheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Als die steden en hun inwoners zoals jullie waren gebleven, zou de Godheid geen vijanden tegen hen gestuurd hebben, maar hen in stand hebben gehouden. Dat ze echter verdelgd werden heeft als reden dat door hun traagheidspest tenslotte niet de hele bevolking van de aarde verpest en bedorven zou worden.
Hoofdstuk 238: De pest van de traagheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De Godheid dwingt een profeet weliswaar met haar almachtige geest strikt volgens de wil van de goddelijke wijsheid te spreken, te schrijven en te handelen tijdens die momenten van Zijn werkzaamheid die God van hem verlangt maar daarna laat Hij hem weer helemaal vrij, en dan kan hij doen en handelen zoals hij wil, en bij die gelegenheid kan een profeet dan ook net als ieder ander mens fouten begaan. - Heb je dat begrepen, Mijn beste vriend?'
Hoofdstuk 240: Wenken voor de voeding De gebreken van de wetten der profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Maar jullie opvattingen in Jeruzalem over de echte waarde en de echte waardigheid van de mensen verschillen dikwijls hemelsbreed van die van ons; want alle mensen die niet net als jullie verstokte Joden zijn, beschouwen jullie als door jullie God verachte zondaren. Wij Romeinen staan heel ver af van zo'n opvatting, want bij ons geldt: 'Leef eerbaar, geef ieder het zijne en breng niemand schade toe!' Bij die wijze van denken en handelen is dus ieder mens gelijk, uit welke streek van de aarde, dichtbij of veraf, hij ook komt. Wij beschouwen niemand als een zondaar, behalve dieven, rovers en moordenaars en ook degene die moedwillig in strijd met de wet handelt.
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Wij kunnen met onze grote tolerantie ook een fout gemaakt hebben; maar ik heb altijd de indruk dat ook onze verdraagzaamheid in dat opzicht tot het gebied van ons grondbeginsel behoort, volgens welk men ieder het zijne moet toestaan en laten.Alles wat daar bovenuit gaat moet aan een hogere, goddelijke wijsheid overgelaten worden en blijven.
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] De waard zei: 'Ja, wonderbaarlijke Meester, dit korte antwoord van U op mijn tamelijk uitgebreide vraag was voor mij begrijpelijker dan het vorige; maar ik moet daarbij ook denken aan een spreuk van de oude wijzen, volgens welke er niets volmaakts onder de zon bestaat, dat al het menselijke ervaren, weten en kennen stukwerk is, en dat degene die het door zijn vlijt zover gebracht heeft dat hij veel weet, tenslotte zal inzien dat een mens, ook al heeft hij alles geleerd, gezien en meegemaakt, pas het meest wijs wordt als hij tot het inzicht is gekomen dat hij eigenlijk helemaal niets weet -want alleen een goddelijke geest weet alles, maar de mens enkel zoveel als deze geest hem in zekere zin als inspiratie wil meedelen.
Hoofdstuk 241: De onvolkomenheid van menselijke kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Wij staan wel algemeen bekend als een krijgshaftig en uiterst dapper volk, en de Romeinse scepter voert nu het gezag over meer dan de helft van Europa, half Afrika en half Azië; maar wij zijn nog nooit met onze wapens te velde getrokken tegen een volk dat ons met rust heeft gelaten. Maar als een volk het gewaagd had ons te bedreigen en onze rust en orde begon te verstoren dan overvielen wij dat volk met ware leeuwenmoed, overwonnen het en maakten het aan ons onderdanig en schatplichtig, zoals ook jullie Joden en andere Aziatische volkeren tot aan de grenzen van het grote Indië. Maar wat de verering van hun goden betreft hebben wij hen allemaal, evenals jullie Joden, bij hun leer gelaten, en we hebben in Rome, evenals in Athene, zelfs tempels voor hun goden gebouwd, wat jullie Joden niet hebben gedaan.
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Er hebben bij mij al heel veel wijzen gelogeerd, die behalve hun wijsheid ook veel verbazingwekkende macht bezaten om wonderen te doen, en zie, naast mij zit zo'n Wijze, die juist vandaag vanuit het morgenland hier is aangekomen, met Zijn gezelschap hier aan tafel! Ik heb Hem vriendelijk opgenomen en zal Hem net zolang herbergen als Hij bij mij wil blijven. Doen jullie met je Galileeër evenzo, dan zal hij jullie zeker nooit schade berokkenen! Maar als jullie hem vervolgen en haten, zal hij jullie ook vervolgen, wat ik ook volkomen terecht vind. Maar ik ben er bij voorbaat van overtuigd dat hij ons Romeinen niet zal vervolgen, omdat wij dergelijke gewekte mensen hoogachten en liefhebben. Heb je dat begrepen, mijn beste vriend? Handel daarnaar, dan zul je geen vijanden hebben!'
Hoofdstuk 243: De slechte bedoelingen van de Farizeeërs (19.7.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587  ...