15542 resultaten - Pagina 574 van 1037
... 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 ...
[2] Hierna stapte Henoch naar voren en zei tegen Emmanuël: "Zie, Emmanuël Abba, U die heilig, meer dan heilig zijt! Aldus is alles nu voorbereid; indien het U behaagt, wil ik nu graag het vuur op het altaar leggen en U vanwege ons allen het lam en de vruchten offeren."Hoofdstuk 143: Het offer. Lamechs vermanende vurige woorden. Over de zachtmoedigheid en het geduld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Nu was het lam geslacht en Henoch nam stenen en wreef die heel hard tegen elkaar boven het eronder gelegde, met droge hars bepoederde stro; maar bij hem, die anders een bijzonder handige vuurmaker was, wilde ditmaal de kunst niet lukken, waarop hij meteen naar Emmanuël toeging en zei:
Hoofdstuk 143: Het offer. Lamechs vermanende vurige woorden. Over de zachtmoedigheid en het geduld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Het zou niet goed zijn jou de bliksem en de donder toe te vertrouwen; want onder jouw regime zou de aarde er spoedig verglaasd uitzien of net zo als op een plaats waar de felste stralen van de zon het zand in de diepere beken doet smelten en dan haar oevers bedekt met een weliswaar doorzichtig glas, - maar juist omdat het op het oppervlak dan licht opvangt en doorlaat, zal het onder het glas donkerder en kouder zijn dan daar waar het nog blanke zand zijn droge voorhoofd naar de stralen van de zon toekeert. En luister: op glas groeit in de eeuwigheid geen vrucht meer!
Hoofdstuk 143: Het offer. Lamechs vermanende vurige woorden. Over de zachtmoedigheid en het geduld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En Lamech erkende zijn fout, ging naar Emmanuël toe en daarna ook naar de overige vaderen en vroeg hen allen met een ontroerd hart om vergeving. En alle vaderen verheugden zich hierover en hielden bij zichzelf rekening met de ervoor geuite vurige vermaning.
Hoofdstuk 144: Emmanuëls afscheidswoorden tijdens de zegening van het offer. Een belofte voor Golgotha. Over de heerlijkheid van de geestelijke vrijheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Ga daarom naar de kinderen toe en nodig hen uit voor de sabbat van morgen en kom dan meteen weer terug, opdat wij dan vlug kunnen opbreken en ons naar de hoogte, ons vaderland kunnen haasten!
Hoofdstuk 145: Adams aanwijzingen voor de komende sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En Abedam gaf hem zeer zachtmoedig geheel hetzelfde ten antwoord. En Adam en alle anderen loofden hem om zijn trouwen Henoch ging naar hem toe en zei het volgende tegen hem:
Hoofdstuk 145: Adams aanwijzingen voor de komende sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] "Luister Abedam, de weg is je bekend! De wil van de Heer is jouw wil, Zijn liefde schikt zich naar jou. Al je kinderen zijn nog blind. Zie, de Heer heeft je niet voor niets gewekt; haast je daarom naar de jouwen en breng hen allen de blijde boodschap en verzwijg niets en zeg tegen allen luid en met de kracht van de liefde, wat de Heer allemaal aan ons allen gedaan heeft!
Hoofdstuk 145: Adams aanwijzingen voor de komende sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En begeleid door vele zegeningen verliet Abedam terstond de heilige plaats en repte zich naar de zijnen, geheel beladen met de heerlijkste schatten uit de hemel. En hij ging vervuld van verheven gedachten en van liefde tot de Heer terug langs dezelfde weg waarover zij allen, komend van de avond, al eerder op zo'n buitengewoon wonderbaarlijke wijze waren gegaan en zie, precies op de plek waar zij allen hadden gerust en hij zich als enige metgezel aan Asmahaëls zijde bevond, kwam een flinke jongeman op hem af en vroeg hem:
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Zie, een vader in het morgengebied - wel de rijkste aan kinderen en aan liefde tot hen - had lang toegekeken hoe zijn kinderen zich met allerlei nuttige en meer nog met schadelijke dingen bezig hielden. Daarom had deze wijze vader zich zo opgesteld dat de kinderen hem niet konden opmerken. Maar na niet al te lange tijd gespeeld te hebben begonnen de kinderen zich onbehoorlijk te gedragen, zodat er nauwelijks één overbleef die zijn hart rein hield uit liefde tot zijn niet opgemerkte vader. Voortdurend vermaande deze weliswaar met zorg al de oudere broers en zij luisterden echt wel graag naar zijn woord; maar ernaar handelen wilde niet één graag van harte.
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Deze vader kwam op de terugweg van zijn kinderen naar Mij toe en vertelde Mij alles, vandaar dat Ik nu hier ben om na te gaan hoe het met die kinderen gaat en wat zij in de afwezigheid van hun vader doen.
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Breng Mij daarom naar de heilige plek! Amen."
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Waar Hij echter heenging, kan ik je nu niet precies zeggen; maar zoveel is zeker, dat Hij niet bij Zijn kinderen vandaan ging, maar langs een kleine omweg alleen maar weer naar Zijn kinderen toeging.
Hoofdstuk 147: Abedams gesprek met Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] En Abedam de vreemdeling, antwoordde: "Luister Abedam, ga vooruit en kondig mij aan; kom dan terug en breng Me goede tijding en leid Me dan naar alle vaderen! Amen."
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] En Abedam ging onmiddellijk naar de vaderen toe en vertelde hen alles wat hem was overkomen in de korte tijd dat hij deze plaats had verlaten; hierover waren allen zeer verrast, zelfs Henoch niet uitgezonderd, en wel zodanig dat hij hem meteen vroeg: "Geliefde Abedam, broeder in God Emmanuël Abba! Vertel me in het kort hoe zijn woorden op jouw hart inwerkten?"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] En Abedam, de vreemdeling, vroeg terstond aan Henoch: "Geliefde Henoch, zie het is avond geworden! Jullie staan op het punt vanaf deze zo buitengewoon geheiligde plaats de terugweg te aanvaarden; mogen Ik en Mijn naamgenoot niet ook met jullie meegaan naar de hoogte, bij jullie overnachten en dan morgen met je de sabbat van de Heer vieren? Want zie, toen Ik had vernomen wat zich hier allemaal afgespeeld had, kwam er een groot verlangen in Mij op om de gewekte, levende kinderen van de grote, heilige Vader te zien en dan ook uit hun levende harten levende woorden te vernemen!"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)