Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 575 van 1112

...  563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588  ...
[11] En zie, zo gingen de vaderen met jubelend hart nog veel verder naar beneden tot waar een naar de hemel reikende, sneeuwwitte rots hen ineens de weg afsneed. Daar gingen zij weer op de grond zitten, omringd door duizenden van hun kinderen, die zich allemaal ijverig bezig hielden allerlei verfrissingen naar hun hoofdstam vaderen te brengen, waarbij ieder zich gelukkig prees als zijn hartelijke gaven toch maar zegenend aangeraakt werden.
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Hier ben ik nu op de voorsabbat, omringd door duizend kinderen, rustend aan de voet van mijn schuld; en zo zal ook eens de laatste mens hier eenzaam, beroofd van alle levende schepselen en kinderen, boete doende voor mijn schuld, treurend omhoogkijken naar de eeuwige tinnen van de schitterende werelden in de oneindigheid van God en zal hij er met een groot verlangen op wachten dat de berg zich op hem stort, zodat deze hem zal verpletteren en onder zijn puin de laatste druppel van mijn grote schuld begraven!
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Maar hetgeen van de Heer is, kan Hij volgens Zijn lieflijk wijze ordening ook weer terugnemen; en zo doet de Heer dan overeenkomstig Zijn liefde en wijsheid toch immers datgene wat het allerbeste en meest doelmatige is voor ons, die zich vanwege Zijn grote erbarmen Zijn kinderen mogen noemen.
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] O vader, verwijder daarom de rimpels van je voorhoofd en laat je hart vrolijk zijn en sta Henoch toe, zodra de kinderen zich weer verwijderd hebben, enig schijnsel van zijn morgenrood over al de dingen hier te werpen, opdat die door zijn van leven tintelende tong verklaard en verlicht, en voorts tot weideplaatsen voor onze geest gemaakt kunnen worden!
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] En zie, toen Seth deze zeer leerrijke en troostende woorden had beëindigd, keek Adam hem met een opgewekt gemoed aan en wenkte Henoch, opdat hij aan Seths wens en die van de overige hoofdstamkinderen zou mogen voldoen, - maar pas dan, wanneer de overigen zich verwijderd zouden hebben, tot op één na, die zwart haar had en niet tot hun stam behoorde, maar pas heden uit de diepte omhoog was gekomen en zich vervuld met weetgierigheid onder Adam's kinderen had gevoegd. De grote vrees voor Lamech had hem ertoe aangezet om als sterfelijke naar de onsterfelijken van de bergen te vluchten.
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] En nadat deze wenk aan Henoch was gegeven, stonden, zoals het bij dergelijke gelegenheden reeds van oudsher gebruik was, Enos, Kenan en Mahalaleël meteen op en gaven de kinderen te verstaan, dat zij de volgende sabbat voor zonsopgang op de bekende plaats voor Adam's woonstede moesten verschijnen en hun gaven meebrengen, maar dat zij zich nu een korte tijd moesten verwijderen, want zo luidde de wens van de vader vanwege een korte rust voor zijn hart; als er echter een teken gegeven werd, dan mochten allen zich weer om hem verzamelen en de vader tot aan de kinderen van de middag begeleiden, om zich dan van daaruit weer naar hun geboorteplaats te begeven.
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] De vreemdeling wierp zich terstond voor Adam op de grond neer en stamelde volkomen bevreesd enige gebroken klanken, waaruit niemand wijs kon worden dan alleen Henoch.
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[40] Meteen daarop stond Henoch op en zijn tong vormde de volgende zinnen: "0 vaderen, waarom noemen jullie deze man een dode zoon van de aarde, hij leeft toch net als wij en is maar een arm mens uit de diepte! Als een ziek dier zich tot voor onze woning zou begeven, dan zouden wij het niet verjagen, maar het goed verplegen, totdat het genezen zou zijn: en nu een arm, verloren mens uit de diepte onder grote moeilijkheden zijn toevlucht tot ons heeft genomen, laten wij hem voor onze aangezichten zich in het stof wentelen als een worm!
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, na dit gesprek boog Enos zich op verzoek van Adam voorover en tilde de zwartharige man op en verzocht daarop Adam's en Seths toestemming om voordat zij van dit punt zouden vertrokken, enige woorden te mogen spreken over hetgeen hem na aan het hart lag.
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] "Vaderen en kinderen! Er kwam zo juist een verheven gedachte in mij op en deze heeft zich als een blijvend licht van een hevige bliksemstraal in mijn sterk bewogen ziel vastgezet: ik heb eens gedroomd - dat was toen ik mij een keer voor zonsopgang versliep, wat mij op een licht verwijt kwam te staan -, dat wij, net als nu, ons hier bevonden en wij bekeken deze wonderbaarlijke omgeving en beleefden heel veel plezier aan onze kinderen, die wij toen ook voor een op handen zijnd sabbatsoffer uitnodigden. En ziedaar, juist toen wij zo opgetogen waren, kwam er een helder lichtende gestalte in ons midden en wij waren allen hevig ontsteld vanwege haar sterke licht! Maar de gedaante liet ons niet te lang in onze verbijsterde toestand verkeren, maar onthulde zich weldra voor onze door het licht verblinde ogen.
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] O vaderen en kinderen, deze onthulde gedaante was Abel en hij nam een op hem gelijkend mens met zich mee voor het aangezicht van de aartsvaderen en zei met zeer zachte stem:
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Tegelijkertijd wezen Enos en Henoch hem een en dezelfde plaats aan en door het gelijktijdig aanwijzen van de plaats waar Abel zijn trouwen liefde voor Adam had bekend, geloofde Adam vast dat zij zich niet vergist hadden.
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Daarna liet hij zich nog heimelijk door ieder van hen de gedaante van Abel omschrijven; en omdat de beschrijvingen ook op dit punt overeenstemden en zeer goed zijn gedaante beschreven, bleef er bij Adam geen twijfel over om de volledige echtheid van het aanschouwde onmiddellijk aan te nemen.
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] En zie, de naamloze hernam meteen het woord en antwoordde: "O vader der vaderen der aarde! U vraagt daarnaar, omdat u zich verbaast over mijn losgemaakte tong. Mijn jeugdige hart verheugt zich om ten overstaan van u, als vader van de wijste leraar, daarvan gewag te maken!
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[42] Daarop viel Asmahaël meteen neer voor de voeten van Adam, kuste deze en dankte hardop voor de grote genade, die hem ten deel gevallen was door hem gelijk te stellen met Mijn kinderen; want hij begon terstond de werking van de zegen in zich te bespeuren, - vandaar dat hij ook begon te juichen en zei:
Hoofdstuk 58: Asmahaël, de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588  ...