Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 575 van 728

...  563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588  ...
[14] Ga terug naar jullie gezelschap, zeg wat jullie gehoord en gezien hebben en Ik zal jullie dan voor dat nieuwe werk het loon geven, dat jullie daarmee hebben verdiend. Dat zeg Ik jullie echter: er zijn in jullie gezelschap velen die zich op aarde met vrouwen hebben ingelaten en met hen samenleefden. Als zo iemand jullie hoort en dan zal zeggen: 'Wacht, ik wil eerst met mijn vrouw overleggen', laat die maar gaan. Want wie niet ter wille van Mij zijn vrouw kan verlaten, is Mij eeuwig niet waardig. En wie zegt: 'Geef me tijd om met mijn vrienden te overleggen', neem die ook niet meer aan, want wie zijn vrienden belangrijker vindt dan Mij en hem die Ik zend, ook hij is Mij niet waardig. Gaan jullie nu maar. Naar de mate waarin jullie voor Mij oogsten, zullen jullie ook loon ontvangen!'
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] 'O Heer, verzacht Uw rechtvaardige toorn tegen ons en wees ons arme zondaars genadig en barmhartig. Wij hebben op aarde veel kwaad gesticht. Vergeef het ons, want toen waren we stekeblind. Nu we echter ziende zijn geworden en dit erkennen, kunnen we niets anders meer doen dan ons tot Uw mildheid, genade en erbarming wenden. Ook al waren wij zelf heel onbarmhartig tegenover al onze broeders, weest U toch barmhartiger tegenover ons, want U, 0 Heer, weet immers hoe dom en blind wij waren.' - Kijk, zo moeten jullie spreken, maar niet de Almachtige met dreigementen tegemoet treden! Wie zal Hem ter verantwoording roepen als Hij jullie duizendvoudig naar de hel zou verdoemen?'
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Hoe zit dat echter als jullie leren: 'God is de hoogste wijsheid zelf, maar jullie ondertussen tegenover je leerlingen een beeld van Hem schilderen dat er een is van de grootste onzin en jullie op deze manier van de Godheid een onding maken, waarvan ieder weldenkend mens wel een afkeer moet krijgen?
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik zeg: 'Wat is dat, de drie-enige God?' De drie zeggen: 'Als je dat niet weet, staat het er slecht met jou voor. Weet je dan niet dat God uit drie personen bestaat, namelijk uit de Vader, de Zoon en de uit hen tweeën voortkomende Heilige Geest?' Ik zeg: 'Ik weet wel, dat jullie dat geloven. Ik en Mijn hele gezelschap denken daar juist heel anders over. Wij zijn van mening, en zo is het ook, dat God slechts één persoon is, die echter in Zichzelf bij wijze van spreken uit drie Goden bestaat.' De drie roepen: 'Ketter, ketter, ketter!'
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Maar er is al gezorgd voor hun onderkomen. Kijk omhoog en je zult grote, machtige scharen ontdekken; dat zijn vredesengelen. Deze zullen het zwarte gebroed vangen en knevelen en hun woede sterk bekoelen. 0, het is een slechte, verstokte bende, die heel kordaat tot rust moet worden gebracht. Voor hen zullen er nog heel wat eeuwen moeten verstrijken, voordat het onder hun dak begint te schemeren. Wees echter niet bang, ze zullen niet in staat zijn dichter bij ons te komen.'
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Ik zeg: 'Alle vrede zij met jullie! Jullie zorgen rusten op Mijn schouders en Mijn genade en liefde zij nu voor eeuwig jullie leven! Het is echter jullie opgave Mij lief te hebben en al jullie broeders en zusters als jezelf, want Mijn wet voor de aarde is ook een wet voor alle hemelen! Maar volg Mij nu!'
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik zeg: 'Wees maar gerust, Mijn lieve Maria, het is allemaal best in orde; sta nu maar op en zeg tegen jouw leerlingen dat ze ons moeten volgen.' Maria staat meteen op met een van vreugde en liefde vervuld hart en deelt Mijn wil vlug aan haar leerlingen mee. Deze vallen op hun aangezicht en beginnen Mij luidkeels te betuigen. Maria spreekt hen echter heel verstandig toe en allen verheffen zich van de grond en zeggen: 'Heilige Vader, zie ons genadig aan en neem ons op als de geringsten onder Uw dienaren!'
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Ga daarom weg van Mij, jullie kinderen van de wereld, en zoek je eigen God, die jullie gediend hebben met lichaam, ziel en geest, want voor Mij zijn jullie vreemden en Ik heb jullie nog nooit gekend. Jullie waren dienaren omwille van het geld; nog geen drie woorden hebben jullie ooit gebeden vanuit je innerlijke liefdesdrang tot God. Iedere paternoster, iedere begrafenis als een laatste liefdesdienst aan een broeder, moest aan jullie duur worden betaald. Alle soorten missen, die jullie als voor God hoogst welgevallige diensten beschouwden en die jullie als zodanig met alle macht aan iedereen opdrongen, moesten aan jullie zelfs duur worden betaald. Daardoor hebben jullie echter voor jezelf reeds lang je loon geïnd en hebben hier daarom niets meer te verwachten. Ga daarom weg! Mijn tijd voor deze wereld loopt ten einde, want zij slaat geen acht meer op Mijn stem en Mijn knechten zijn haar een last en een doorn in het oog geworden.
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Waarom zou dat dan ketterij zijn? De mens zelf, geschapen naar het evenbeeld van God, is toch ook zo'n drie-eenheid in een en dezelfde persoon. Heeft hij niet een lichaam, dat zijn uiterlijke gestalte bepaalt, een ziel, die deze gestalte en zijn organisme tot leven brengt, en tenslotte in de ziel een goddelijke geest, die aan de ziel het verstand, de wil en al haar kracht verleent? Zouden jullie het niet als een staaltje van dwaasheid beschouwen als er drie mensen zouden komen die bij hoog en bij laag zouden beweren dat ze gedrieën slechts één mens zijn? En dat terwijl ieder van hen een met zijn talenten overeenstemmende, specifieke bezigheid zou verrichten, waarvoor de tweede en de derde geen bijzondere kennis en ook niet de capaciteit zouden bezitten om deze uit te voeren. Als jullie zo' n bewering van drie bekrompen mensen echter in hoge mate dom moeten vinden, hoe kunnen jullie dan de oneindig wijze Godheid met zo'n belachelijke dwaasheid opzadelen? Zou zelfs de dierenwereld jullie niet uitlachen als jullie de Godheid - vooropgesteld dat jullie aan haar geloven - met jullie woorden en leringen van waanzin zouden verdenken?
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] De Heer, die jij zozeer liefhebt, een liefhebben waartoe jij je echter moet dwingen omdat jouw hart mij maar niet los kan laten, ben Ik in hoogsteigen Persoon!' (Nu zinkt Maria op haar knieën.) 'En het is jullie opgave Mij nu te volgen naar die heuvel, daar in het oosten, waar velen op ons wachten. Daar zullen jullie gezegend en gesterkt worden met Mijn liefde, genade, kracht en macht!'
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Waarlijk, Ik bevind Mij reeds enkele weken, werkend op buitengewone wegen, op deze aarde en krijg van dag tot dag meer afkeer van haar vleesmensen en van deze aarde zelf. Vandaag is het op aarde donderdag; tot zaterdagnacht zal Ik Mij nog op deze zondige bodem ophouden en nog genezen en aannemen wat te genezen en aan te nemen valt. Na Mijn vertrek draag Ik dit duistere gebied echter over aan Mijn machtige vredesgeesten en zij zullen daarop handelen naar eigen goeddunken.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Ik zal nu echter magere tijden over de aarde laten komen, zodat de armen zullen sterven. God zal dan wel merken wat de rijken zullen doen. Als zij zich zullen bekommeren om de armoede en met de woeker stoppen, dan zullen de gerichten ook ophouden en er weer goede tijden aan de aarde worden gegeven. In het tegenovergestelde geval zal echter alles in het verderf worden gestort, want ook de aarde zelf is al tot zuurdesem geworden.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] De aarde draagt maar heel weinig mensen meer, omwille van wie God de totale vernietiging van deze aarde nog voor enige tijd wil afwenden. Zodra deze echter ofwel in vriendschap met God deze aarde verlaten of tenslotte zelf zuurdesem worden - hetgeen God helemaal niet vooruit wil zien - wordt de aarde aan de vuurgeesten overgeleverd. Zij mogen dan met deze draagster van zonden doen wat ze maar willen.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik zeg: 'Wees maar gerust en maak je er geen zorgen over hoe of wie je nu liefhebt. Laat het voor jou volstaan dat jouw liefde zuiver en goed is. Elke liefde die als zodanig zuiver is, kan niet anders dan alleen maar goed zijn. Zuiver is de liefde echter, als ze geen eigenliefde in zich draagt. Maar komt er bij de zuivere liefde ook maar een klein beetje eigenliefde, dan verzuurt dit maar al te gauw de zuivere liefde en maakt van haar dan een zeer slechte levensbasis.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] De eeuwigheid is lang, O Heer. Stel mij daartoe in de gelegenheid en ik wil al mijn aardse fouten in Uw heilige naam goedmaken. Ik was op aarde helaas geen maagd, hier ben ik het echter wel, want tot nu toe heeft nog geen mannelijke geest mij mogen aanraken. Mijn liefde voor u, O Vader, vormde steeds mijn machtige bescherming! O, jij hardvochtige bode van de hemel, die mij niet toestond jou te volgen, wanneer zul je terugkomen en mij berichten over Hem, de enige die ik boven alles liefheb?' Na deze woorden begint ze weer te wenen en bedekt het gezicht met haar handen.
Hoofdstuk 117: Wie armen opneemt, neemt Mij op. Genezing en troost voor behoeftige zielen. De liefhebbende maagd. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588  ...