Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 577 van 1490

...  565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590  ...
[17] Maar er kwam nu ook een Farizeeër naar Mij toe die zei: 'Meester, er zijn ons over u al heel verschillende dingen ter ore gekomen, en onder andere ook dat door u het rijk Gods op aarde gesticht wordt! Door uw daden getuigt u van uzelf dat u degene bent die alle Joden op grond van de aloude belofte verwachten. -Kijk, ook wij willen in u geloven; maar zeg ons toch hoe en wanneer het rijk Gods onder de mensen op deze aarde zal komen!'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Ik zei: 'Het rijk Gods zal zonder enige uiterlijke pracht en praal komen, en men zal niet zeggen: 'Kijk, hier is het, of daar!' ; want het rijk Gods is geen materieel, maar een geestelijk rijk, omdat God Zelf in Zichzelf de oereeuwige en zuiverste Geest is en Zijn rijk daarom ook niet voor het lichaam gegeven en op deze aarde opgericht wordt maar voor de ziel en de geest van het lichaam. De ziel en de geest zijn echter binnen in de mens en niet buiten hem; en daarom is het rijk Gods ook alleen maar binnen in de mens, en als het tot de mens zal komen, zal hij het enkel in zichzelf gewaarworden en niet buiten zichzelf.'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] De waard was heimelijk blij dat Ik de Farizeeën de mond had gesnoerd, en liet nieuwe, prima wijn op onze tafel zetten en zei tegen Mij: 'Eet en drink zoveel jullie willen; want deze keer is de rekening voor mij!'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Toen de Farizeeën dat zagen, ergerden zij zich nog meer en zeiden hardop tegen elkaar: 'En dat moet de door God in deze wereld gezonden Messias zijn? Wat zijn hij en zijn leerlingen toch vreetzakken en zuipers! En bovendien weten wij ook nog dat hij met tollenaars, heidenen en andere zondaars omgaat en zijn brood met ongewassen handen eet, en dan mag hij nog zoveel wonderen doen, een echte schriftgeleerde en Farizeeër zal niet In hem geloven! ,
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[33] Tenslotte zei de waard: 'O Heer en Meester, deze woorden van U zullen de een of andere Farizeeër toch wel tot betere gedachten over U brengen?'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[34] Ik zei: 'Je zou nog eerder tien Moren wit kunnen wassen dan dat een van deze huichelaars zich bekeert en boete doet! Wanneer gierigheid, afgunst en heerszucht te diep geworteld zijn geraakt in een mens, is er vrijwel geen sprake meer van echte verbetering! Maar laat ze maar broeden onder elkaar; morgen is er weer een dag, waarop er iets te doen zal zijn!'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De waard wees met zijn hand naar Mij en zei: 'Deze Godmens hier, van wie ik openlijk moet zeggen en bekennen dat wij geen van allen ook maar in de verste verte waardig zijn dat Hij naar ons toe en over de drempel van mijn huisdeur is gekomen. Bedank Hem allemaal voor al de genade die Hij ons bewezen heeft en geef Hem altijd voor alle mensen de eer!'
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Na deze woorden van de waard knielde de genezen knecht onmiddellijk aan Mijn voeten, dankte Mij en prees Mij luid; dat deden toen ook de anderen van het personeel, de bedienden en de dienstmeisjes, wat een groot lawaai in het huis teweegbracht, dat ook door de Farizeeën werd gehoord, hoewel ze zich in een kamer bevonden die ver van onze zaal was gelegen, en een van hen kwam kijken wat er aan de hand was.
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen hij hoorde dat Ik de knecht volledig van zijn jicht had genezen, en op welke manier, ergerde hij zich en zei tegen de waard, die hij bij zich riep (de Farizeeër): 'Pas op voor deze volksopruier; want als hij die wonderen doet met hulp van de overste der duivels of door een ander soort toverij, die hij wellicht van de Essenen heeft geleerd, zullen de Romeinen weldra te weten komen dat het hele volk hem achterna loopt en hem tenslotte tot koning over alle Joden wil maken, en dan zullen ze op ons afkomen en ons er flink van langs geven!'
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De waard zei: 'Vanwege deze wonderdoener, die de Romeinen zeker allang beter kennen dan wij, heb ik van hun kant niets te vrezen; maar van jullie kant zou ik alles te vrezen hebben, als ik niet een Romeins burger was! Maar jullie zouden deze man moeten vrezen, die vervuld moet zijn van Gods geest, omdat Hij anders onmogelijk zulke tekenen en daden kan doen, waartoe alleen God in staat is; en wie vervuld is van Gods geest is ook een ware Heer over alles in de hemel en op aarde, en degenen die Hem vijandig bejegenen hebben alleen Hem te vrezen, maar Hij hen niet! Jouwaan mij gerichte waarschuwing zal in mijn gemoed dus ook nooit wortel schieten!'
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Geloof zonder te twijfelen in God, houd je aan Zijn geboden, heb Hem boven alles lief zoveel je maar kunt en je medemensen als jezelf, en geloof dat Ik de beloofde Messias ben, die als de eeuwige Waarheid, het Licht en het Leven Zelf nu in een lichaam in deze wereld ben gekomen, opdat allen die in Mij geloven en volgens Mijn leer leven, het eeuwige leven zullen hebben! Als je dat allemaal gelooft en ernaar handelt, zul je voor je ziel in eeuwigheid het ware, levende heil verwerven en behouden.
Hoofdstuk 69: De waarde van de instellingen van de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Er staat immers ook geschreven: 'Zie, dit volk eert Mij met de lippen; maar hun hart is verre van Mij!' Maar Ik zeg jullie: het einde van hen die een menselijke leer verkondigen is nabij gekomen! Daarom ben Ik, die de Waarheid, de Weg en het Leven ben, naar jullie toegekomen en Ik zal de leugen en haar kwade werken wegvagen. Weliswaar zal Ik deze wereld binnenkort verlaten, en in de tijd dat Ik voor het oog afwezig ben zullen de leugen en haar valse en kwade dingen nog een tijdlang voortwoekeren onder de mensen op aarde; maar dan zal Ik op de juiste tijd met alle macht en kracht naar jullie mensen terugkomen en een einde maken aan de heerschappij van de leugen en het bedrog!
Hoofdstuk 69: De waarde van de instellingen van de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Deze woorden van Mij waren ook voor de leerlingen niet helemaal duidelijk, en daarom zeiden ze onder elkaar (de leerlingen): 'Hij heeft al verschillende keren over een tweede wederkomst op deze aarde gesproken, maar steeds op een tamelijk vage manier, zoals profeten dat doen! Laten we het Hem nu eens een keer ronduit vragen - misschien vertelt Hij er deze keer meer en duidelijker over!'
Hoofdstuk 69: De waarde van de instellingen van de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Ook dat heb Ik jullie al verschillende keren heel uitvoerig getoond; maar omdat ook jullie niet volkomen van Mijn geest doordrongen zijn, begrijpen jullie het nog niet ten volle. Het jaar, de dag en het uur kan Ik jullie niet met zekerheid zeggen, omdat dat op deze aarde immers allemaal van de volkomen vrije wil van de mensen afhangt. Daarom weet ook geen engel in de hemel het, maar alleen de Vader en ook degene aan wie Hij het wil openbaren. Bovendien is het voor het heil van de ziel niet absoluut noodzakelijk om het heel precies van tevoren te weten.
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Als er nu in deze tijd, terwijl Ik nog in een lichaam op deze aarde temidden van jullie rondga en leer, al verscheidene mensen in Mijn naam beginnen rond te trekken en Mijn leer tot hun materiële voordeel verbreiden, maar daar ook hun eigen onzuivere zaad tussen mengen, waaruit tussen de magere tarwe op de akker des levens en de waarheid daarvan al gauw veel slecht onkruid zal opgroeien - zal het dan verbazing wekken als er in later tijden in Mijn naam nog meer valse en niet geroepen leraren en profeten opstaan en met machtige woorden, met het zwaard in de hand, tot de mensen zullen roepen: 'Kijk, hier is Christus!' of 'daar is Hij!'?
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590  ...