Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 577 van 1112

...  565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590  ...
[9] Maar dat alles is slechts een natuurverschijnsel en de verschillend geaarde bedrijvigheid uit zich alleen als leven bij wezens die de drager van een hoger leven zijn.
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Nu kan men zich afvragen: hoe kan een hoger, vrij leven dat en waarom? O vaderen, daar ligt de voornaamste te ontwarren knoop!
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Luister daarom: zoals de vorm van alle dingen in hun grote verscheidenheid een uitdrukking is van de natuurlijke warmte in relatie tot het licht en zich slechts volgens haar vermogen tot opname van meer of minder licht of meer of minder warmte onderscheidt, zo is ook de spraak van de mens een ontwikkelde vorm van de geestelijke warmte, die de goddelijke liefde in het hart is, en van het geestelijke licht, dat de goddelijke genade in de mens is.
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Wanneer dus iemand buiten zich het woord gevonden heeft en het begrepen en aangenomen heeft, dan heeft hij immers geen ding, maar een geestelijk leven in volkomen toestand gevonden, omdat ieder woord een vorm is, ontstaan uit geestelijke warmte en geestelijk licht. Waarom dan die verwondering over de woorden van onze Asmahaël?!
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Of lijken wij met betrekking tot zulke vragen niet op vissen die in het water verkerend dat niet kunnen zien en wij, omgeven door lucht, de lucht niet kunnen zien, indien wij te midden van het volle leven vanuit God ons heel onthutst verbazen over de ware gevoelswaarneming van Asmahaël?!
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Wie dat echter niet doet, is een rover en een dief en zal zich tot onkruid, ongedierte en tot een afschuwelijk mismaakte levensvorm ontwikkelen net als diegenen in de diepte.
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nadat Henoch dit grote licht gebracht had, stonden allen op en dankten Mij in stilte in hun hart voor deze gave door Henoch. En Adam verlangde naar een kleine versterking voor zijn lichaam, die hem dan ook meteen overhandigd werd; en toen hij zich had versterkt met wat honing, melk en brood, dankte hij Mij voor deze gave en sprak daarna tot zijn kinderen:
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Kinderen heeft een van jullie nog enige twijfel, bewaar die dan voor de namiddag in mijn woning; en laat nu alle kinderen naderbij komen, opdat ik hen zegen en hun zeg dat zij, als zij dat willen, zich zoals altijd morgen voor zonsopgang naar de geheiligde plek van het brandoffer kunnen begeven! Amen."
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Henoch vroeg hem meteen: "Asmahaël, wat is er met je, dat je jonge ledematen je hun dienst weigeren? Wijs ons gerust aan of je gevaar ziet, of dat een ander euvel zich voorgedaan heeft; want zie, wij lopen op de weg des Heren en de Heer is met ons, zoals wij met Hem zijn! Deel ons daarom getrouw mede wat zo sterk belemmerend op je inwerkt! Amen."
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Toen ontspande Asmahaël zich en zei nog steeds zeer benauwd: "O vaderen der vaderen der aarde en ook jij, wijze Henoch! Kijk, daar een klein stukje voor ons zie je een machtige, grimmige tijger! Reeds ontbloot hij begerig zijn tanden en spant zijn dodelijke klauwen tot een krachtige sprong om mij te grijpen en aan stukken te scheuren, om mijn bloed te drinken en mijn vlees te eten! Wam de wachter van de heilige hoogten is nimmer te kalmeren in zijn verschrikkelijke razernij; ja van een dergelijke waakzame, nooit aflatende grimmigheid vindt men op aarde zijns gelijke niet!
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En meteen ging Henoch naar de tijger; deze wierp zich ogenblikkelijk voor Henoch neer, terwijl hij over zijn hele lichaam sidderde.
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] (N.B. Deze soort reusachtige tijgers bevinden zich heden ten dage nog slechts in enige oerwouden, in het midden van het Afrikaanse hooggebergte, alsmede hoogst zeldzaam, in dat van Azië.)
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] En zie, daar Asmahaël zich nu vermande, zei hij vol warmte: "O machtige vaderen der vaderen der aarde, niet jullie lijfelijke grootte en kracht was in staat zo'n reusachtig, verscheurend dier te temmen; waarlijk niet, slechts een God, ja een machtige God is het, die iets dergelijks door je geheiligde harten kan doen! Hem zij dank, Hem zij lof, Hem zij prijs en eer, ja een heilige eer zij de machtige, allerheiligste Vader van zulke grote, verheven, machtige kinderen! Amen."
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] En zo ging de stoet verder over de geurige, beschaduwde weg en geen hindernis vormde meer een belemmering voor de stoet. Toen zongen de vogeltjes heel opgewekt, zich op de takken wiegend en ze zongen profeterend voor de mensen een mooi klinkend liedje, - een liedje van de Mens der mensen, dat zongen de opgewekte vogeltjes voor Hem.
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Maar toen de talrijke kinderen de bereden tijger in het oog kregen, werden zij gegrepen door een grote vrees; want zij kenden de wrede volharding van dit dier en hadden die ondervonden bij een gelegenheid, toen enige jongelieden zich opmaakten om een reis naar Hanoch, waarover zij hadden horen spreken, te ondernemen.
Hoofdstuk 67: Het bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590  ...