Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 578 van 1166

...  566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591  ...
[5] Ik zei: 'Je hebt een goede instelling, Mijn beste zoon -maar als je er zelf de hand aan slaat, kan dat problemen en veel vijandschap veroorzaken bij jullie nog blinde buren; maar Ik zal je steunen, en deze Apollo en de andere afgoden zullen direct verdwenen zijn. Ga maar naar de hoek en kijk of je nog een Apollo vindt, en dan kun je naar de kamer van je moeder gaan, en daar zul je ook geen afgoden meer vinden!'
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] (De moeder:) 'Mijn beste zoon, dat is allemaal goed en wel; maar denk aan onze buren! Wat zullen die zeggen, als ze bij een bezoek in ons hele huis geen afgodsbeeld meer aantreffen?'
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik zei: 'Wat je vraag van gisteren betreft, namelijk over het dikwijls langdurige en zware ziek zijn voorafgaand aan de dood van het lichaam en ook over de meestal zeer vroege dood van kinderen: dat wordt door Mij ook alleen maar toegelaten om de mensen te verbeteren, maar daarom is het nog geen beschikking die uit de almacht van Mijn wil voortkomt.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Kijk, de oermensen, die steeds in de orde en eenvoud zijn gebleven die hun door Mijn geest was getoond, hadden helemaal geen weet van een ziekte die aan de lichamelijke dood voorafgaat; ze bereikten meestal een zeer hoge leeftijd, werden nooit ziek en sliepen tenslotte heel rustig in, en daarbij voelde hun ziel geen pijn en geen doodsangst.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Uit deze korte uiteenzetting zie je dat Ik absoluut nooit de veroorzaker van de menselijke lichamelijke ziekten ben geweest, maar de mensen zelf, en wel vanaf het tijdstip dat ze lichtzinnig en moedwillig Mijn geboden en regels, die Ik hun altijd heb gegeven, steeds meer begonnen te verlaten en hun verstand en hun wil volgden, die steeds meer verduisterd en verward raakte door de kwade geesten die zich in de lucht, de aarde en het water ophouden.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[20] En daarmee, Mijn vriend, heb Ik je vraag van gisteren zeker meer dan voldoende duidelijk beantwoord. We zullen nu de gazellenjacht van vandaag en meer van dat soort dingen wat nader in ogenschouw nemen!'
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ja, waarom dan juist op deze aarde? Ik zeg je: omdat de mensen van deze aarde wat hun ziel en geest betreft in de positie zijn om kinderen Gods te kunnen worden, waardoor ze dan tot hetzelfde in staat zijn als Ikzelf; daarom is door de mond van de profeten ook al tegen de ouden gezegd: 'Jullie zijn Mijn kinderen en derhalve goden, evenals Ik, jullie Vader, God ben!'
Hoofdstuk 184: Het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wat Ik je nu heb gezegd vindt alleen op deze aarde plaats en op geen enkel ander hemellichaam in zo'n overweldigende overvloed als juist op deze aarde, en wie verstand heeft, moet het begrijpen om de volgende reden: omdat deze aarde overeenkomt met Mijn hart, maar ook Ikzelf slechts één hart en niet verschillende harten bezit, kan er ook maar één door Mij gesitueerd hemellichaam zijn, dat volkomen overeenstemt met Mijn hart, en wel met het meest innerlijke levenspunt daarvan.
Hoofdstuk 184: Het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Dat zul je nu nog wel niet helemaal duidelijk inzien, en als Ik het aan jouw verstand zo duidelijk mogelijk wilde maken, zouden we meer dan duizend jaar bezig zijn voordat je Mijn innerlijke wijsheid ook maar een beetje duidelijker zou gaan begrijpen.
Hoofdstuk 184: Het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Maar als je in je ziel één wordt met Mijn geest, zul je in één ogenblik meer inzien en begrijpen dan je nu zelf via de weg van moeizaam onderzoeken in duizend jaar zou doen.
Hoofdstuk 184: Het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Mijn raad werd direct opgevolgd. We namen allemaal weer brood en wijn tot ons, en de aanwezige Farizeeën zeiden: 'Nu geloven we pas helemaal dat U de Heer en de waarachtige Christus bent! Want dergelijke geheimen in de grote natuur kunnen alleen aan U en verder aan geen mens op de hele aarde bekend zijn.'
Hoofdstuk 186: Dat de Heer de heidenen schijnbaar begunstigt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Daarop zeiden Mijn leerlingen: 'Heer en Meester! Zo hier en daar hebt U ons in het bijzijn van de mensen ook wel soortgelijke dingen getoond, maar onszelf hebt U eigenlijk nog nooit zo diepgaand onderwezen over zulke geheimen van de natuur, en ze ons ook niet op die manier uitgelegd; het blijft toch merkwaardig van U, dat U onder de heidenen veelopenhartiger spreekt dan onder onsjoden!'
Hoofdstuk 186: Dat de Heer de heidenen schijnbaar begunstigt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Menigeen van jullie vond het aanvankelijk moeilijk en was vol bedenkingen om Mij als meer dan een profeet te beschouwen. Maar nu het jullie duidelijk is geworden -hoewel niet ieder van jullie in dezelfde mate -dat Ik de waarachtige Messias ben, is ook voor jullie de tijd gekomen dat jullie vele andere dingen op het gebied van de natuur van de aarde nader verklaard en onthuld krijgen; maar tot op de bodem begrijpen en inzien zullen jullie al die dingen pas, wanneer jullie van Mijn geest vervuld zullen zijn.
Hoofdstuk 186: Dat de Heer de heidenen schijnbaar begunstigt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Daarom zullen jullie ook voldoende hebben gedaan als jullie je broeders tot geloof in Mij wekken; al het overige, voorzover nodig, zal Mijn geest dan in hen tot stand brengen.
Hoofdstuk 186: Dat de Heer de heidenen schijnbaar begunstigt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik zei: 'Mijn vriend, nu spreek en oordeel je nog als een blinde! De joden waren weliswaar het uitverkoren volk van God - maar hebben ze zich er ook naar gedragen om datgene te zijn en te blijven, waartoe ze sinds de tijd van Abraham geroepen waren? Ze hebben zich uiterlijk wel op een heel dorre manier aan de wet gehouden en God met hun lippen geprezen, maar hun harten bleven verstokt en ver van God.
Hoofdstuk 187: De liefde van de Heer voor het Joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591  ...