10915 resultaten - Pagina 579 van 728
... 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 ...
[7] Daar komt echter met deze trein een goede vriend van Mij uit Graz en met hem nog een en nog een! Deze drie moeten wij zegenen. Zij zullen ons natuurlijk niet zien maar in hun hart zullen zij een sterke emotie voelen. Er zitten ook nog drie anderen in, die ook niet slecht zijn, maar toch ook niet echt goed, noch in het geloof, noch in de liefde; desalniettemin zal onze zegen hun niet worden onthouden. Er zit ook een vrouw in die het vermogen heeft geesten te zien. Zij zou ons ook te zien krijgen als haar ogen deze kant op gericht zouden zijn. Het spreekt vanzelf dat hier enkel sprake is van het innerlijke oog. Ook zij zal onze zegen ontvangen!Hoofdstuk 108: In Mürzzuschlag. Over het tijdperk van de techniek. Geloof en liefde ontbreken en daarom ontbreekt ook de ware zegen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Hier en daar zijn er echter ook nu nog wel liefdadige mensen, die voor hun arme broeders en zusters heel veel goed doen. In jouw tijd, mijn beste Rudolf, waren er wel enkele goede voorzieningen, maar daarnaast ook weer behoorlijk slechte; dat is ook nu nog het geval.
Hoofdstuk 107: Gesprekken over oude en nieuwe tijden. De mensheid was nooit goed, maar wel waren er altijd enkele uitzonderingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Ik zeg je: de wereld was nooit goed, uitgezonderd steeds slechts enkele, weinige mensen in haar! Wat eenmaal slecht is, dat is en blijft slecht. Aan doornen en distels groeien geen druiven en vijgen; van wijnstokken en vijgenbomen zul je echter altijd edele vruchten oogsten. Laten we ons daarom helemaal niet om de wereld bekommeren. Hoe bonter zij het maakt, des te erger zal zij zichzelf tenslotte straffen. Aan hem die hoog klimt, zullen de rotspunten zelf spoedig vertellen hoe hoog en levensgevaarlijk ze zijn. Wij bezoeken nu alleen maar zieke mensen; laten we daarom maar weer verder gaan!'
Hoofdstuk 107: Gesprekken over oude en nieuwe tijden. De mensheid was nooit goed, maar wel waren er altijd enkele uitzonderingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Ik zeg: 'Beste vriend, je hebt helemaal gelijk; het is werkelijk een ellende zoals het er nu op aarde uitziet! Ik zeg je, het is heel wat erger dan in de tijden van Noach en Lot. Wat kan men echter anders doen dan geduld en nog eens geduld hebben? Laat hen vandaag allemaal sterven, dan zullen ze in het geestenrijk geen haar beter zijn dan op aarde; laat je hen echter op aarde een tijd lang aan hun lot over, zodat zij door hun domheid echt ellendig worden, dan zullen er toch velen tot inkeer komen.
Hoofdstuk 107: Gesprekken over oude en nieuwe tijden. De mensheid was nooit goed, maar wel waren er altijd enkele uitzonderingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] In mijn tijd, bestond er nog een zekere hiërarchie in de klederdracht. Iedereen moest zich kleden volgens de voorschriften van zijn stand en daardoor werden de hoogmoed en de verspillende luxe goed in de hand gehouden. Nu echter hebben de wederzijdse hoogachting, de liefde, het geloof en de barmhartigheid opgehouden te bestaan en het koude, gevoelloze verstand beheerst de harten van de mensen overal, waarheen men zijn ogen ook wendt.
Hoofdstuk 107: Gesprekken over oude en nieuwe tijden. De mensheid was nooit goed, maar wel waren er altijd enkele uitzonderingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'In jouw tijd waren de mensen wel heel dom, maar ze waren geloviger dan nu. Ze vatten echter wel alles grofstoffelijk op, omdat zij over het geestelijke hoegenaamd niets wisten. Maar naarmate de mensen nu wijzer zijn geworden, worden ze ook ongeloviger. Mij is het geloof, al is het nog zo blind, toch liever dan de zogenaamde geleerdheid van de wereld. Want in het geloof is de aardse mens vrij en heeft hij zijn ziel niet in een of ander gericht gebracht, maar in de aardse wetenschap ligt al een gericht.
Hoofdstuk 106: Het heilige gezelschap verlaat Wenen en trekt in de richting van de Alpen. Bij de Semmering. De Heer over grenspalen en over het land en het volk van Stiermarken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Keizer Karel treedt andermaal naar voren en zegt: 'O Heer en Vader, U die heilig bent, heilig boven alles! In mijn tijd was deze plaats werkelijk een asiel voor arme, lijdende mensen. Tijdens mijn reizen naar het zuiden heb ik haar zelf meermaals bezocht en van gaven voorzien, maar na mijn tijd is spoedig alles verloren gegaan en de liefdadige gezindheid van de bemiddelde Stiermarkers is maar al te gauw veranderd in winstbejag. De mensen wilden rijk worden en vergaten maar al te graag dat de arme niets heeft en zodoende ook niet kan leven. Dat heeft het land echter weinig zegen gebracht. In mijn tijd was het een van de rijkste gebieden van het hele rijk en nu zal het spoedig tot de armste behoren.'
Hoofdstuk 107: Gesprekken over oude en nieuwe tijden. De mensheid was nooit goed, maar wel waren er altijd enkele uitzonderingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Kijk in plaats daarvan liever allen naar het zuiden - naar dat mooie land, dat daar ligt als een Kanaän. Het heet Stiermarken! De bewoners van dat land zijn voor het merendeel nog heel dom, want waar de mens niet te veel door de nood wordt geplaagd, lijkt hij op een luiaard en bekommert hij zich niet erg om het lichamelijke en nog minder om het geestelijke. Dat is nu juist in dit mooie land het geval: het voedt zijn weinige bewoners te goed. Daarom zijn ze traag en doen slechts zoveel als strikt nodig is voor de behoeften van hun lichaam. In de steden is hier en daar wel wat meer leven aan te treffen, en daardoor is er ook des te meer boosheid en worden er allerlei zonden begaan. Er leven in de steden van dit land slechts enkelen, voor wie wij dit land bezoeken. En dus vervolgen wij weer onze weg!'
Hoofdstuk 106: Het heilige gezelschap verlaat Wenen en trekt in de richting van de Alpen. Bij de Semmering. De Heer over grenspalen en over het land en het volk van Stiermarken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Zouden de mensen naar Mijn gemakkelijk te begrijpen leer leven en zouden er in hun borst waarachtige broederharten kloppen, dan zouden er op de gehele aarde geen grenspalen nodig zijn. Hebzucht, heerszucht, gierigheid, afgunst en hoogmoed zijn echter zeer slechte zaken; daarom moeten daaraan grenzen worden gesteld, opdat zij niet als een kankergezwel steeds verder om zich heen grijpen. Hieruit kun je gemakkelijk opmaken of jouw grenspalen goed of slecht waren. Ze zijn beide tegelijk, evenals een gericht en de reden voor een gericht, namelijk de wet. Maar noch de wet, noch het gericht zijn goed, omdat beide een gevolg zijn van het kwaad van het menselijk hart.
Hoofdstuk 106: Het heilige gezelschap verlaat Wenen en trekt in de richting van de Alpen. Bij de Semmering. De Heer over grenspalen en over het land en het volk van Stiermarken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Peter zegt: 'Kijk, dat is nu juist de grote kringloop waarin alles zich beweegt: de liefde verwekt de wijsheid en de wijsheid wederom de liefde! De oorsprong van al het licht is natuurlijk de liefde als de eeuwige levenswarmte van de Godheid. Is ons de warmte echter gegeven, dan verwekt zij vervolgens meteen ook licht naar de mate waarin de warmte in ons toeneemt, en de warmte neemt weer toe door het rijker wordende licht. Het één komt steeds voort uit het andere: het licht uit de warmte en de warmte uit het licht!
Hoofdstuk 105: Slotwoord van de Heer: houd je aan de geest van de liefde! Uit liefde komt wijsheid voort, uit wijsheid liefde. De eeuwige ordening van het leven in God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Mathilde zegt: 'Ja, ja, jij bent toch steeds in alles mijn meester, zowel in de wijsheid als in de liefde! Je hebt weliswaar op aarde eerst door jouw wijsheid de liefde voor jou in mij opgewekt; nu lijkt het mij echter dat de grote en zuivere liefde in jouw hart in mij de wijsheid zal opwekken. Wat denk je daarvan?'
Hoofdstuk 105: Slotwoord van de Heer: houd je aan de geest van de liefde! Uit liefde komt wijsheid voort, uit wijsheid liefde. De eeuwige ordening van het leven in God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Mathilde-Eljah is in hoge mate geroerd door Mijn les. Zij zegt daarop tegen Peter: 'Edele broeder, heb jij deze heilige waarheid ook gehoord en begrepen?' Peter zegt: 'Waarom vraag je dat? Ben je misschien bang dat ik iets tegen de wil van de Heer zou willen doen? O, maak je daarover geen zorgen! Ik heb het heilige woord van onze Vader onuitwisbaar in mijn gemoed gegrift en leef nu alleen vanuit dit woord in mij. Het zou mij nu. onmogelijk zijn iets anders te denken en te willen dan enkel en alleen wat de Heer wil. Zou het me nog ergens aan ontbreken, dan zul jij het ontbrekende bij mij aanvullen, en zou er bij jou nog iets ontbreken, dan zal ik voor jou hetzelfde doen. Zouden wij beiden echter nog iets tekort komen, dan zullen we samen onze heilige Vader erom vragen. Hij zal ons uit Zijn onuitputtelijke bron alles geven wat we nodig hebben. Wees daarom onbezorgd, liefste Mathilde, jouw Peter heeft alles goed begrepen.'
Hoofdstuk 105: Slotwoord van de Heer: houd je aan de geest van de liefde! Uit liefde komt wijsheid voort, uit wijsheid liefde. De eeuwige ordening van het leven in God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Er zijn drie dingen die hiervan getuigen: het Woord, het Inzicht en de Wil. Deze drie moeten één worden, zoals Ikzelf één ben als Vader, Zoon en Geest. De Vader is het eeuwige, wezenlijke Woord. De Zoon is de opname van het Woord en daardoor de eeuwige Wijsheid Zelf. De Geest of Wil of Kracht komt dan echter uit beide voort en is eveneens volmaakt één met de Vader en de Zoon, en dat alles is het ene Wezen, dat in Mij voor jullie staat en jullie onderricht.
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Sta op, vrienden! Eenieder doet wat hij kan. Ik weet het beste hoe de zaken er nu voor staan, maar het zal niet lang meer blijven zoals het tot nu toe was. Jullie drieën zal Ik echter de macht geven om volgens de vrije orde, het vrije recht en de juiste redelijkheid te kunnen inwerken op jullie Huis op aarde, zonder afbreuk te doen aan de vrije wil van de op dat moment heersende regent.
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Als voedsel voor mijn hart hebt U, O lieve Vader, haar aan mij geschonken. Zo schenkt U ook alle mensen op aarde spijs en drank. Zij, die vóór het eten van voedsel in hun hart tot U komen, U danken en om Uw bijzondere zegen bidden, worden door het voedsel ook werkelijk gevoed. Zij, die echter menen dat zoiets helemaal niet nodig is, dient het niet tot zegen, noch lichamelijk noch geestelijk. Daarom kan men U nooit genoeg liefhebben en danken voor de overvloed van Uw zegen. Zegen ons daarom nog eenmaal, o heilige Vader!'
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)