17481 resultaten - Pagina 59 van 1166
... 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 ...
[1] Ik zei: 'Nu begint Mijn geest toch eindelijk actief in jullie te worden! Want als jullie een beter geheugen zouden hebben, zouden jullie je ook herinneren dat Ik jullie dit beeld naderhand bij een goede gelegenheid zodanig heb uitgelegd, dat jullie bij het verbreiden van Mijn leer niet zo zullen handelen als de onverstandige zaaier, die de tarwe ook op straten, stenen en struikgewas zaaide, maar als de verstandige zaaier, die zijn tarwe in goede aarde zaaide. Kijk, Ik heb jullie al eens gezegd dat jullie de hele wereld in moeten gaan en Mijn evangelie moeten verkondigen aan alle creatuur! Zeg Mij, Simon Juda, hoe heb je dat eigenlijk begrepen?'Hoofdstuk 213: Over het verkondigen van het evangelie aan alle schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] En toch heb Ik met dat beeld een zeer juiste en waarachtige eis aan jullie gesteld. Want kijk, als jullie Mijn evangelie aan de juiste mensen verkondigen, zullen die daardoor in alle dingen wijs en machtig worden door Mijn geest in hen, en dan zullen zij met die kracht van Mij ook de minder geschikte mensen voor Mijn leer winnen!
Hoofdstuk 213: Over het verkondigen van het evangelie aan alle schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik denk, o Heer en Meester, dat er in deze leer die U over de naastenliefde hebt opgesteld -natuurlijk alleen naar het oordeel van mijn wereldse verstand nog heel wat kroms zit, dat door de rechtlijnige maag van ons gemoed niet zo gemakkelijk te verteren valt. Ik weet niet of ik verstandig of onverstandig heb gesproken; maar omdat ik toch geloof dat mijn wereldse verstand wel redelijk is, omdat ik U anders waarschijnlijk nooit als de Heer en Meester herkend zou hebben, ben ik dus ook van mening dat juist die redelijkheid van mijn verstand ook dergelijke kromme dingen herkent.'
Hoofdstuk 215: De juiste toepassing van het gebod van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ze moeten aanvankelijk alleen met de heel eenvoudige melk van Mijn leer worden gevoed; als ze daarna mannelijk en sterk worden, kan men hun wel mannelijker en krachtiger voedsel geven. Let er dus vooral op dat er geen mensen opstaan die enkel geroepen zijn en die tegen het volk zeggen: 'Ook wij behoren tot de uitverkorenen!', om vervolgens het volk te onderwijzen ter wille van aards voordeel; want dan zou de ene blinde de andere leiden!
Hoofdstuk 219: De kenmerken van een valse profeet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Het is genoeg als Mijn leer slechts bij weinigen zuiver wordt gehouden, en daar zal in alle tijden voor gezorgd worden. Maar het janhagel van de wereldse mensen, zal tot het einde toe doorgaan met zich te wentelen en te baden in zijn oude drek en modderpoel, en daarbij geldt weer Mijn gebod aan jullie om Mijn parels niet voor de zwijnen te gooien.'
Hoofdstuk 219: De kenmerken van een valse profeet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Mijn evangelie moet weliswaar over de gehele aarde verbreid worden, maar daarbij leg Ik geen enkele ware leraar en profeet de verplichting op, dat door die leer alle mensen tot het volle licht van de waarheid uit Mij gebracht moeten worden -het is voldoende dat de zuivere leer aan de betere en al meer voleindigde mensen gegeven wordt, evenals het recht om die leer zoveel mogelijk onder andere mensen te verbreiden. Heil degenen die haar aannemen! Maar geen enkele nog zo volmaakte leraar en profeet zal teweegbrengen dat aan doornen druiven en aan distels vijgen zullen groeien.
Hoofdstuk 220: Over het doen van wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik zei: 'Mijn beste Johannes, je hebt volkomen naar waarheid en juist gesproken; op die manier moet Mijn leer ook aan de andere mensen worden overgebracht, en zó zal ze ook blijvend goede vruchten dragen -maar als ze de mensen met teveel wonderen opgedrongen wordt, dan zal ze lijken op een noodrijpe vrucht, die zelden een waar, innerlijk gehalte heeft en in feite niet lang bewaard kan worden.
Hoofdstuk 221: Over het bekeren door wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ja, de mensen nemen de leer gemakkelijk en snel aan; maar als er mettertijd verzoekingen en beproevingen over hen komen, weten ze daar niets tegenover te stellen -dat wil zeggen tegenover de mensen die hen met een andere, valse leer verzoeken -dan alleen de wonderen die ze hebben meegemaakt. Als nu de verzoekers, die valse leraren en profeten zijn, hun valse wonderen doen voor de ogen van zulke noodrijpe christenen, dan hebben deze noodrijpe christenen niets waarmee ze de innerlijke waarheid van Mijn leer kunnen bekrachtigen, vallen dan af en gaan over naar de valse leraren en profeten.
Hoofdstuk 221: Over het bekeren door wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Met eiken en ceders kunnen de winden niet zo'n spelletje spelen. Op eiken en ceders lijken echter die mensen, die door de pure waarheid van Mijn leer tot Mij bekeerd zijn. Tegenover hen kunnen de valse leraren en profeten hun duizendvoudige windspel spelen en dan zullen ze niet buigen, want de kracht van de innerlijke waarheid is machtiger dan alle andere krachten op de hele aarde.
Hoofdstuk 221: Over het bekeren door wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Wie van jullie dat bij het verbreiden van Mijn leer tot grondbeginsel maakt, zal werkelijk lijken op de zaaier die de tarwe alleen in de goede akker zaaide en spoedig daarna een honderdvoudige oogst had; wie dit grondbeginsel van de leer echter niet of minder in acht neemt, zal zijn tarwe ook op wegen en straten, op stenen en rotsen en tussen doornen en distels zaaien, en zal van zijn arbeid en inspanning een slechte oogst verkrijgen.
Hoofdstuk 221: Over het bekeren door wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Wie dat wat Ik nu heb gezegd bij zijn huishoudelijke spaarzaamheid in acht neemt, zal van Mij in alle opzichten geluk en zegen in overvloed krijgen, en dat geluk en die zegen zullen voortaan ook bij zijn huis en zijn gezin blijven. Wie dit levensbeginsel, dat Ik nu onder woorden heb gebracht, niet in acht neemt, zal meemaken dat zijn kinderen en verwanten datgene wat hij zo moeizaam bij elkaar heeft gespaard, maar al te gauw en vaak op de liederlijkste wijze verspillen en dan al snel met allerlei nood en ellende te kampen krijgen. Doe jij dus alles verstandig en wijs overeenkomstig Mijn leer, en denk bij alles goed na over de gevolgen en het uiteindelijke resultaat van jouw handelen!,
Hoofdstuk 225: Over spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Tot nu toe heerste door de wet, die in alle tijden aan de mens is gegeven, nog altijd de oude dood en de zonde, waardoor de dood in de wereld is gekomen; maar na Mijn offer zal het leven heersen door de volle vrijheid van het geloof, door de leer van Hem, die geofferd wordt.
Hoofdstuk 234: De Heer getuigt over Zichzelf en Zijn zending - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik ben een van de eersten die deze leer in de wereld heeft gebracht. Ik ben tot de Mijnen gekomen, maar die hebben Mij niet herkend en hebben Mij niet opgenomen, maar ze vervolgen Mij overal in het hele land -daarom zal Ik Mijn aangezicht ook van hen afwenden en het naar jullie heidenen keren.
Hoofdstuk 234: De Heer getuigt over Zichzelf en Zijn zending - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Stuur nu de Farizeeën en de kooplieden naar Mij toe, en terwijl Ik zal proberen hen tenminste op wat betere wegen te leiden, laat jij je door Mijn leerling Johannes in de diepte van Mijn leer inwijden, opdat je die helemaal leert kennen!'
Hoofdstuk 4: De Farizeeën bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Weldra zag men dan ook de drie Farizeeën en de koopman de tuin inkomen, gevolgd door Mucius, die direct naar Johannes ging om met hem een diepgaand gesprek over Mij en Mijn leer te voeren.
Hoofdstuk 4: De Farizeeën bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)