Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 59 van 215

...  47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72  ...
[8] Dat jullie vanwege jullie ambt de tempel en zijn diensten niet bezoeken, zal heus niet jullie grootste zonde zijn; maar heel vaak hebben jullie de armen die jullie tolhuis moesten passeren, te zwaar belast, en vaak hebben jullie degenen die voor jullie werkten het loon voor hun diensten onthouden. Kijk, dat is waarachtig zonde en wie die begaat, komt niet in de hemel, maar in het gericht en de dood!
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Maar toen stond AGRICOLA op, liep naar de tafel waar de verklede mannen helemaal apart zaten en zei tegen hen: ' Zeg me eens hoe jullie de zwakte van deze ware Messias bevalt! Noemen jullie dat nu ook nog een zwakte, of kunnen jullie misschien hetzelfde doen alleen door jullie wil? Kunnen jullie ook zulke kostbare drinkserviezen scheppen en met kostelijke wijn vullen? Kunnen ook jullie heerlijk brood uit de lucht te voorschijn toveren, en tafels en banken? Jullie tafel en jullie banken en stoelen zijn toch echt wel stevig genoeg, en zij zijn niet gemaakt, maar alleen geschapen door de wil van Degene van wie jullie beweren dat wij Romeinen Hem alleen maar goed gezind zijn omdat wij in zekere zin van Zijn zwakte niets te vrezen zouden hebben. Wat zeggen jullie daar nu dus van?'
Hoofdstuk 209: Het wonder in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Daarna zal hoogstwaarschijnlijk de leer van deze zeer wonderbare mens een tijdlang voortwoekeren; maar uiteindelijk zal ook die het zelfde lot te wachten staan. Want alles wat de sterfelijke mens opricht, vergaat net als hijzelf; alleen dat wat een eeuwig onbekende God geschapen heeft, blijft ook eeuwig hetzelfde, zoals bijvoorbeeld zon, maan, sterren en deze aarde. En nu heb je dus van mijzelf gehoord dat ik persoonlijk nergens in geloof, maar de oude dingen en zaken ter wille van het arme volk overeind houd, omdat anders onder het volk de grootste ongeciviliseerde toestanden zouden uitbreken waardoor alles te gronde zou gaan, omdat nu zelfs ondanks al onze waakzaamheid al zoveel gebeurt wat de mensheid beslist niet tot eer strekt.
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] DE ROMEIN zei: 'Het zal bij alle vragen wel zo met je gaan! Datje niet veel van de hemel afweet heb ik al gezien; misschien vergaat het je op deze aarde beter!
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Wel, wie daarin iets wijs ontdekt van de kant van een God die zeer wijs moet zijn, moet wel uit de tijd van deze zeer geplaagde man stammen! Wij lezen deze geschiedenis met tegenzin en hebben die allang voor apocrief verklaard, want in deze geschiedenis zit net zo weinig waars en wijs als in die van jouw Atlas, die de hele hemel voortdurend op zijn schouders moet dragen, en daarover is ook geen wijs en verstandig antwoord te geven.'
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar jullie priesters dachten er al gauw anders over. Jullie wisten dat het blinde volk altijd een grote angst had voor de buitengewone verschijnselen aan de hemel. Toen dachten jullie: 'Waar heeft het volk die kennis voor nodig? Het volstaat, als alleen wij die bezitten! We zullen zelf de verduisteringen berekenen, het volk dat daarvan niets weet dreigen en het tot grotere offers dwingen, en het zal offeren en geloven dat wij de verduistering van de maan of van de zon verdreven hebben! ' Met nog meer van die restricties van jullie hebben jullie het volk heel gewetenloos het zesde boek van Mozes ontnomen en voor jullie aardse voordeel gebruikt.
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Daaruit kun je wel zien dat ik nergens in geloof, en wel het allerminst in zo'n God die eens de mensen van deze aarde wetten gegeven zou hebben. Als er een God zou bestaan Die alles uit Zichzelf geschapen zou hebben, zou hij door de macht van Zijn wil belangrijke wetten in de natuur hebben vastgelegd, maar dat zo'n wezen ooit een mens bepaalde morele wetten gegeven zou hebben, geloof ik voor mij alleen al daarom niet omdat Hij eens in de oudheid slechts één mens voor alle mensen wetten gegeven zou hebben, terwijl volgens mij toch alle mensen gelijk zijn. Nu ik dus aan je heb laten zien hoe ik ben en wat ik denk, vraag ik je mij geen vragen meer uit onze Schrift te stellen, want ik geloof niet in de echtheid daarvan!'
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] DE ROMEIN zei: 'O, jullie, die pretenderen kinderen van God te zijn, en die door alle wijsheid van de wereld opgeblazen als grote moeraskikkers rondlopen -alsof jullie de hele aarde geschapen hebben! Dat wat voor de hand ligt, begrijpen jullie niet, en toch willen jullie opvoeders en leiders zijn van een volgens jullie Schrift door God uitverkoren volk! Niemand kan iets weggeven wat hij niet heeft, maar alleen dat wat hij heeft! jullie bezitten alleen maar domheid en onwetendheid in alle dingen! Wat kan het arme volk dus van jullie leren? Niets dan jullie onbegrijpelijke domheid! Want heus, ik heb in Rome vaak een al heel oud spreekwoord gehoord: 'Kijk, die man is nog dommer dan een Jood!', en nu merk ik zelf dat het waar is!
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Want Ik ben niet in deze wereld gekomen om alle blinde en kortzichtige mensen te richten, maar Ik ben alleen gekomen om het verlorene te zoeken, de zieken te genezen, het gebogene op te richten en alle gevangenen vrij te maken. Wie Ik help, zal ook voor eeuwig geholpen zijn; wie echter Mijn hulp niet wil aannemen, die zal niemand noch in de hemel noch op deze aarde kunnen helpen.
Hoofdstuk 220: Het zich van de wereld afkeren en het Rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Luister, hoe de mensheid op deze aarde behandeld moet worden, weet alleen Hij die haar geschapen heeft heus het allerbeste! En Hij heeft het zelfs geen dag laten ontbreken aan allerlei aanwijzingen uit de hoogste levenshemelen, om de mensen op de juiste wegen te wijzen waarop zij moeten wandelen om het doel dat God hun gesteld heeft op eenvoudige wijze te bereiken. Als de mensen zich echter door wereldse lekkernijen en haar valse en vergankelijke prikkels steeds opnieuw hebben laten verleiden en steeds opnieuw van God zijn afgevallen en het gouden kalf en de mammon van de wereld hebben aanbeden die zij in hun blinde inbeelding en ijdele fantasie zelf tot iets heel belangrijks hebben verheven, kan God er dan wat aan doen dat de mensen Zijn onderricht en Zijn raadgevingen verwerpen en zich in plaats daarvan wetten maken waardoor zij zich steeds meer van de verderfelijke mammon kunnen toeëigenen?!
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Omdat Ik echter al voor het heil van alle mensen in deze wereld zelfs in het vlees tot jullie gekomen ben, moet Ik jullie toch wel laten weten dat Ik er ben, opdat jullie niet weer kunnen zeggen dat niemand dat tegen jullie gezegd heeft, en dat God de mensen wel geschapen heeft en ze uit vrouwen geboren laat worden, maar Zich dan helemaal niet meer om hen bekommert en hen steeds maar laat versmachten.
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] De waarheid is de zon van de geest, en die moet zuiver en zonder hoffelijkheids wolken alle mensen beschijnen! De beschenen wolk is echter geen zon, en dwaze hoffelijkheid is hetzelfde als een gepolijste leugen, die niemand tot het ware heil van zijn ziel kan brengen. Daarom moet iedereen openlijk de waarheid spreken wil het nut hebben; want met een halve waarheid is niemand gediend! Bij Mij is geen terughoudendheid en geen consideratie, maar alleen liefde en licht! En zou Ik niet zo waarachtig zijn als Ik ben, waar zou dan de hemel zijn en deze aarde, en waar en wat zouden jullie mensen zijn?! Maar Ik ben niet gekomen om de mensen te vleien, maar om hun de waarheid te leren en hun door de waarheid het eeuwige leven te geven. En daar kun je geen terughoudendheid en consideratie gebruiken. -Bedenk dat eerst en zeg dan pas of Ik hard tegen jullie was!'
Hoofdstuk 224: Het weerwoord van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Als je dit nu bedenkt, zal het je toch misschien een beetje duidelijker worden of een eindeloos groot aantal van ware Godskinderen eens voor de gezamenlijke, eeuwige, eindeloze hemel te groot zal worden! Denk je dan, dat voor de eeuwig grote God een aantal dat doorjouw mensenverstand beperkt wordt, voor eeuwig voldoen zou?! Tel slechts de schepselen van deze aarde, denk aan de overal oneindige vruchtbaarheid en voortplantingsmogelijkheid van planten en dieren, en dan kun je daaruit al concluderen dat bij God alles tot in het oneindige doorgaat en niemand kan zeggen dat dit geen nut heeft!
Hoofdstuk 226: Gods wezen en eeuwige scheppingsvreugde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'Dat had je wel uit Mijn uitleg kunnen opmaken. Als God eeuwig is, dan zal Hij ook beslist van eeuwigheid geschapen hebben! Want wat zou Hij anders in de eeuwigheid vóór de tijd van de doorjou veronderstelde schepping van deze wereld, van de zon, de maan en alle sterren gedaan hebben, terwijl Hij toch eeuwig op dezelfde wijze volmaakt was?!
Hoofdstuk 226: Gods wezen en eeuwige scheppingsvreugde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Zo keren de eens naar buitengebrachte gedachten en ideeën van God weer volledig naar en in God terug, maar niet meer puur zoals zij naar buiten gebracht zijn, maar als volledig levende, van zich zelf duidelijk bewuste en zelf handelende wezens, die dan helemaal, als van God onafhankelijk, op zichzelf kunnen bestaan, werken en handelen, -en daarom heb Ik dan ook tegen Mijn leerlingen gezegd: 'Wordt net zo volmaakt als jullie Vader in de hemel volmaakt is!'
Hoofdstuk 226: Gods wezen en eeuwige scheppingsvreugde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72  ...