Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 59 van 373

...  47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72  ...
[11] ZINKA zegt: "Vriend en broeder Zorel! Diep in mijn hart kan ik je geen ongelijk geven, maar ik moet je er wel bij zeggen, dat er nog heel bijzondere zaken zijn waarvan jij je nog helemaal geen voorstelling kunt maken. Pas als je daarachter zult komen, zul je zelf beseffen hoeveel goeds en waarachtigs er in je huidige voornaamste beweringen zit!"
Hoofdstuk 60: Zorels kritiek op moraal en opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] ZINKA zegt: "Niets dan nogmaals vragen om een juist onderricht, daarnaar luisteren en daarnaar handelen. Laat al het andere maar over aan degenen die je een goed hart toedragen en die je kunnen en ook zullen helpen als jij dat doet wat ik je nu heb aangeraden!"
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] ZOREL antwoordt tenslotte: "Wat moet ik dan nog zeggen? De goden mogen weten hoe, maar jij weet toch al alles wat ik vanaf de wieg heb gedaan, waarom moet ik jou dan nog meer vertellen? Ik zou best wat kunnen zeggen, maar waarom zou ik mij nog verder verdedigen? Zoals ik was en voor het grootste deel nog ben, zo gedroeg ik mij ook; want ik kon toch niet anders handelen dan mijn hart mij ingaf! Kunnen leeuwen of tijgers er iets aan doen dat zij wilde dieren zijn? Dat is nu eenmaal hun natuur, en zij zijn toch beslist niet door en door verkeerd, omdat zij zijn zoals zij zijn! Als zij slecht zijn, heeft alleen diegene schuld die hen zo geschapen en gemaakt heeft!
Hoofdstuk 68: Zorels verontschuldigingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] ZOREL zegt: "Je woorden klinken heel vriendelijk, goed en gevoelig en ik ben ervan overtuigd, dat je datgene zegt wat je hart je ingeeft en wat jij voor waar houdt. Het is echter maar de vraag welke leer ik moet aannemen die mij met haar licht dat, wat ik nu als volkomen waar zie, als geheelonwaar zal laten zien! Twee en twee zijn samen vier, dat is een mathematische waarheid waartegen alle hemelen niets in kunnen brengen, en er kan onmogelijk een andere leer zijn die deze eeuwige waarheid zou kunnen logenstraffen! Ik moest al een bijgelovige nar zijn om aan te kunnen nemen dat twee en twee ook zeven zou kunnen zijn, dan zou een geloofsverandering bij mij natuurlijk wel mogelijk zijn, maar naar mijn huidige begrippen is dat helemaal onmogelijk!
Hoofdstuk 60: Zorels kritiek op moraal en opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Johannes begint over deze treffende woorden van Zorel dieper na te denken en vindt dat zij niet ongegrond zijn en hij richt zich stil, in zijn hart, met de vraag tot Mij wat hij nu hierna nog verder met de man moet beginnen, omdat deze hem duidelijk boven het hoofd begint te groeien.
Hoofdstuk 71: Cyrenius' verwondering over Zorels scherpzinnigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar IK zeg tegen Johannes: "Gun hem nu wat tijd, dan zal Ik net als tot nu toe, wel in je hart en op je tong leggen watje verder met hem moet bespreken!" -Dat doet Johannes.
Hoofdstuk 71: Cyrenius' verwondering over Zorels scherpzinnigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Vóór de extatische slaap zou hij echter ook niet met zo'n gerichte scherpzinnigheid gesproken hebben, maar door deze slaap heeft zijn geest een zekere nawerking in zijn ziel achtergelaten en daarom geeft deze nu zo'n scherpe kritiek. Die scherpzinnigheid zou echter al gauw weer verloren gaan als hij hierna weer terug zou vallen in de oude levenssfeer. Deze behandeling maakt hem echter steeds scherper van oordeel, hetgeen Ik ook speciaal terwille van Mijn leerlingen toelaat opdat zij bij deze gelegenheid i.ets kunnen proeven van de grootst denkbare scherpzinnigheid van het menselijke, wereldse verstand, hetgeen zeer heilzaam voor hen is. Want hoewel zij zeer deemoedige mensen zijn en een hart bezitten dat al erg verstandig is, hebben zij toch zo nu en dan wat zelfgenoegzame gedachten, en ten opzichte daarvan is zo'n mens een voortreffelijke steen des aanstoots.
Hoofdstuk 71: Cyrenius' verwondering over Zorels scherpzinnigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Johannes heeft mij reeds in zijn hart gezegd dat zijn wijsheid hier te kort schiet en de andere leerlingen peinzen en peinzen nu wat dat mag betekenen, maar Ik laat hen nog een klein poosje nadenken, opdat zij zichzelf beter leren kennen. Als zij wat dieper in zichzelf hebben gegraven, zal Ik hen wel weer vooruit helpen. Maar hij zal hun nog wel zoveel moeite bezorgen dat zij zich allemaal geweldig achter de oren zullen beginnen te krabben! Daarna zullen zij weer een stap verder kunnen doen. - Nu zal Ik echter Johannes' tong weer losmaken, en dan zal hij opnieuw gaan spreken. Let daarom nu maar goed op.
Hoofdstuk 71: Cyrenius' verwondering over Zorels scherpzinnigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] JOHANNES zegt: "Ja kijk, de wil van de mens is tweevoudig: enerzijds heeft de wil een trek of voertouw van de kennis der waarheid, dat altijd nogal zwak is en een trektouw van de zinnelijke wereld met haar verlokkende eisen, dat door allerlei gewoontes erg sterk en krachtig is geworden. Als de wereld je een aantrekkelijk hapje voorhoudt met de mogelijkheid het zonder veel moeite te bemachtigen, dan begint het sterke touw meteen aan de wils impulsen van het hart te trekken; als er dan tegelijkertijd ook getrokken wordt door het minder sterke touw van de kennis der waarheid, dan heeft dat weinig of geen uitwerking, omdat van oudsher de sterke nog altijd wint van de zwakke.
Hoofdstuk 73: De zucht naar kennis en de zucht naar genot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Want de kinderen van de oerstam van het licht wonen in Jeruzalem, zij verwerpen de waarheid uit God en hechten zich steeds meer aan de nacht, de leugen en hun lichtzinnige werken. Maar de heidenen trekken door de wereld en zoeken de waarheid en als zij deze gevonden hebben, verheugen zij zich zeer en prijzen de gever van het licht uitermate en waarachtig in hun hart en door hun daden.
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Binnen enige ogenblikken is ZOREL weer bij ons en zegt tegen Cyrenius: 'Geëerde heer! Niet meer onze waardeloze goden, maar de ene, ware en eeuwig levende God lone het u! U heeft nu een naakt, arm mens bekleed en dat is een edel werk, dat ik helemaal niet waard ben! Maar als er een waarachtig, almachtig en wijs God is wiens kinderen, of op z'n minst wiens werken wij allen zijn, Die ons ook met weldaden overlaadt die wij niet waard zijn, en waarvoor wij Hem ook alleen maar kunnen danken en verder niets, zo sta ik nu ook voor u, geëerde heer en gebieder: "uit het diepst van mijn hart kan ik u slechts danken en verder niets doen! Als u mij echter als één van uw minste dienaars wilt aannemen, dan schenk ik u daarvoor mijn akker!"
Hoofdstuk 75: Cyrenius ontfermt zich over Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Als de geest in je ontwaakt, zul je zijn stem waarnemen als heldere gedachten in je hart. Daar moet je goed naar luisteren en je in je gehele levenssfeer naar richten, dan zul je daardoor je eigen geest een steeds groter werkgebied verschaffen; zo zal de geest in je groeien tot de grootte van een man en je gehele ziel doordringen en daardoor je gehele materiële wezen.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] JOHANNES zegt: "Zo is het goed; de ware liefde tot God de Heer moet steeds voorafgegaan worden door de deemoed van het hart! Als dat niet het geval is, komt de liefde nooit of te nimmer waarachtig en levend te voorschijn. behoud nog even die.echte rouwmoedigheid voor Hem in je hart! Maar als Hij je roept, aarzel dan met langer om zo snel mogelijk naar Hem toe te gaan!"
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Toen hij bij Mij was, zei IK: "Vriend, de weg die tot het leven van de geest voert is doornig en smal! Dat betekent zo ongeveer: "Al het bittere, erge en onaangename wat je in dit leven van de kant van de mensen ondervindt, moet je met alle geduld en zachtmoedigheid bestrijden, en wie je kwaad doet, zul je niet hetzelfde terug doen maar het tegendeel, dan zul je gloeiende kolen op zijn hoofd stapelen! Wie je slaat, moet je niet met gelijke munt terugbetalen, incasseer liever nóg een klap van hem, om vrede en eenheid tussen jullie te bewaren; want slechts vrede is bevorderlijk voor de groei van hart en ziel in de geest.
Hoofdstuk 78: De weg naar het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Geef graag en geef rijkelijk, want zoals je geeft zo zul je ook weer ontvangen! Wie een hardvochtig hart heeft, kan door Mijn genadelicht niet doordrongen worden en in hem zal de duisternis wonen en de dood met al zijn verschrikking!
Hoofdstuk 79: Over armoede en naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72  ...