Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 581 van 1112

...  569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594  ...
[12] Wanneer het dan zijn sterke Vader in het oog krijgt, verheugt het zich, loopt in alle liefde op hem toe, liefkoost de sterke Vader en vraagt om brood; en waar zijn de vader en de moeder die dan hun lieveling van zich af zouden kunnen stoten?!
Hoofdstuk 75: De oorzaak van de vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Wanneer het kind echter weerspannig is, dan weet zijn vader het te straffen, zodat het volgzamer zal worden; maar wanneer het kind zich nooit geheel zou laten wekken, zal dan zijn vader niet elk middel beproeven om het weer tot leven te wekken?!
Hoofdstuk 75: De oorzaak van de vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En heeft dat kind weer zijn ogen geopend en de bezorgde vader toegelachen, zal zijn vader zich dan over hem niet meer verheugen dan over honderd die wakker zijn?!
Hoofdstuk 75: De oorzaak van de vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Maar nu gebeurde het dat hij door zijn gehuppel viel en zijn rechterknie een weinig bezeerde en meteen niet meer kon huppelen. En onmiddellijk was hij bedroefd; want hij zag dat voor een straf aan en wendde zich direct tot Mij en zei in zijn hart:
Hoofdstuk 76: De vreugde van de stamvaderen over de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Nu merkten de overigen, dat er iets bijzonders met Seth gebeurd was en op Henoch na verwonderden allen zich over de plotselinge rust van Seth en zijn innig blijde stemming.
Hoofdstuk 76: De vreugde van de stamvaderen over de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Nu wendde Adam zich tot de kinderen, dankte Mij, zegende hen allemaal, zegende de kinderen van de middag en zegende de omgeving en zei toen:
Hoofdstuk 76: De vreugde van de stamvaderen over de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En meteen stelden zij zich op zoals Adam verlangde en gingen op reis naar de kinderen die in de avond woonden.
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zoals de zeven kegels in één front naast elkaar staan, zo - stel je dat voor! - staan er achter iedere kegel nog tien, in steeds afnemende afmetingen en met verschillende kleuren. Uit de top van iedere kegel ontspringt een fontein van zuiver water. Voor het hoofdfront op een afstand van ongeveer honderd klafter* (* 1 klafter = 1,90 mtr), loopt een rechte weg, die zo'n duizend voet hoger dan de voet van de kegels over een kaarsrechte bergrug loopt waarvan de noordzijde begroeid is met de mooiste palmen, populieren en platanen; maar aan de zuidzijde is er buiten de genoemde groepen stenen kegels met hun als sterke winden ruisende watervallen, niets anders te zien dan een kale, hier en daar met kort gras en mos begroeide steenachtige bodem.
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Toen nu de vaderen bij deze weg aankwamen en geleidelijk aan tot bij de middelste kegel liepen, liet Adam de tocht enige tijd onderbreken om zich een weinig aan het indrukwekkende natuurtafereel te kunnen wijden.
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En meteen gingen alle kinderen zitten en verlustigden zich in het machtige gebeuren van de luid razende dode natuur.
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Na een korte pauze, waarin er veel over Mij werd nagedacht, wendde Adam zich tot Asmahaël en vroeg hem: "Asmahaël, vertel ons eens wat je van dit schouwspel vindt en hoe dit je bevalt!"
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Toen Adam dergelijke deemoedige bescheidenheid had vernomen, verheugde hij zich daarover en zei, zich tot de overigen wendend:
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "O, als het toch mogelijk zou zijn om die arme, arme gedode broeders te redden, o waarlijk, dan zou ik als nietige vlieg een machtige gier willen worden en in snelle vlucht omlaag de diepten in willen schieten om daar alle arme, dode broeders die verstoken zijn van licht en leven op te nemen en hen allen snel, nog sneller dan een gedachte kan gaan, hierheen te dragen. Zij zullen zich dan met mij verbazen als ze zien hoe direct en verheven op de heilige hoogten de machtige kinderen des Heren al die wonderbaarlijke dingen aan de zwakke en dode mens heel wijs leren en onthullen, en hen in machtige uit heilige woorden opgebouwde vormen de woonstee van het leven in de mens tonen - en, machtiger nog dan alles, de machtigste, allerheiligste Schepper van werelden en zonnen als Vader der mensen!
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] O vaderen der vaderen der aarde, ook al aanschouwt dikwijls het oog bij het verwonderd kijken in de eindeloze ruimten van de schitterende schepping nimmer het nietige stofje, maar wanneer dit zo nietige stofje, door de wind gedragen, eenmaal in het oog van de kijker is gevallen, begint de grote in het smartelijke oog te wrijven en probeert zich te ontdoen van hetgeen hem hinderend en brandend het zien belemmert! En dan roept niet zelden de ene broeder tegen de andere:
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Zo is het ook bij dit tafereel. Het is niet om wat het laat zien, zodat wij door de innerlijke overeenkomst van de geest de zeven geesten of de zeven machten van God daarin herkennen en dat ieder van hen geheel gevuld is met het levende water van de genade, dat voortdurend over het magere aardrijk van onze ziel neerregent en desondanks niet veel meer vruchten oplevert dan het voortdurend bewaterde aardrijk om de voeten van deze stenen kegels, - noch omdat de erachter staande tien kegels de heilige plichten van de liefde voorstellen, die steeds hetzelfde zijn omdat de zeven geesten eigenlijk slechts één geest zijn, hetgeen wordt bevestigd door dezelfde hoogte, dezelfde kleur, dezelfde vorm, dezelfde massa, dezelfde richting, hetzelfde water en hetzelfde harmonische ruisen, - maar alleen de kennis en het begrijpen daarvan in onszelf is verheven en waardig! Aan het tafereel is weinig gelegen!
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594  ...