Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 582 van 1037

...  570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595  ...
[28] Maar ik voeg hier tenslotte nog slechts één verzoek aan toe, namelijk dat jullie nog een keer met mij naar het altaar gaan en mij daar helpen met het scherp beoordelen en evenzo leren kennen van de op jullie wachtende vreemdeling. Want zie, zijn woorden zijn zo geweldig en zo uitzonderlijk doordringend, dat ik geheel op het punt sta hem voor Jehova Zelf te houden!
Hoofdstuk 175: Sethlahem en de zeven morrende mannen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[32] En Abedam zei tegen hen: "Sta op en ga terug naar je vorige plaats en tracht Mij in jullie harten te erkennen! Want dit inzicht is voor jullie slechts een gericht des doods; maar wanneer je in de liefde van je hart Mij zult hebben erkend, dan pas zal het erkennen van Mij jullie tot leven strekken!
Hoofdstuk 176: De vrijpostigheid en verootmoediging van Kisehel met de scherpe tong - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen de zeven dat van Abedam hadden vernomen, dankten zij Hem vol berouwen overgave aan Zijn wil en gingen daarna naar de hun aangewezen plaats.
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Toen zij die na korte tijd bereikten, kwamen hun vrouwen en kinderen naar hen toe, dat wil zeggen hun zonen, die geen jongelingen meer waren, maar eveneens grijsaards van enige honderden jaren oud, met hun moeders.
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Ik zeg je, daar bij het altaar naast Henoch is de Ene! Keer in in je hart, ja keer in tot God Jehova Zebaoth en zoek de heilige Vader in de liefde van je hart! En ga aldus voorbereid vol eerbied naar het altaar toe en daar zul je vinden - luister! -, dat wat je zoekt!
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En nadat alle kinderen en vrouwen dat hadden gehoord, keerden zij naar hun vorige plaats terug en durfden vanwege uitzonderlijk diepe eerbied niet naar de heerlijk stralende grot te kijken, maar allen wierpen zich op de grond en loofden en prezen Gods grote goedheid, macht en heerlijkheid. En hun harten vulden zich hoe langer hoe meer met liefde tot Jehova.
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zie, ik zou wel uit elkaar kunnen barsten van liefde! Ik word onweerstaanbaar naar het altaar getrokken! Waarlijk, als ik niet zo onbesuisd diep was gevallen, zou geen vuur mij uit de buurt kunnen houden! Midden door hemelhoog oplaaiende vlammen zou ik door willen dringen tot Hem, ach tot Hem, tot Hem!
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Maar mijn schuld, mijn grote schuld voor Hem, de Allerheiligste, houdt mijn voeten als verlamd! Mijn ziel beeft en daar waar ik sta, wankelt de aarde en ik kan nog niet naar Hem toe, naar Hem!
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] O Vader, Gij heilige Vader! U kwam naar ons toe, naar ons onwaardige zondaars, niet naar kinderen, hoewel wij ons dikwijls genoeg al zondigend Uw kinderen noemden!
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] En Abedam zei tegen Henoch: "Zie, zoals hij heeft nog niemand Mij gevonden! Hij heeft weliswaar in zijn blindheid gezondigd; maar toen hij Mij herkend had, is hij groter geworden dan allen die hier zijn! Want zie, hij houdt zich voor de allergeringste en meest onwaardige! Laat ons daar om naar hem en zijn broeders toe gaan en hen ophelpen! Waarlijk, Kisehel heeft heden voor Mij het heerlijkste offervuur ontstoken; want hij heeft zichzelf geheel door het vuur van zijn liefde laten verteren omdat hij een en al liefde wilde worden! En Ik zeg je: hij is het geworden!
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Daarom gaan wij naar hem toe en richten hem op! Wat je daar zult zien en horen, is nog nooit bij jullie opgekomen. Laat ons daarom gaan! Amen."
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En dus gingen zij naar de plaats waar de zeven voorover lagen. Al heel spoedig daar aangekomen, wachtten zij volgens de wil van Abedam enige tijd en luisterden naar Kisehel, die daar op de grond liggend, al biddend het volgende zelfgesprek voerde:
Hoofdstuk 178: Kisehels gebed van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Ja, ja, edel worteltje, mijn zondig hete tranen van berouw hebben niets zegenends in zich; want zij vloeien uit de zee van mijn misdaden, waardoor zij je wel dodelijk kunnen verstikken! En daarom wil ik dan ook op het zand, op het dorre, hete zand mijn tranen laten vloeien en niet eerder opstaan tot ik geen traan meer heb of totdat de rechtvaardige, heilige God en Vader een bode naar mij toe mocht sturen, die mij mijn welverdiende straf over zou brengen!
Hoofdstuk 178: Kisehels gebed van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Ja, met een straf van eeuwige verbanning naar de uiterste hoek van de aarde zal ik er beter aan toe zijn dan hier op deze heilige plek, waar ik me te onwaardig voel om er te zijn!
Hoofdstuk 178: Kisehels gebed van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze korte vermaning aan de medeaanwezigen wachtte de hoge Abedam nog een korte tijd; daarna ging Hij naar de nog op de grond liggende Kisehel, raakte hem aan en zei het volgende tegen hem:
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595  ...