Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 582 van 728

...  570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595  ...
[15] Mijn vader, wat verstoord door deze zuiver hemelse woorden van mijn goddelijke leraar, nam het geld en wilde het de goede leraar met geweld opdringen. Deze wees het echter beslist van de hand en ging de deur uit om het huis voorgoed te verlaten. Dat was het einde van de geschiedenis met mijn leraar, die ik helaas nooit meer terugzag.
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Als Mathilde daar nu zo goed verzorgd staat, begint ze van dankbaarheid, liefde en zaligheid luid te wenen. Ze is nu al zo mooi als een hemelse bloem en valt voor Mij op haar knieën en zegt snikkend: 'O heiligste Vader, mijn trage tong kan nimmer uitspreken wat ik nu in mijn hart voor U voel. Uw liefde en Uw genade zijn eindeloos groot! Voorzover echter dit mij opnieuw gegeven en door Uw genade opnieuw gewekte leven mij dat laat voelen, ervaar ik V als de heilige, eeuwige, zuiverste liefde, o lieve Vader! Uw heiligste naam Jezus worde geheiligd, eeuwig, eeuwig, eeuwig!' Bij deze woorden overweldigt haar liefde tot Mij haar zo sterk, dat ze met haar gezicht helemaal op de grond neerzinkt.
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Mathilde zegt: 'Edele vriend, u lijkt veel medelijden met mij te hebben. Ik heb beslist geen reden meer mij hier in deze geestenwereld, waar van de daken verkondigd wordt hoe iemand op aarde in het vlees heeft geleefd, in een of ander opzicht beter voor te doen dan ik ben. Het is waar/dat mijn geest er een was en is, die werkelijk niet tot de slechtste behoort, maar aan deze geest werd helaas een te weelderige vleesmassa gegeven, die naarmate deze zich ontwikkelde, ook steeds zinnelijker werd! Mijn stand veroorloofde mij niet mijn lichaam te bevredigen op de natuurlijke manier, waarop meisjes van lichte zeden dat plegen te doen. Ik had ten dele door de verderfelijke omgang met meisjes van mijn stand en ten dele door mijn zeer zinnelijk geworden natuur een manier gevonden om mij kunstmatig te bevredigen. Dat schaadde mij echter zodanig, dat ik in korte tijd de zogenaamde bleekzucht kreeg. De ene dokter na de andere werd erbij gehaald en geconsulteerd. Het regende recepten en medicijnen, waardoor mijn natuur nog opgewondener werd dan ze al was, zodat ik mezelf steeds vaker kunstmatig moest bevredigen om niet wanhopig te worden.
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[20] Na deze woorden wendt de officier zich weer tot Mathilde en zegt hardop: 'Ik heb over jouw verzoek nagedacht en ben die bewuste man werkelijk op het spoor gekomen. We zullen hem zeker vinden, alleen moet je het. nodige geduld opbrengen en alles wat ook maar enigszins op hartstocht lijkt, uit jezelf bannen. Alle liefde moet je echter op de Heer richten en Peter laten voor wat hij is. Dan zal de Heer ervoor zorgen, dat je gelukkig wordt, want bij God zijn alle dingen mogelijk! Je hebt eens God gevreesd en dat was goed want vrees voor God is de eerste trede naar de wijsheid. Nu moet je echter God boven alles liefhebben en dat zal je voor eeuwig de hoogste zaligheid en een hemelse schoonheid geven!'
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] U zult wel begrijpen, dat wij het meisje onder deze omstandigheden niet langer onder uw leiding kunnen laten, maar het aan iemand anders moeten toevertrouwen. Verlaat daarom vandaag nog ons huis en onrvang hierbij de vergoeding voor de aan ons kind bestede moeite, welke niet aan onze verwachtingen beantwoorde. Probeert u echter ons kind niet meer te benaderen, want zo'n brutaliteit zou u duur komen te staan! Hier is uw geld, God zegene u!'
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Mijn leraar, een man van in de veertig, was voor mij echter dermate onontbeerlijk geworden, dat ik mij het leven zonder hem onmogelijk meer kon voorstellen, hoewel ik toen pas veertien jaar oud was. Voor de wereld deugde ik weliswaar helemaal niet, hetgeen mijn ouders me van dag tot dag meer duidelijk begonnen te maken, maar dat liet mij onverschillig, want ieder woord uit de mooie mond van mijn innig geliefde leraar vergoedde mij duizendvoudig elk ijdel verlies van de wereld.
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Bovendien zijn wij nog achter een ander geheim gekomen, dat ons aanvankelijk weliswaar onmogelijk leek, omdat u een man van ruim veertig jaar bent en onze dochter een meisje van nog maar veertien jaar en drie maanden is, en daarbij mooi en bekoorlijk als een engel; voortdurende observatie hebben het raadsel echter in een volkomen helder licht geplaatst, namelijk dat het arme meisje, dat u het hoofd op hol hebt gebracht, meer verliefd is op u dan u op haar. U bent uit rijpe ervaring in staat uw liefde te verbergen, maar dat verontschuldigt u niet voor ons, want u moet het kind het hoofdje helemaal op hol hebben gebracht, zodat het alleen nog maar naar u verlangt en de wereld zonder u voor haar van generlei waarde wordt.
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Er komt echter nog een vierde oudje naar de officier toe. Ze zegt: 'Monsieur, je vous prie!' - De officier zegt: 'Alleen Duits, en geen woord Frans meer! We zijn in Wenen en niet in Parijs!'
Hoofdstuk 90: Nog enkele levensgeschiedenissen. Het geduld van de officier wordt wederom op de proef gesteld. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De officier zegt: 'Ja, beste vriend, zo is het! Men ziet het weliswaar niet aan Hem af, maar toch is Hij het! Kom nu maar samen met de anderen met mij mee naar Hem toe. Ik zal jullie allen naar Hem toe brengen, dan zal Hij jullie Zelf het beste kunnen beleren en jullie zo snel mogelijk naar jullie bestemming leiden. laat Hem echter niet lang wachten, anders zou Hij Zijn geduld kunnen verliezen en dat zou dan voor ons werkelijk niet zo prettig meer zijn. Begrijp dat goed, beste vrienden!'
Hoofdstuk 89: Vragen en wensen van het volk. Het geduld van de officier wordt op de proef gesteld. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Kijk, daar staan de Stefanustoren, de dom en de huizen allemaal nog precies zo voor ons als we ze op aarde al duizend keer hebben gezien, en wij zijn ten opzichte van deze gebouwen even groot als op aarde het geval was. Zo zie ik ook bij jullie het heel normale postuur, zoals jullie die op aarde hadden. Kort en bondig, we zijn hier wat onze gestalte betreft eerder groter dan kleiner geworden. Het grootste bewijs schuilt echter daarin, dat daarginds God de Heer Zelf, wiens gestalte zeker geen bedrog is, even groot is als wij. Maar let nu op, want nu gaan we een beetje rekenen!
Hoofdstuk 88: De officier als heilsverkondiger. Hij neemt hun twijfels weg en leidt hen tot de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Met wijdopen armen zeg Ik echter tegen hem: 'Mijn zoon, jij blijft hier! Je hebt niet voor niets zo'n liefde, die Mij aan jouw hart heeft gedrukt, voor Mij gevoeld. Ik ben immers jouw waarachtige Vader in alle eeuwigheid. De blinddoek die jouw ogen belette om Mij meteen te herkennen, zij voor eeuwig van je weggenomen! Nu verheugt de Vader zich dat Hij zo'n lieve zoon aan Zijn hart kan drukken! De zoon moet vrij zijn, anders verdraagt hij de almacht van de Vader niet. Jij bent nu vrij geworden, kom daarom hier aan het langverwachte hart van je eeuwige, almachtige, enig ware Vader!'
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Toen ik echter in deze wereld kwam, heeft iemand meteen tegen mij gezegd: 'Pas op jij! Je bent gestorven op aarde, waar je tot nu toe in elk opzicht tamelijk slecht hebt geleefd. Besef, dat je nu voor alle eeuwigheid een arme ziel bent, vol zonden, groot en klein! Wat moet je nu beginnen?' Na deze verschrikkelijke vraag ben ik in zwijm gevallen, maar na een poosje ben ik weer tot bewustzijn gekomen. De persoon die mij deze boodschap had gegeven, was verdwenen en ik bevond me weer op aarde en wel in Wenen, zoals nu. Alleen vond ik het gek dat ik mijn woonwijk en mijn werkgever tot op heden nog niet heb kunnen ontdekken. Ik weet nog steeds niet waar ik aan toe ben. Ik weet dat ik in de geestenwereld ben, en toch weet ik het weer niet, want steeds komen veel dingen me vreemd voor; andere dingen zijn daarentegen weer heel natuurlijk. Maar beste meneer de officier, nu komt het pas!'
Hoofdstuk 90: Nog enkele levensgeschiedenissen. Het geduld van de officier wordt wederom op de proef gesteld. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] De vrouw zegt: 'Ziet u, ik ben op aarde op mijn zevenentwintigste levensjaar gestorven en wel in het kraambed, maar ik was niet getrouwd, ik was alleen maar kookster en kamermeisje bij een oude weduwnaar. En' s nachts moest ik de weduwnaar ook tot vrouw dienen. Ik had echter ook een andere, jonge minnaar en heb met hem gedaan wat hij graag wilde. Daarna ben ik zwanger geworden en heb toen de schuld op de oude man geschoven, opdat hij met mij zou trouwen. De oude sukkel geloofde het ook nog, maar Onze-lieve-Heer heeft een geweldige streep door de rekening gehaald. Ik ben in het kraambed gestorven en de oude man heeft naderhand vast een ander genomen.
Hoofdstuk 90: Nog enkele levensgeschiedenissen. Het geduld van de officier wordt wederom op de proef gesteld. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] De officier zegt: 'Hou alsjeblieft op met dat 'heer'! God alleen is de Heer; wij zijn allemaal broeders en zusters. O Heer, hoe ontzettend dom zijn Uw mensen toch geworden! Het gebed, de zalige verheffing van ons hart tot U, heilige Vader, houden ze voor een soort boetedoening, een drukkend kruis! O, dat is toch al te gek! Maar helaas, hun in hoge mate zinloze manier van bidden, waardoor de geest slechts gedood wordt, is in wezen ook niets anders. Die lieden oordelen tenminste heel juist over hun manier van bidden en daarom moet men geduld met hen hebben, maar men moet hen wel een beetje wakker schudden, anders zakken zij steeds verder weg in hun domheid. Heer, heb geduld met de domheid van de armen! Slecht zijn ze bepaald niet, maar wel dom als een ezel! Dat mag echter niets uitmaken, want ze laten zich immers beleren. Alleen moet men hen vaak tegen wil en dank een wat flinkere duw geven; dan laten ze hun domheid eerder varen. Misschien komen er nog zo'n paar oude vrouwen hierheen?'
Hoofdstuk 89: Vragen en wensen van het volk. Het geduld van de officier wordt op de proef gesteld. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] luitjes, denk eens een beetje na, dan moet jullie de grote ongerijmdheid daarom toch opvallen! Als zoiets mogelijk moet zijn, dan zouden de mensen ineen moeten schrompelen tot de grootte van infusiediertjes om met z'n allen in het dal van Josafat te kunnen staan. De engelen Gods zou dan moeten worden aangeraden zich te voorzien van de beste hemelse microscopen om na het uitspreken van het oordeel de goeden van de bozen te scheiden. Dat zou werkelijk een bijzonder moeilijk karwei zijn voor de goede, lieve engelen van God! Zou echter de hele aarde worden veranderd in het dal van Josafat, dan zouden ze niet allemaal tegelijk de strenge rechter kunnen zien en het verschrikkelijke oordeel ook niet tegelijkertijd kunnen vernemen. De Heer zou het oordeel dan elke seconde minstens één keer moeten uitspreken met een enorm sterke stem, want de aarde verdraait per seconde ongeveer vijf Duitse mijlen. Als men de hele zaak op het materiële vlak wil uitleggen, is er een aardige donderstem voor nodig om op tenminste drie mijlen afstand te worden gehoord.
Hoofdstuk 88: De officier als heilsverkondiger. Hij neemt hun twijfels weg en leidt hen tot de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595  ...