Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 583 van 1490

...  571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596  ...
[15] Uit die lichten zal de zon van het leven zich ontwikkelen, dus het nieuwe, volmaakte Jeruzalem, en in die zon zal Ik op deze aarde wederkomen. En nu is het meer dan genoeg geweest over wat er later zal gebeuren!'
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Ik zei: 'Ja, ja, daarmee hebben jullie nu de waarheid gesproken! En Ik zeg jullie: waarlijk, waarlijk, deze zichtbare hemel en deze aarde zullen na het juiste tijdsverloop ook vergaan; maar de woorden die Ik tot jullie heb gesproken zullen niet vergaan!'
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Na deze woorden van Mij zeiden de waard en de Farizeeër: 'Heer en Meester, waarom zei U dat niet ook tegen ons?'
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'jullie weten toch al wat je te doen staat! Wie de goede wil heeft, heeft ook het werk al voor zich. Als jullie voor de armen goede huisvaders zijn, dan doen jullie al evenveel als wanneer jullie alles hadden weggegeven, en Mijn zegen voor jullie zal niet achterwege blijven. Denk vooral aan de arme weduwen en wezen, dan zal Ik aan jullie denken en jullie niet als wezen op deze aarde achterlaten, maar voortaan in de geest bij jullie blijven! Maar ga nu eens kijken, waard, hoe het met het middagmaal staat!'
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar Ik zei: 'Laat dat maar - deze schalen, die nog sinds het ochtendmaal op tafel staan, zijn nog niet zo onrein geworden dat men daar het middageten niet uit zou kunnen eten; wat voor Mij rein is, moet ook voor jullie rein zijn!'
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'Maak je daar maar geen zorgen om; want ze hebben een sterke maag en kunnen veel verdragen, als het er maar niet naar uitziet dat ze. tekort komen! Als deze twee hier, die Ik nu al tot de Mijnen reken, verstandig zijn, kan het hun lukken om ook de anderen aan hun kant te krijgen.
Hoofdstuk 96: Het vertrek naar Kana De Heer in Kana - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Aan dit meisje, dat tevens heel mooi was om te zien viel tien jaar later nog een ongewoon aards geluk ten deel. Want de vrouw van de bekende Kado in Jericho was gestorven; hij kwam in deze streek, leerde haar kennen en nam haar uit liefde voor Mij tot zijn tweede vrouw. En zo heeft Mijn genade, als die iemand ten deel valt, ook in aards opzicht steeds goede gevolgen.
Hoofdstuk 96: Het vertrek naar Kana De Heer in Kana - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar Ik zei tegen hem: 'Omdat er met en bij jullie allen, die hier wonen, geen nood is geweest, ben Ik ook niet in deze streek gekomen; maar nu is er bij jullie sprake van een klein beetje nood en Ik ben dus op het juiste moment gekomen om jullie allemaal te helpen.'
Hoofdstuk 97: In de herberg te Kana (26.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] De waard zei tegen hem (NOTA BENE: Ik zal dit aan jullie Nieuw Salemieten iets uitvoeriger meedelen): 'Vriend, je bent een leerling van de Heer en bent van beroep, voorzover ik je van je steeds uiterst slechte aardewerkproducten maar al te goed ken, niets anders dan een pottenbakker! Maar hoe jij in het gezelschap van deze Heer en Meester terecht bent gekomen, dus zo goed als in het meest volmaakte gezelschap van God de Heer, daarop zou ook de aartsengel Michaël ons zelfs het antwoord schuldig blijven!'
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] De schriftgeleerde werd heel boos over die opmerking en zei: 'Luister! Ten eerste hebben wij datgene wat wij het onze mochten noemen allang helemaal in orde, en wij zien nu absoluut niet in waarom wij jullie hadden moeten helpen met het zoeken en op orde brengen van jullie eigendommen, aangezien jullie ook nog nooit op het idee gekomen zijn om ons ergens mee te helpen. En ten tweede hebben wij bij deze gelegenheid bovendien een heel andere schat ontdekt en gevonden, die ons nu eindeloos veelliever is dan al jullie bij elkaar geschraapte goud en zilver; maar jullie zullen waarschijnlijk wel nooit bezitters van die schat worden. En ten derde hebben wij hier een echte levenswijn te drinken gekregen, zoals jullie verlekkerde kelen waarschijnlijk nooit te proeven zullen krijgen! En zo zijn wij nu beiden in alle opzichten heel goed voorzien en hoeven jullie daar geen verantwoording over af te leggen. Als jullie mij begrepen hebben, kunnen jullie je gauw weer omdraaien en teruggaan naar waar jullie werkelijk totaal ongenodigd vandaan zijn gekomen!'
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] De vrouw had weliswaar reeds de hele ochtend bij verscheidene huizen navraag gedaan, maar kon nergens iets over Mij te weten komen; ze was zodoende met het meisje op het plein op de uitkijk gaan staan, maar natuurlijk zonder resultaat. De waard trof de vrouwechter samen met het meisje, nam hen allebei op in zijn huis en verzorgde hen uitstekend. Het meisje diende hem in het dorp tot een afdoende bewijs van wat Ik in het dorp had bewerkstelligd; want van de tien gereinigde melaatsen was er allang, zoals men zegt, geen spoor meer te bekennen, en de genezen opperknecht van de waard kon als genezen jichtlijder tegenover de werelds ingestelde mensen ook niet gelden als een bijzonder bewijs van Mijn kracht om wonderen te doen, omdat er toch gevallen waren geweest waarbij dergelijke jichtlijders tenslotte ook genezen waren door goede geneesmiddelen, waaraan destijds minder gebrek was dan -NOTA BENE - in deze tijd.
Hoofdstuk 96: Het vertrek naar Kana De Heer in Kana - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Judas Iskariot zei: 'Ja, vriend, je hebt gelijk dat je zulke woorden tot mij richt! Ik ben weliswaar pottenbakker, maar echt niet onervaren in de Schrift! Mozes en de profeten ken ik dankzij een schriftgeleerde op m'n duimpje, en ik weet heel goed in wiens gezelschap ik mij bevind. Ik reis echt niet mee om iets werelds te verdienen -wat bij de heersende wereldse omstandigheden toch iedereen toegestaan zou moeten zijn -maar alleen om te zien of de profeet Jesaja in zijn voorspellingen geen onwaarheid heeft gesproken en geschreven! Want hoewel ik wat mijn vak betreft pottenbakker ben, ben ik ook een kenner van de Schrift en ik heb op grond van mijn steeds meer stille waarnemingen aan deze ware Godmens alles volkomen waar bevestigd gezien, wat de genoemde profeet en ook de andere profeten van Hem hebben voorspeld.
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] En nu wend ik mij tot Uzelf, o Heer en Meester, en ik vraag U mij genadig terecht te willen wijzen, als ik in de loop van deze woorden iets onterechts heb gezegd!'
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Heel vriendelijk zei Ik tegen de waard: 'Hoe zou je nu iets onterechts en derhalve onrechtvaardigs hebben kunnen zeggen, aangezien Ik jou de woorden in je mond en je hart heb gelegd? Je hebt deze leerling nu geheel in Mijn geest en in Mijn naam onverbloemd en recht in zijn gezicht de volle waarheid gezegd; heil hem, als hij die voor zijn leven ter harte wil nemen!
Hoofdstuk 99: De Heer over Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Deze zei (Judas Iskariot): 'Heer en Meester, U hebt nu in duidelijke beelden gesproken, wij hebben die ook begrepen, en iedereen weet nu nog overtuigender dan eerst wat hij moet doen om tot het rijk Gods in zichzelf te komen; maar desondanks is het toch geen gemakkelijk werk om datgene in zichzelf tot levende kracht te bewegen, wat in de mens nog even onbeweeglijk rust en sluimert als de kiem in een zaadkorrel. Die moet eerst in goede aarde gelegd worden en volledig afsterven, opdat de alles tot stand brengende geest in de kiem kan ontwaken en zijn eigen activiteiten kan gaan ontplooien volgens de in hem wonende intelligentie; want uit een zaadkorrel, die droog in een schuur ligt, groeien ondanks het mooiste voorjaar en de mooiste zomer nooit een halm, een aar en rijpe korrels!'
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596  ...