Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 583 van 1112

...  571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596  ...
[5] Adam stond meteen op, riep Henoch en Asmahaël bij zich en vroeg natuurlijk voornamelijk aan Henoch - maar ook Asmahaël had in het gegeven geval de vrijheid te antwoorden -: "Henoch, wat is er met de kinderen aan de hand? Het komt mij voor alsof hun harten volstrekt niet vrij zijn, maar bedrukt en gebonden door allerlei waanzin!
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] O zie, lieve vader Adam, indien je toentertijd reeds door de liefde van de eeuwige, heilige Vader verlevendigd was, zoals nu, dan waren je oordelen zeker heel anders uitgevallen! Maar de naakte gerechtigheid, ook al is zij met alle stralen van de wijsheid omgeven, is drukkend en hard, wanneer op de achtergrond - ook al is hij enigszins verborgen - niet een weldoende zachte liefdesstraal alle zevenmaal tien water omhoog spuitende stenen pieken van de vruchteloze wijsheid omgeeft.
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Zie, juist zoals het uit de hoogte zwaar neervallende water het gras niet doet herleven, maar het slechts vernietigt en doodt, en onder zijn hevige neerslag niets dan harde, schoongespoelde stenen te vinden zijn, zo is het ook met de naakte gerechtigheid, vallend uit de onmetelijke hoogte van de wijsheid. Zij doodt en vernietigt het innerlijke leven. En als het leven eenmaal lijkt op een dode, door het harde gekletter van het water uitgewassen steen, dan zal het zeer moeilijk worden om op zo' n steen het een of andere levende plantje te laten groeien!
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] O vader Adam! Zie, het schuilt daarin dat je door je vroegere veel te bange en daardoor te strenge gerechtigheid, die meer uit vrees dan uit liefde voor en tot de Heer voortkwam, zo'n onderscheid tussen de kinderen gemaakt hebt. Je hebt de een verwezen naar de morgen, waar zij overgelukkig zijn, en je hebt de andere veroordeeld tot de middag, opdat zij zich steeds de mindere zouden voelen ten opzichte van de lievelingen van de morgen. Je hebt deze kinderen tot de avond veroordeeld, omdat zij je voorkwamen als zijnde traag van geest, omdat zij zich 's morgens dikwijls door slaap lieten overmannen, en tenslotte heb je de laatsten heel hard veroordeeld tot de middernacht, omdat zij het in menig gebruik niet met je eens waren.
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Ikzelf ben van mening: als deze steenkinderen en -broeders en -zusters langs de weg van de liefde, die sterker is dan alles, niet weker en losser te maken zijn, dan zal een nog grotere hoeveelheid water van zelfs de wijste gerechtigheid heel weinig meer kunnen uitrichten.
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Laten wij daarom van onze eeuwig heilige, meest liefdevolle Vader Zelf leren hoe Hij al Zijn levende wezens leidt: de vogels in de lucht, groot en klein, zijn niet gekluisterd aan de morgen, noch aan de avond, noch aan de middag en middernacht; de dieren in de wouden zwerven daarin naar alle richtingen; zelfs de vissen in het water en het kruipende gedierte hebben geen muren opgetrokken om hun bewegingen te belemmeren en om tussen te wonen.
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] O vader, maak die nutteloze banden der gerechtigheid en strengheid los en verbind hen met de almachtige band van de heilige liefde, dan zal de wijsheid van de liefde hen tot een vrije wegwijzer worden; en zij allen zullen zichzelf dan heel spoedig, door deze nieuwe stralen verlicht, als kinderen van een en dezelfde heilige Vader herkennen en zullen zich zelfs juichend tegen je vaderhart aanvlijen en je met van grote liefde doorgloeide armen omhelzen en je een lieve vader noemen!
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Henoch dankte Mij echter in stilte in zijn hart voor het woord, dat hij tot Adam gesproken had en was hoogst verbaasd over de terechtwijzing, - hij sprak niet tegen, maar wendde zich dadelijk weer tot Mij en vroeg Mij hem uit te leggen wat uit Seths korte woorden op te maken viel.
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] O heilige Vader, Gij vol van liefde en erbarmen, toon mijn onvoorwaardelijke gehoorzaamheid ten opzichte van Uw heilige wil de oorzaak daarvan aan en hoe de zaak bij Seth weer volledig goedgemaakt zou kunnen worden! Ik, Uw arme, zwakke Henoch, beloof U in mijn U boven alles liefhebbende hart plechtig, dat zelfs niet één haar op mijn hoofd zich zal bewegen zonder Uw heilige wil! Amen."
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Daar Seth echter na deze vermanende woorden Henoch geen aanstalten zag maken om te gaan spreken, begon hij onmiddellijk zichzelf af te vragen wat de reden zou kunnen zijn dat nu alles als het ware verstomd was; maar ook zijn eigen hart bleef stom. En daarom was Seth gedwongen zich weer tot Henoch te wenden en hem te vragen waarom hij niets tegen zijn vroegere protest ingebracht had.
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Vol hoogachting en liefde zei Henoch: "0 waardige vader Seth! Heeft een kind wel het recht zich tegen de vermaning van een vader te verzetten?! Je hebt mij weliswaar het woord van God verweten, dat ik heb moeten uitspreken; maar als je namens de Heer met mij spreekt, kan en mag ik vrijuit tot je spreken en je vragen en antwoorden! Als je echter als vader op de toon van een leraar met mij spreekt, zie, dan is het mijn kinderlijke plicht je onvoorwaardelijk te gehoorzamen, te zwijgen en me in mijn eigen hart onmiddellijk met de liefde van Jehova te verenigen. Kijk vol verwachting, maar zonder vrees naar de spreker die door het dier wordt gedragen; want het is nu de wil van de Heer, dat hij voorlopig tegenover jullie mijn plaats zal innemen! Vraag hem, en hij zal je het meest passende antwoord geven in naam van Degene die hem daartoe heeft geroepen!Amen."
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] O vader Seth, zie, het is de wil van de Heer, dat iedereen voortdurend in zijn eigen hart naar het eeuwige leven van zijn ziel en zijn geest zal streven; maar daarbij moet toch niemand zich laten verleiden en van mening zijn dat men in een paar uur ook reeds alles bereikt heeft!
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Maar heeft iemand zich al iets van de Heer eigen gemaakt, laat hij daarmee dan doen gelijk kinderen, als zij een verborgen schat vinden en die zelfs voor de ogen van hun ouders verbergen uit angst dat hij weer van hen afgenomen zou kunnen worden!
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen Seth die woorden had gehoord, zag hij meteen de bekrompen dwaasheid van zijn handelen volkomen in, werd weer een vrij mens en loofde en prees Mij uitbundig in zijn weer levende hart en verheugde zich zeer over de woorden van Asmahaël, die nu op verzoek van Henoch dadelijk begon te spreken en wel over het stilzwijgen van de kinderen van de avond. Wat hij zei, sprak hij uit Mij door de geest van Abel in bondige en vloeiende woorden, als een beekje dat rustig over kleine kiezelsteentjes en zandbankjes voort ruist en verder borrelt om zich dan lachend uit te laten stromen in de rivier, die haar lieveling met open armen opneemt om het dan op haar brede schouders naar de zee van rust verder te dragen.
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] waarvan elk gebod onontkoombaar een eindeloze menigte van geheel nieuwe geboden tot zich moet trekken en hen maken tot wat er van de onschuldige kinderen werd!
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596  ...