Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 584 van 728

...  572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597  ...
[11] De eminentie zegt: 'Wie zichzelf verheft, zal vernederd worden! Dat staat ook geschreven! Begrijp je dat, eigenwijze koster?' De koster zegt: '0 ja, ik heb dat voor mezelf uit de praktijk allang begrepen, want bij mij was van een verheffing beslist geen sprake. Als ik echter tegenover u, onchristelijke eminentie, de lof van Christus en Zijn heilig woord verkondig, is dat toch zeker geen verheffing van mezelf. U laat uzelf nog steeds met eminentie aanspreken, hoewel u weet, dat Christus de Heer toch nooit een eminentie heeft aangesteld! Dat is eigenmachtige zelfverheffing en dus een gruwel 'Voor God! Begrijpt u dat?'
Hoofdstuk 81: De koster over christelijke gelijkheid en kerkelijke ongelijkheid. De hoofdcelebrant verdoemt de 'ketter'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Maar dan zullen wij zeggen: 'Wij hebben jullie op aarde genoeg vermaand! Wij stuurden jullie de ene herderlijke brief na de andere, gaven jullie voor kleine offers aflaten in overvloed en spoorden jullie ernstig aan om te biechten en boete te doen! Maar jullie hebben ons alleen maar uitgelachen en deden wat jullie wilden! Hier in de geestenwereld zijn wij echter almachtige heren geworden en we zouden jullie kunnen helpen als we wilden, maar we willen niet, en dus wil God het ook niet. Ga daarom weg van ons in het eeuwige vuur, dat bereid is voor de duivels en al hun ketterse trawanten!' Dan zal de grond zich onder hun voeten openen en de eeuwige afgrond zal hen samen met de duivels verslinden en aan hun namen zal dan voortaan niet meer worden gedacht. Kijk, dat doen wij en dat hebben we dan ook al gedaan met deze vervloekte ketter; hij moet nu maar zien hoe hij ooit aan de hel kan ontkomen!'
Hoofdstuk 81: De koster over christelijke gelijkheid en kerkelijke ongelijkheid. De hoofdcelebrant verdoemt de 'ketter'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Zegt u mij eens, hoeveel aartsbisschoppen en kardinalen waren er dan op aarde tegelijkertijd aan de Stefanusdom te Wenen aangesteld? Hier zijn jullie als hoge geestelijken alleen al met bijna honderd bij elkaar! Wanneer waren er in Wenen zoveel aartsbisschoppen en kardinalen werkelijk tegelijkertijd aangesteld? Van verscheidene tegelijk wordt in de geschiedenis met geen woord gerept, ook niet in die van de roomse kerk en de pausen! Als de eminenties hier nu echter reeds enkele honderden aardjaren bij elkaar hokken als kikkers tijdens hun winterslaap, kan dat toch niet op de natuurlijke wereld plaatsvinden, maar slechts alleen in de geestenwereld.
Hoofdstuk 81: De koster over christelijke gelijkheid en kerkelijke ongelijkheid. De hoofdcelebrant verdoemt de 'ketter'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] De Heer zegt: 'Wees niet slechts hoorders van Mijn leer, maar handel ernaar; dan pas zullen jullie in haar de kracht van Gods Geest leren kennen!' Maar hoe zal zo'n pas ingewijde leerling ooit aan deze kennis komen, als het lezen van de bijbel hem wordt verboden? Hij kan zo niet eens een hoorder, laat staan een uitvoerder van Gods Woord worden. Wanneer hij echter geen gevolg kan geven aan dit dringende verzoek van Christus, zeg dan eens, hoe moet hij dan de machtige geest Gods deelachtig worden?
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Eerlijk gezegd is een vlieg mij liever dan het mooiste beeld, want die leeft en is werkelijk een wonderwerk van goddelijke liefde en wijsheid. Een beeld is echter niets anders dan het werk van de domme mens, die een levende God en het eeuwige leven met dode beelden wil voorstellen. Dat is mijn overtuiging; de heren kunnen met me doen wat ze willen, maar ik zweer dat ik geen oud beeld meer ga zoeken! Ik ga mij tegenover niemand meer belachelijk maken.'
Hoofdstuk 79: Verhelderende woorden van de ketterse koster. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Een van hen merkt zelfs iets belachelijks op: het epistelkussen zou bij het installeren zijn omgedraaid en als iets dergelijks gebeurt, is de mis krachteloos, want de glorierijke moeder legt het Christuskindje op het epistelkussen wanneer het heilige misboek naar het evangeliekussen wordt overgebracht. Wordt het kussen echter omgekeerd, dan neemt zij het Christuskindje weer weg en werkt de mis niet.
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Merkwaardig was het wel, dat ik geen strenge rechter kon uitstaan. Die kantonrechters, die de zondaars te streng veroordeelden, stonden niet in mijn gunst. Wie echter de zondaars zo veroordeelde, dat hij de zondaar wel heel nauwlettend wees op de omvang en de ernst van zijn zonde, maar de berouwvolle in mijn naam genade bewees en de zondaar slechts milde en lichte straffen gaf ter verbetering, had aan mij een trouwe vriend.
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Dan zeg ik als een door u voor gek verklaarde: hier zijn wij allemaal aan elkaar gelijk, ook al heeft de dwaasheid van de wereld ons op de duistere aarde vanwege ons standsverschil behoorlijk gescheiden, wat trouwens volgens de zuivere leer van Jezus eigenlijk nooit had mogen gebeuren. Want Jezus de Heer heeft Zijn leerlingen, toen ze zo dom waren om Hem te vragen wie van hen de eerste was, uitdrukkelijk gezegd: 'Wie van jullie de geringste is en de anderen dient, die is voor Mij de eerste. Slechts één is jullie Heer! Jullie allen zijn echter zonder onderscheid volkomen gelijke broeders! Daaraan zal men jullie als Mijn leerlingen herkennen, dat jullie elkaar liefhebben als volkomen gelijke broeders. Eenieder die zijn medemens als broeder liefheeft en zich niet boven hem verheft, behalve dan alleen in de liefde tot hem, die is Mijn leerling en heeft het rijk Gods al in zich!'
Hoofdstuk 81: De koster over christelijke gelijkheid en kerkelijke ongelijkheid. De hoofdcelebrant verdoemt de 'ketter'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] De bevoegdheid die de Heer Zijn leerlingen ogenschijnlijk heeft gegeven, was en is slechts die van de Heilige Geest Gods in de mens. Wie leeft volgens Gods woord waardoor alles ontstaan is, ontvangt ook Gods geest, want Gods woord is namelijk de Heilige Geest uit de mond van God, die binnenvloeit in de harten van alle mensen die het Godswoord daadwerkelijk in zich opnemen. Eenmaal in het bezit van Gods geest, die mijn hart maakt tot een tempel van de diepste wijsheid uit God, kan ik dan ook tot een zondige broeder die blijk geeft van berouw en verbetering, zeggen: 'Je zonden zijn je vergeven'. Is hij echter hardnekkig en wil hij zijn valsheid en slechtheid niet opgeven, dan kan de van Gods geest vervulde ook zeggen: 'Vriend, omdat je volhardt in het kwaad kan je zonde je niet vergeven worden!' Als men echter gelooft dat men de Heilige Geest ontvangt door bepaalde sacramentele ceremonieën zoals de nietszeggende waterdoop, de toediening van het vormsel en zelfs de zogenaamde priesterwijding, heeft dat niets anders tot gevolg dan de vorming van een onverdraaglijk kastenstelsel, waar de Heilige Geest verder van verwijderd is dan de hemel van de aarde.
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Dat de kerk zich echter tijdens haar godsdienstige ritus van de Latijnse taal bedient, heeft twee heel wijze redenen. Ten eerste is deze beschaafde taal de waardigste waarmee men God kan eren en aanbidden; ten tweede wordt de Latijnse taal gebruikt als bescherming van de bijzonder heilige, krachtige geheimen van Gods woorden tegen het gewone volk, zodat deze niet ontheiligd kunnen worden. Dat zijn de twee kardinale redenen! Een derde reden is de macht van de kerk; dientengevolge kan zij de Latijnse taal ook wettelijk tot een onveranderlijke, algemene rituele taal bestemmen. Ik dacht dat dit uit de Heilige Schrift genoeg bewezen is, hooggeleerde meneer de koster!'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Heeft de grote Paulus dan niet vol vuur geijverd tegen opgesmukte gewaden, evenals tegen iedere waardigheid, die de mensen zich maar al te graag aanmeten? Wanneer heeft Christus, die Zelf zei: 'God is geest en moet daarom in de geest en in waarheid aanbeden worden...', aanbevolen om voor veel geld tempels en gebedshuizen te bouwen, en daardoor duizenden armen te laten verhongeren? Welke apostel heeft het Latijn eigenlijk tot goddelijke taal verheven? Alsof God de Heer, die zeker elke taal verstaat, alleen aan de Latijnse het grootste welgevallen zou hebben! Bewijs mij dat uit de Schrift, dan wil ik jullie geloven! Kunnen jullie dat echter niet, dan zijn jullie antichristenen bij uitstek!'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Is dat dan God dienen, als men voor uit hout gesneden beelden zijn knie buigt om het volk voor te spiegelen dat men daarin zelf gelooft, terwijl men, diep geestelijk beschouwd, geen jota gelooft van al datgene wat men het volk oplegt? Jullie zijn het, van wie Christus in de tempel zei: 'Jullie leggen de armen en zwakken ondraaglijke lasten op hun schouders, maar jullie willen er zelf geen vinger voor uitsteken. Jullie prevelen lange gebeden voor de arme weduwen en wezen, opdat ze in het hemelrijk mogen komen - een rijk, waaraan jullie nog nooit hebben geloofd - maar daarvoor raken zij hun huizen en vermogen aan jullie kwijt! Jullie zijn het, die muggen zogen, maar kamelen verslinden! Daarvoor zal er echter ook des te meer verdoemenis over jullie komen!'
Hoofdstuk 79: Verhelderende woorden van de ketterse koster. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Het is precies zoals de rechtsgeleerden in de wereld zeggen: 'Wie ergens zelf voor kiest, geschiedt geen onrecht!' De kloof betekent echter weer het nooit te overbruggen onderscheid tussen Mijn meest vrije orde in de hemelen en de haar in alles tegenstrevende wanorde van de hel. Deze tekst duidt dus enkel op het onverenigbare hiervan, maar niet op een eeuwig gesloten deur voor degenen die zich daarin bevinden.
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jozef zegt: 'Heer, U zij eeuwig dank, liefde en eer, dat begrijp ik nu volkomen. In de heilige schrift is echter toch duidelijk sprake van een eeuwig vuur, dat nooit dooft en van een worm, die nooit sterft! Er staat ook geschreven: 'Gaat weg van Mij, vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat bereid is voor de duivel en zijn dienaren!' Ja Heer, ik ken heel veel teksten waarin duidelijk gesproken wordt over de hel en haar eeuwige vuur. Als er echter geen eeuwige straf bestaat en het zelfs van de bestrafte zelf afhangt hoe lang hij in die hel wil blijven, dan kan ik me niet voorstellen, hoe er dan in de schrift sprake kan zijn van een eeuwig vuur!'
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Mijn beste vriend, er is wel geschreven over een eeuwige dood, hetgeen een eeuwig vaststaand gericht is, dat voortkomt uit Mijn eeuwige orde. Dat is echter het zogenaamde toornvuur, of beter gezegd, ijvervuur van Mijn wil, die natuurlijk voor eeuwig onveranderlijk moet blijven, daar het anders met al het geschapene ineens afgelopen zou zijn.
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597  ...