Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 585 van 1166

...  573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598  ...
[14] Een van Mijn leerlingen, die Philippus heette en anders niet zo gemakkelijk zijn mond opendeed, zei: 'O Heer en Meester, wij hadden U al zo vaak bij gelegenheden graag meer over het een of ander willen vragen en hebben dat soms ook gedaan, maar we kregen bij U altijd een terechtwijzing; we lieten het dus voortaan liever anderen vragen, en luisterden dan wat U daarover zou zeggen, en zo ontdekten wij Uw grote licht in heel veel dingen en hoefden daarbij geen terechtwijzing van U te verwachten!'
Hoofdstuk 208: De wonderbare spijziging in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Ik zei: ' Als jullie Mij dergelijke dingen hadden gevraagd, zouden jullie er bij Mij net als alle andere mensen zonder terechtwijzing vanaf zijn gekomen; maar jullie vroegen Mij steeds om iets wat Ik jullie al verschillende keren had uitgelegd, en daardoor hebben jullie Mij gedwongen tot de voor jullie enigszins onprettige vraag: 'Hoelang zal Ik jullie nog moeten verdragen, voor jullie Mijn woorden begrijpen?'
Hoofdstuk 208: De wonderbare spijziging in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Kijk, Mijn beste vriend Philippus, als jullie Mij daar toen naar hadden gevraagd, zouden jullie er ook heel zeker zonder enige terechtwijzing van Mijn kant vanaf zijn gekomen; maar jullie hebben Mij niets gevraagd! Want jullie maken geen onderscheid tussen Mijn daden en gooien ze allemaal op één hoop; maar onze vriend hier, een echte Romein van het zuiverste water, heeft met de scherpzinnigheid van zijn verstand een werkelijk verschil ontdekt, en Ik zal hem dat ook uitleggen, zonder hem vanwege zijn vraag een terechtwijzing te geven, die jullie zo vervelend vinden!'
Hoofdstuk 208: De wonderbare spijziging in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Mijn beste vriend en opperstadsrechter, Ik zal je op je vraag, die uit jouw mond heel scherpzinnig werd gesteld, ook een helder en scherpzinnig antwoord geven.
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Kijk, tussen de door Mij bewerkte wonderen bestaat er wel schijnbaar een duidelijk voelbaar verschil, maar in de grond van de zaak niet. Kijk, alles wat je eet en in je maag opneemt om je lichaam te sterken en in leven te houden, is helemaal niet zo dood als jij denkt! Het heeft drie delen: ten eerste een materieel deel, dat jij ziet en voelt en waarvan je, als het voedsel goed klaargemaakt is, in je mond een lekkere smaak waarneemt en waarvan je tevoren ook al met je neus de fijne geur inademt. Kijk, dat is het gedeelte dat je lichaam in leven houdt!
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Kijk naar Mij! Ik ben wat Mijn lichaam betreft ook een mens, maar Ik eet en drink steeds een en hetzelfde voedsel en stil Mijn dorst eveneens met zuivere, goede en gezonde wijn -maar altijd in de juiste mate; en wat Ik nu voor jullie ogen eet en drink, dat at en dronk Ik ook al in Mijn kinderjaren, evenals trouwens de meeste van Mijn leerlingen, die bijna allemaal vissers waren en van vis leefden.
Hoofdstuk 210: De belangrijkste voedingsmiddelen voor de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik zei tegen hem: ' Als je dat kunt begrijpen, Mijn beste vriend, zul je ook wel inzien dat het voor Mij evenzeer mogelijk moet zijn om een wat te klein uitgevallen gebraden lam op onze tafel te vermeerderen en groter te maken op dezelfde manier als Ik in de loop van zeer lange tijden uit die ene, buiten gewoon grote oerzon de talloze zonnen en hemellichamen in een zichtbaar bestaan heb kunnen brengen en ze al naargelang hun hoedanigheid krachtig en actief op hun plaatsen heb opgesteld.
Hoofdstuk 211: De Heer als almachtige Schepper - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Dat op de hemellichamen alles geleidelijk aan en als het ware het een uit het ander tot bestaan komt, wordt in het bijzonder veroorzaakt door Mijn liefde, geduld en zachtmoedigheid voor de mensen, in de eerste plaats speciaal op deze aarde, maar ook voor die mensen, die op andere hemellichamen wonen en daar hun proef om in vrijheid te leven doormaken. Want zie, de hele eeuwige, oneindige ruimte is Mijn eigenlijke woonhuis, en in dat huis zijn ook oneindig veel woningen, die jij eenmaal in Mijn rijk nader zult leren kennen.
Hoofdstuk 211: De Heer als almachtige Schepper - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Begrijp je nu, Mijn beste vriend, hoe Ik het gebraden lam groter heb kunnen maken en vermeerderen?'
Hoofdstuk 211: De Heer als almachtige Schepper - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Ik zei: 'En toch ben je, net als ieder ander mens, uit Mij en door Mij eveneens oneindig en eeuwig! Wil je nog meer zijn? Maar hoe, dat zul je je pas bewust worden als Mijn geest in jou ontwaakt is!'
Hoofdstuk 211: De Heer als almachtige Schepper - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen Ik klaar was met dit onderricht stond Simon Juda op, die Petrus genoemd werd, en zei: 'Heer, ook wij allen danken U voor deze geweldige les; want nu pas voel ik tot diep in mijn gemoed dat U wat Uw lichaam betreft de Zoon Gods bent en daarom ook werkelijk Christus, over wie de profeten vanaf Mozes herhaaldelijk voorspellingen hebben gedaan, maar ook al vóór Mozes, te beginnen met Abraham, de grote verlichte oeraartsvaders van de mensen. Ik zou nu werkelijk niet meer weten met wat voor vraag ik U verder nog lastig zou kunnen vallen; want alles lijkt mij nu duidelijk, in een geweldig beeld voor mijn ogen te zweven.'
Hoofdstuk 212: De belijdenis van Petrus en zijn verzoek om de gelijkenis van de zaaier uit te leggen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Daarop zei Ik: 'Simon Juda, dat heb je goed gezegd, omdat het zo is. maar toch zul jij samen met de andere schapen op de vlucht slaan wanneer de herder geslagen wordt; want een mens moet eerst menige proeve van zijn geloof aan .de dag leggen, voordat hij als voleindigd op zijn Meester gaat lijken. Herinner je daarom Mijn woorden, dat het ook jou nog zal gebeuren dat je Mij tegenover de wereld geheel en al zult verloochenen! Je zult dan wel weer omkeren en je zwakke geloof versterken - maar niet uit jezelf, maar uit Mijn geest in jou, die je daar flink bij je haren naartoe zal trekken!'
Hoofdstuk 212: De belijdenis van Petrus en zijn verzoek om de gelijkenis van de zaaier uit te leggen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Als Ik jullie alleen voor deze wereld geschapen en geroepen zou hebben, zou Ik jullie ook alleen maar goede wereldse dingen kunnen voorspellen; maar omdat Ik jullie alleen voor Mij en voor Mijn rijk aan gene zijde heb geroepen - wat maak je je er dan druk om als Ik jou, wat deze wereld aangaat, niets goeds en aangenaams kan voorspellen? Want je weet toch dat de eigenlijke slechte en duistere wereld alleen datgene liefheeft en gelukkig maakt, .wat. .is zoals ze zelf is; wat echter niet zo is, vervolgt en verdoemt zij .
Hoofdstuk 212: De belijdenis van Petrus en zijn verzoek om de gelijkenis van de zaaier uit te leggen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Jullie zijn echter evenals Ik niet van deze wereld, maar van boven - derhalve vervolgt en haat de wereld ons ook; en omdat het zo is en niet anders, kan Ik jou, Mijn beste Simon Juda, wat deze wereld betreft ook niets anders :oorspellen dan alleen hetzelfde wat Ik jullie steeds al heb voorspeld! Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 212: De belijdenis van Petrus en zijn verzoek om de gelijkenis van de zaaier uit te leggen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Als U, o Heer en Meester, óns ermee hebt bedoeld, die er door U voor bestemd zijn om Uw leer, die het eigenlijke rijk Gods op aarde is, onder de mensen te verbreiden, en ons als de zaaier hebt voorgesteld, dan zou Uw beeld helemaal kloppen; maar als U Uzelf als de zaaier hebt voorgesteld, komt het beeld mij steeds weer enigszins eigenaardig voor, omdat ik mij geen echt verstandige zaaier kan voorstellen die driekwart van zijn edele tarwe daar zaait, waar de ervaring van zeer lange tijd hem toch had moeten leren dat paden en wegen, rotsen en stenen, doornen en struiken absoluut niet geschikt zijn om er edele tarwe in te zaaien, omdat die op zulke plaatsen nooit vrucht kan opleveren -en zo verstandig zal de zaaier toch wel zijn, dat hij voor het zaaien van zijn zuivere tarwe eerst een akker geschikt zal maken, voordat hij er zijn tarwe in zaait, opdat die hem dan honderdvoudige vrucht oplevert.
Hoofdstuk 212: De belijdenis van Petrus en zijn verzoek om de gelijkenis van de zaaier uit te leggen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598  ...