10915 resultaten - Pagina 586 van 728
... 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 ...
[8] Jozef zegt: 'Wel, nu weet ik tenminste duidelijk hoe het met jullie gesteld is. Ik zou alleen nog willen weten waarom nu juist die drie pausmissen zo'n enorme kracht bezitten? Men moet toch geloven dat, wat de waardigheid en de waarde van een misoffer betreft, de ene mis even goed is als de andere.' De eerder genoemde balkende priester zegt nu: 'Dat zit zo: bij het mislezen door de andere geestelijken offert zich alleen de God-Zoon op voor Zijn hemelse God-Vader ten behoeve van de arme zielen in het vagevuur en boetvaardige zondaars op aarde. Bij de pausmis echter treedt de gehele allerheiligste Drievuldigheid in de hostie! En daarin ligt de enorme kracht van een pausmis, waarbij alleen de aartsengelen als misdienaars mogen dienen wanneer zij door de allerzaligste maagd Maria voor deze taak worden uitverkoren! Zo is het! Heeft mijnheer de keizer me begrepen?'Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Nu treedt keizer Jozef naar voren en zegt: 'Luister, zeer eerwaarde heren! Zou het dan niet voldoende zijn om ons slechts voor enkele aardedagen in het vagevuur te werpen? Want kijk, ons meteen verdoemen naar de hel, waar men eeuwig niet meer uit schijnt te komen, is toch wel wat al te hard van u. Heb daarom genade en erbarmen met ons! Bedenk toch hoe het helse vuur een arme duivel onbeschrijfelijke pijnen bezorgt! Het vergaat een arme ziel in het vagevuur weliswaar ook niet goed, maar van daaruit is er toch nog hoop op verlossing; uit de hel echter nooit meer. Heb daarom erbarmen met ons en bevrijd ons van de hel!'
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Je ziet dat ik welbeschouwd in wezen geen echte priester was, want mijn mensvriendelijke principes behoedden mij daarvoor. Vind ik Christus nu zoals Hij is en niet zoals Rome Hem verkondigt, dan is Hij mij ook welkom in de kledij van een schoenlappersjongen. Is Hij echter Christus naar roomse snit, dan zij God ons genadig en barmhartig, want dan is ons lot de eeuwig brandende hel, waaruit nooit ofte nimmer meer een uitweg wordt geboden!'
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Jijzelf, mijn anders zeer achtenswaardige vriend, hebt echter als vorst in plaats van met de priesters hand in hand te gaan, hun een diepe wond toegebracht, die de tijd moeilijk zal helen. Hoe moet een waarachtige aartsbisschop over jou oordelen? Ja, welk oordeel moet de hele verstandige mensheid over jou vellen? Jij ontnam haar het ene en gaf haar daar niets beters voor in de plaats!
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Jou zal Ik echter nu pas een goed zwaard geven, waarmee je de hoer van Babel heel anders zult kunnen bestrijden dan je op aarde ooit hebt gekund, want je bent voor Mij een goede strijder voor deze allerbelangrijkste zaak! Wat Babel en zijn zwarte, scharlaken en purperrode knechten allemaal voor gruwelen hebben bedreven, hoef je Mij hier niet te vertellen, want Ik weet alles het allerbeste, en daarom is dan ook de tijd van het oordeel over haar aangebroken.
Hoofdstuk 68: De ervaringen van keizer Jozef met de clerus. Reden van de vroege dood van deze keizer, die nu wordt aangesteld als gerichtsengel tegen Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Door deze woorden tot nadenken gestemd, wendt Karel zich na een poosje tot Mij en zegt: 'Volgens de verklaring van deze Paulus zou jij dus werkelijk Christus de Heer zijn. Degene die eens in Jeruzalem werd gekruisigd door de slechte joden, die mij daarom zo verschrikkelijk tegenstaan, dat het me nu nog spijt dit gebroed, tenminste in mijn rijk, niet te hebben uitgeroeid!' Ik zeg: 'Ja, die ben Ik! Heb je daar echter iets tegen in te brengen, zeg dan wat er nog aan Mij ontbreekt om voor jou, grote heer, waardig als Christus te kunnen optreden!'
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Want niet alles is slecht aan de roomse! Alleen is het een gruwel, als ze vanwege de aardse mammon naar middelen grijpt die van zuiver helse aard zijn, zoals: valse wonderen, valse heelmiddelen, aflaten, relikwieën- en beeldenverering, amuletten, vroom klinkende toverformules, blinde ceremoniën, genadebedevaartsoorden, kerkschatten voor ijdele kerkelijke luxe, hoge ambten en ereplaatsen, de meest uitgebreide heerszucht en de hardnekkige mening altijd het grootste gelijk van de wereld te hebben. Ik wil niets zeggen van hun misoffers, niets van hun oorbiecht, van hun tempels, klokken en orgels, niets van waardige kunstwerken, niets van het heilig houden van hun bedehuizen en niets van de begrafenisceremoniën voor overledenen. Want als dit allemaal met een zuivere instelling wordt gebruikt, is het deugdelijk om het menselijke gemoed te verheffen en te veredelen, maar dat de roomse deze op zichzelf genomen zuivere dingen gebruikt om het menselijk hart dom te houden en het blind te doen geloven dat men door het nauwgezet gebruik daarvan tot het leven in de hemel kan komen en alleen daardoor Mijn genade kan verkrijgen, dat is slecht! Want daardoor word Ik tegenover de kinderen als Vader tot een tiran gemaakt, die door de domme mens wel wordt gevreesd maar nooit wordt bemind. De verstandigen en de mensen met levenservaring beginnen zich dan echter voor Mij te schamen. Ze willen dan vaak van een Verlosser, zoals de roomse kerk Hem afschildert, niets meer weten en werpen daardoor het kind met het badwater weg. Dat bewerkstelligt de roomse kerk door haar eigenmachtige leerstelsels, bepalingen, concessies en privileges, die ze voorgeeft van Mij te hebben gekregen, en bovendien door allerlei toegestaan en gepreekt bijgeloof. Dat is het echter waardoor zij zichzelf te gronde richt en eigenlijk reeds te gronde gericht heeft.
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Jozef zegt: 'Ja, ik begrijp je, en in deze ruimten bevindt zich nog een groot aantal aartspapisten voor wie jij een onuitsprekelijke angst hebt, maar die even onbeduidend zijn als jouw aartsbisschoppelijke hoogwaardigheid. Kijk, de Heer heeft het oor van mijn hart geopend en ik vernam je gedachtegang, waardoor ik je antwoord reeds ken. Van nu af aan ben je mijn dierbare vriend en de Heer zal bij jou datgene rechtzetten, waaraan het je nog ontbreekt. Laat je dwaze angst voor je duistere collega's echter varen. Zij zullen je niets doen, daar sta ik voor in! We zijn hier ook niet voor hen gekomen, maar alleen voor jou, omdat ik je ken. Hoor jij bij ons, dan zijn we hier reeds klaar. Wend je echter nu tot de Heer! Hij zal je met één woord gezond maken!'
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Jozef zegt: 'Zolang jouw eigen hart jou niet door de geest van de liefde zal zeggen: Deze is het!, zolang hebben alle bewijzen ook geen nut voor jou. Als jouw hart het je echter zal zeggen, heb je ook geen andere bewijzen meer nodig. Wie Jezus wil herkennen, moet Hem liefhebben, maar wie Jezus liefheeft, heeft Hem ook levend in zich; en dat is het enige bewijs waardoor iedereen Christus zonder enige twijfel kan herkennen. Als je in deze jou zo gering lijkende jood eerst met al je levenskracht Christus herkent, dan zal wel blijken of er achter deze jood misschien toch wat meer schuilgaat.'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jozef zegt: 'Niet slecht! Wat leert Christus dan Zelf? Kijk, jij echte roomse farizeeër; Hij zegt: 'Maar wanneer iemand een arme broeder opneemt in Mijn naam, die neemt Mij op; wie Mij echter opneemt, neemt ook Hem op, die Mij gezonden heeft!' Wanneer dus de Heer Zelf zich met onze broeders gelijkstelt, waarom zouden wij er dan anders over denken? Ik zeg je, het is niets anders dan onze hoogmoed, die zich een stralende en hoogverheven God voorstelt en Christus in eenvoudige kledij niet aanvaardt, omdat de hoogmoedige ziel van de mens iets wat er eenvoudig en deemoedig uitziet niet kan verdragen! Alleen de hoogmoedige wenst zich God met kroon en scepter. De deemoedige wenst zich daarentegen een vriendelijke, meer op hemzelf gelijkende God, zodat ook hij het aandurft om zijn ogen naar Hem op te slaan en te zeggen: 'O Heer, wel komt U tot mij, arme zondaar, in het kleed der grootste nederigheid, maar desondanks ben ik het niet waard mijn ogen naar U op te slaan.' Wat denk jij, wie van hen zou voor Christus de Heer de meest aangename zijn?'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Een handeling mag op zich genomen nog zo rechtmatig zijn, toch is ze voor de handelende persoon slecht als hij haar verricht ten behoeve van zijn eigen eer. Want de Heer zegt: 'Als jullie alles hebben gedaan, beken dan: wij zijn onnutte en luie knechten geweest!' Als jij zegt: 'Ik was een regent', dan handel je reeds tegen God en geef je jezelf een slecht getuigenis. Zeg je echter: 'Ik was enkel een slecht werktuig in Gods hand en de Heer was de regent door middel van mijn wil', dan ben je gerechtvaardigd voor God.
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Denk je dan dat de Heer de vorsten van de aarde liefheeft? 0, dan vergis je je deerlijk! Kijk, de Heer verdraagt hen wel als een kwaad voor de volkeren, die zelf slecht en gemeen zijn, maar Zijn liefde hebben ze niet. Niet uit liefde maar uit toorn gaf God de dwaze joden, die door de pracht en praal van een koning ook een groot volk wilden zijn, een koning, die hen naderhand onderdrukte en tot slaven maakte. Daaruit volgt echter dat koningen voor het volk niet zozeer een zegen, maar eerder een straf zijn, omdat de mensen de wereld nog steeds meer liefhebben dan God.
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] De luister van het ware hof bestaat echter uit de wijsheid en de goedhartigheid van de vorst, uit een goed verdeelde en doelmatige welvaart voor de onderdanen en uit allerlei wijze staatsvoorzieningen, waarvoor de hele wereld een diep respect moet koesteren. En daarna pas uit het feit dat een vorst in al zijn waardigheid in zijn residentie verschijnt zoals hij is, namelijk een wijze bestuurder van een werkelijk gelukkig volk.
Hoofdstuk 64: Levensduurberekening in het hiernamaals. Een verlangen naar de lotgevallen op aarde. Gelijkenis van de goochelaar. De ware hof grandezza. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Zo is het ook gesteld met de grandeur aan het hof. Deze kan echt of vals zijn. Wee echter de vorst, die met een valse hof grandezza zijn onderdanen heeft willen bedriegen. Als men daarachter komt, zoals in Frankrijk en andere staten al het geval was, zal het zo'n valse pronkhaan slecht vergaan.
Hoofdstuk 64: Levensduurberekening in het hiernamaals. Een verlangen naar de lotgevallen op aarde. Gelijkenis van de goochelaar. De ware hof grandezza. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Kijk, de hele aard van jouw kwaal was in hoofdzaak een aangeboren orgaanafwijking, bestaande uit een soort kliergezwel in het hoofd, waarvan je geen noemenswaardige klachten ondervond zolang je je wat terughoudend ten opzichte van Venus gedroeg. Toen je deze echter zeer begon te vereren en tenslotte ook nog door een zekere schoonheid zo tussen de bedrijven door werd besmet, heeft de kwaal in je hoofd iets van dit gif opgenomen. Je besteedde te weinig aandacht aan deze zaak en de doktoren hebben zoals gewoonlijk de kwaal niet onderkend en je verkeerd behandeld. Daarom was het ook vanzelfsprekend dat je tenslotte aan je kwaal ten offer moest vallen. Dus jijzelf en niemand anders was verantwoordelijk voor de bij jou ontstane krankzinnigheid, of als je al overleden wilt zijn, aan je lichamelijke dood! Beschuldig voortaan de kerk niet meer, want zij heeft geen schuld aan jouw kwaal, die je hoe dan ook te gronde zou hebben gericht.
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)