Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 587 van 1112

...  575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600  ...
[3] Nu kwam ook Jared naar Henoch toe en vroeg hem heimelijk: "Luister, mijn geliefde zoon, alles komt mij nu zo vreemd voor! Deze Asmahaël, die jouw leerling zal zijn en in mijn woning zal wonen, heeft naar mijn begrip zo veel wijsheid en kennis over alle dingen, dat zijn woorden de jouwe verreweg overtreffen! Daaromtrent wil ik je geen verwijt maken - want jouw woorden zijn immers woorden van boven en geen woord ervan is ijdel en ieder woord toont volkomen de bedoeling aan zowel lichamelijk als geestelijk, en van alles wat je zegt bevinden zich in het hart van ieder mens levende overeenkomstige vormen -; maar ongeacht al dit goede en ware en zonder er ook maar de geringste afbreuk aan te doen, is er toch een groot verschil tussen jouwen Asmahaëls taal!
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zijn ijver was bovenmate groot, Zijn liefde zonder grenzen; wat Hij bij ons zocht, had Hij reeds in Zijn oneindige ijver volledig met Zich meegebracht, zodat het nu betamelijk is dat wij van Zijn grote overvloed eerder iets kunnen ontvangen dan dat wij in staat zouden zijn Hem met ons gebrek aan ijver te verrijken.
Hoofdstuk 101: Henoch spreekt met J ared over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nauwelijks had Jared zijn laatste woord uitgesproken of Asmahaël was reeds bij hen gekomen; daarvoor had Hij Zich onderhouden met vele kinderen van de avond, die Hij over menig ding ondervroeg en die Hij ook weer onderrichtte.
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Beiden waren aanvankelijk een beetje verbluft, maar herstelden zich spoedig en Henoch vroeg aan Asmahaël: "Allerliefste Asmahaël, wat moet er nu gebeuren, - zullen we nog wat blijven of zullen wij ons opmaken om verder te reizen?"
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] De mensen maken onderscheid en vinden dat niet allen hun wijsheid waard zijn; God echter, de grote leermeester van alle zonnen, geesten, aarden en alle mensen, verafschuwt het niet en vindt het niet beneden Zijn waardigheid om voor wormen in het stof en voor bromvliegen alsmede voor al het andere gedierte, hoe klein en onaanzienlijk ook, de meest wijze leermeester te zijn! De mensen houden hun woningen voor heilig en laten hun eigen kinderen en broeders zich voor hen in het stof werpen, terwijl God zelfs het eenvoudigste dier op aarde vrij en zonder al dat plat op hun gezicht neervallen, laat rondwandelen.
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Wanneer mensen zich tot God wenden, dan doen zij alsof zijzelf goden zouden zijn. Wee degene die hen daarin van de wijs zou brengen of die niet de grootste achting' voor hen zou hebben, wanneer zij zogenaamde godsdienstoefeningen verrichten! In het bijzonder wanneer zij hun offer brengen, zijn zij het meest kwaadaardig en zelfs zozeer, dat, indien er iemand zou komen en die viel niet meteen voor hen en voor het brandoffer neer in het stof, hij onmiddellijk verbannen, zo niet half gedood zou worden; hij zou in ieder geval worden vervloekt.
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nadat Asmahaël deze woorden des levens tot Jared en Henoch uitgesproken had, verwijderde Hij Zich weer en ging naar Adam en zei tegen hem:
Hoofdstuk 103: Asmahaëls uitnodiging om verder te reizen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Adam schrok ervan - want de aanroep 'Adam' klonk net als destijds, toen Adam na de zonde zich voor Mij probeerde te verbergen - en hij kon niet tot zichzelf komen en durfde ook niets anders dan na een kleine pauze met een paar woorden te antwoordden: "Heer, Uw heilige wil geschiede!"
Hoofdstuk 103: Asmahaëls uitnodiging om verder te reizen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Nu herstelde Adam zich, begreep de zin van deze woorden en zei: "Luister, mijn nu boven alles geliefde Asmahaël, U ziet mijn hart en kent mijn vrees! Mijn schrik is immers een schrik uit liefde! Uw liefde heeft mij zwak gemaakt, zodat ik daarop niet in staat was U te antwoorden zoals ik wel wilde; U weet toch zondermeer hoe het komt dat de overgelukkige geen macht meer heeft over zijn woorden!
Hoofdstuk 103: Asmahaëls uitnodiging om verder te reizen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Hierop zei Asmahaël: "Laat Mij dus onbekend blijven en zorg dat iedereen die Mij niet kent zich meteen opmaakt om verder te reizen! Maar laat Mij tijdens de reis jullie geheel alleen volgen, daarvoor kom jij dan met Eva en vooraan Henoch met Jared; zo zal de stoet door het dichte bos trekken tot aan de lager liggende gebieden van middernacht! Amen."
Hoofdstuk 103: Asmahaëls uitnodiging om verder te reizen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Dadelijk riep Adam Henoch en Jared bij zich en maakte hen bekend met de wil van Asmahaël. En zij gingen heen en groetten de kinderen en nodigden hen nog eenmaal uit om op de sabbat te verschijnen; vervolgens gaven ze hen te verstaan dat zij weer naar huis konden gaan en zich daar blijmoedig aan hun bezigheden konden wijden.
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Toen zij daar aankwamen zegende Adam de kinderen nog eens, waarna zij zich opstelden voor de reis. Toen zij nu geheel in de juiste volgorde stonden, kwam Asmahaël nog een keer naar Adam toe en zei:
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] En dadelijk sloot Abedam, die zielsblij was, zich bij Asmahaël aan en volgde volledig gesterkt de stoet van de vaderen aan Asmahaëls machtige zijde.
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En weer begon Jared: "Mijn lieve zoon Henoch, het zou goed zijn als ik het begreep! Maar dat is nu juist waarom ik het jou vraag, omdat ik het niet begrijp en toch boven alles graag zou willen weten wat er eigenlijk met Asmahaël gaande is! Want zie, ik was na jouw eerdere woorden geheel gerustgesteld en was met alles tevreden; maar nadat Asmahaël naar ons toekwam en aan het slot van zijn woorden in zekere zin liet doorschemeren dat, wanneer iemand hem in zijn eigen woning opgenomen heeft of indien hij in iemands woning intrekt, deze reden heeft zich hoogst gelukkig te voelen - want waar hij intrekt, daar is ook het eeuwige leven ingetrokken -!?
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Zie, zo in deze trant heeft hij zich in het bijzonder - zoals ik gemerkt heb - tot mij gericht! Zeg me nu echter, beste Henoch, of besef bij jezelf, dat je toch wel niet helemaal wijs moet zijn om een dergelijk woord niet dadelijk op een wezen van hogere orde te betrekken?!
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600  ...