Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 588 van 1112

...  576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601  ...
[8] Maar Asmahaël betrekt dat, zonder dat hij het op God betrekt, direct alleen op zichzelf! Kan een mens ook zoiets doen, zonder te vrezen dat de aarde uit toorn en de grootste verachting en om zich te wreken, de misdadiger voor eeuwig in haar grote vuurbuik verslinden zou?!
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Henoch, ik zeg je, wie dat van zichzelf verklaart en de aarde wordt niet boos op hem en de machtige tijger onder hem wordt als een lam, die is en moet immers vrijwel God zijn in zijn zichzelf bewuste kracht en macht, zoals ik in mijn vreesachtigheid slechts een mens ben; anders zou de gehele aarde zelf niets dan een samengestelde leugen zijn, indien zij in staat was een mens te dragen die zich op zo'n manier voor God uit zou geven en toch niets anders zou zijn dan een zwak mens net zoals wij, - nochtans getuigt Asmahaëls levend makende woord reeds meer dan voldoende van het tegendeel.
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Ik meen echter, waarom zou iemand die God geestelijk en waarachtig in zijn hart liefheeft, zich erom bekommeren of Asmahaël God is of dat God met Hem is?!
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Maar laat iedereen zich erom bekommeren dat God met hemzelf is door de ware, reine liefde tot Hem!
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Vader, houd zonder zorgen voor je, waar je over moet zwijgen tot de tijd daar is; maar houd mij nu niet voor een leugenaar en evenmin voor een volslagen blinde zoeker naar goddelijke zaken! Want alleen mijn lichaam heb je verwekt; mijn geest is echter net als de jouwe uit God. Daarom geloof ik dat ook een vader zich niet vergrijpen mag aan het goddelijke in zijn kinderen. Want het is immers al genoeg dat de geest toch al door de last van het lichaam geplaagd wordt en deel heeft aan diens gebreken; maar als de vader het lichaam van zijn kinderen tuchtigt, heeft de geest zijn aandeel reeds uit de hand van de verwekker ontvangen. Meer is niet nodig. Wanneer dan de goddelijke geest van het kind zich wendt tot de goddelijke geest van zijn verwekker, dan moeten die twee goddelijke broeders elkaar niet lastig vallen, maar elkaar alleen in alle liefde als broeders in God herkennen en elkaar, liefderijk ondersteunend, hand in hand en hart aan hart naar de poort leiden waardoor het eeuwige leven van alle genade, erbarming en liefde voor eeuwig onoverwinnelijk stroomt.
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Want zie, ik dacht als volgt: 'Vader, jouw tong is door de grote, eeuwige hand van Gods liefde getooid met een verheven band! Wat moet dat stof daarbij? Weg met datgene wat de dood in zich heeft!
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Hier gingen de vaderen zitten en loofden en prezen Mij van ganser harte, en degenen die Mij reeds hadden herkend verheugden zich bovenmatig, - alleen bij Seth was dat niet helemaal het geval; want zijn belofte aan Enos liet hem geen moment met rust en drukte hem zwaar op zijn hart!
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Seth werd nog meer verlegen omdat Enos zich naast hem bevond en hij kon dan ook geen woord uitbrengen.
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En pas nu bemoeide Asmahaël zich ermee en hielp op deze manier de arme Seth uit zijn moeilijke situatie met de volgende woorden:
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Want als een wolf handig een trage ezel vangt, wiens benen van nature langzamer zijn dan die van de makkelijk springende wolf, wie kan dan de ezel de schuld geven dat hij zich door de wolf heeft laten vangen en verwonden, daar de veel sneller lopende wolf toch klaarblijkelijk de enige schuldige aan de vangst is omdat hij op een onrechtmatige plaats zijn vang - en hardloopbekwaamheden uitgeoefend heeft, terwijl hij zich toch alleen maar met herten, reeën, gemzen en andere snelvoetigen in de wouden zou moeten meten!
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Maar wanneer een wolf zich voor zijn eigen vermaak laat vangen door een ezel en deze dan in zijn domheid de kop van de wolf met zijn harde hoef verbrijzelt, waarlijk, dan draagt de wolf die werd verwond omdat hij zichzelf wilde vermaken door zich gevangen te geven, immers zelf de schuld dat de domheid van de ezel hem te gronde gericht heeft! Seth, herken je dit beeld?
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Maar als een dergelijk mens toch ook zijn welgeschapen medemens liefheeft en deze hem wederkerig, dan is hij niet in conflict met de liefde; maar in de ordening van de liefde, die alleen vruchtdragend is, bevindt hij zich niet, - en zijn geestelijke zuster, de listigheid, evenmin. Want door haar wordt niemand tot leven bevrucht, noch kan zij ook maar iets voor zichzelf bewerken dat bevruchtend voor het leven is, daar zij altijd, hoewel in zekere zin schadeloos en onschuldig, toch alleen maar bedrog is, waardoor de teleurgestelde toch steeds meer of minder geërgerd wordt omdat hij dan al spoedig aan zichzelf en aan de sluwerik vraagt: "Waarom moest ik dan, al was het voor een goed doel, door een list beetgenomen worden en waarom gebruikte mijn broeder voor mijn bestwil een list? Is het goede dan niet goed, zodat het nodig was om door een list goed te worden? Of ben of was ik dan zelf boosaardig, zodat ik eerst door list voor het goede gewonnen moest worden?"
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Hoe bevalt je de wolf en hoe bevalt je de ezel? Maar beschik je uit jezelf over wijsheid en heb je wijsheid tegenover je, wat heeft dan je voeten zo verstrikt dat je in je listig berekende voorpret niet ook kon inschatten wat de ezel zal doen wanneer de wolf, die zich nalatig toont, binnen zijn bereik komt?
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Zie, in de list schuilt geen vonkje wijsheid; met de bescheiden schranderheid is het anders gesteld en geheel anders met de sluwheid. De schranderheid vervolgt haar weg met zekerheid, terwijl de list zich niet zeiden aan de domheid moet overgeven.
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Asmahaël trad nu echter terzijde en liet het aan de vaderen over er rustig over na te denken - in het bijzonder degenen die nog niet wisten, wie zich eigenlijk achter Asmahaël verborg.
Hoofdstuk 110: De wonderlijke macht van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601  ...