Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 590 van 1037

...  578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603  ...
[406] Daarop trad een van de hogepriesters naar voren en zei heel nadrukkelijk: "Wij hebben geen koning, alleen de kei­zer! Deze echter is tegen de keizer en heeft zichzelf tot koning gemaakt. Hij is schuldig!"
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[409] Pilatus zag toen in dat hij Mij niet kon helpen, zonder zichzelf daarbij grote moeilijkheden op de hals te halen. Ook was hij bang dat het Romeinse aanzien er onder zou kunnen lijden als hij teveel tekenen van zwakte zou tonen. Om een uiterlijk teken te geven dat hij zich niet verant­woordelijk voelde, waste hij voor het gehele volk zijn han­den en zei: "Ik ben onschuldig aan het bloed van deze rechtvaardige! Want naar onze wet heeft hij niets misdaan. Maar zoals gij zegt is het mogelijk dat dit naar uw wet an­ders ligt. - En daarom stel ik hem nu onder uw wet!"
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[413] In het Grote Johannes Evangelie lezen we op meerdere plaatsen hoe het met de tempel ten tijde van Jezus was gesteld. Zo wordt er een volksoploop geschilderd, waarbij de Heer zich met Zijn discipelen en een schare schriftge­leerden en Farizeeën in het huis van een visser bevond, dat tot in de verre omtrek door een grote menigte was om­geven. In dit huis werd door het opengebroken dak een jichtlijder naar beneden gelaten om te worden genezen. Het komt tot een woordenwisseling tussen een van de man­nen die de zieke aandragen en de tempeldienaren, die pro­testeren tegen het openbreken van het dak als een over­treding van de sabbatsvoorschriften.
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[422] Daar jullie echter net zo goed als Ik en vele duizenden anderen weten hoe het er thans met de tempel voorstaat, en daarbij ook weten wat Mozes en de profeten zoal ge­leerd hebben - hoe is het dan met jullie geloof in God ge­steld, nu jullie zo goedkoop Gods woord verwerpen? Met brutale en hoogmoedige verwaandheid verkondigen jullie je eigen slechte voorschriften aan het arme, blinde volk als ingevingen van Gods geest! Daarbij spoort u hen met alle verschrikkingen van de dood aan deze op te volgen en er­naar te leven!
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[436] "Mijn Rijk is niet van deze wereld!" Dit kon Jezus met recht tegen Pilatus zeggen. En ook al eerder had Hij dit dikwijls aan Zijn discipelen en aan anderen die tot Hem kwamen duidelijk gemaakt. Want niet alleen Judas, maar ook anderen, die in hun aardse streven gevangen zaten, verwachtten of vreesden van Hem de stichting van een aards rijk, naar het model van de groten en machtigen van deze wereld.
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[439] Als u zich van uw kracht bewust bent en naar behoren in staat bent u als Messias overal te presenteren, dan sta ik onmiddellijk met mijn gehele aanzienlijke vermogen tot uw dienst. Deze romeinse zwijnen uit het heidense Westen behoren spoedig het land van onze vaderen te verlaten! Want u moet weten dat ik vanaf mijn jeugd al mijn inspan­ningen slechts daarop heb gericht om zoveel mogelijk rijk­dommen te vergaren ten behoeve van de Messias die we verwachten, opdat daarmee een groot leger van heel dap­pere en vermetele soldaten tegen een goed soldij gekocht kan worden! Ik heb ook al contact opgenomen met menig dapper volk uit Achter-Azië. En er zijn slechts enkele bood­schappers nodig en binnen enkele maanden staat er een vreselijk sterke legermacht in deze landstreek! - We hoe­ven er hier nu niet verder meer over te praten! In mijn huis kunnen we dit verder bespreken."
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[440] Bij de middagmaaltijd, waarbij de aandacht van de koop­man wordt getrokken naar enkele dienende engelen van de Heer in de gestalte van mooie jongelingen, antwoordt de Heer de goedbedoelende maar in wereldse begrippen ge­vangen zittende Jairuth:
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[441] "Goede vriend! Kijk naar Mijn engel jongelingen daar! Ik zeg je: Daarvan heb Ik er zo veel dat zij op duizenden aardbollen geen plaats zouden kunnen vinden en één van hen zou voldoende zijn om het gehele romeinse rijk in drie tellen te vernietigen. Maar hoewel jullie Samaritanen een beter geloof hebben dan de Joden, hebben jullie toch net als de Joden een volledig verkeerde voorstelling van de Messias en Zijn rijk.
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[446] Tot nu toe is nog geen enkele ziel, die het lichaam ver­liet, uit de aardesfeer weggenomen. Ontelbaar velen, te be­ginnen bij Adam, smachten tot dit moment nog in de aardse nacht. Pas van nu af worden ze vrij! En wanneer Ik ten hemel zal varen, zal Ik voor allen de weg van de aarde naar de hemel openen en ze zullen allen langs deze weg het eeuwige leven binnengaan!
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[448] In het Grote Johannes Evangelie vraagt een romeinse hoofdman de Heer naar de toekomst van Zijn leer, waarop deze hem over belangrijke dingen onderricht.
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[451] "Wie derhalve Mijn woord geheel en al in zich opneemt en er zonder ervan af te wijken naar handelt en leeft, neemt daardoor Mij Zelf met al Mijn liefde, wijsheid, macht en kracht op en is daardoor een waarachtig kind van God ge­worden, aan wie de Vader in de hemel niets zal onthou­den van wat Hij heeft! De heilige Vader kan niet meer doen dan dat Hij Zich in Mij, Zijn Zoon, Zelf lichamelijk open­baart en van u, onder het oordeel vallende schepselen, volmaakt vrije goden maakt en u bijgevolg Zijn vrienden en broeders noemt!
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[449] De hoofdman: "Hoe Uw waarlijk heilige leer langs een weg, die vrij van hindernissen is, weet door te breken in de nacht, waarin de mensheid thans is begraven, is mij nog even onduidelijk als vroeger! Langs de weg van wonderen alleen zou de mens er, naar Uw eigen zeggen, niet veel baat bij hebben, omdat ze op die manier van de mens, die vrij behoort te zijn en te worden, slechts machines zou maken; langs de geheel natuurlijke weg zal dit echter veel bloed kosten en zal het erg lang duren! Ja, ik zou haast met zeker­heid willen beweren, hoewel ik niet over profetische gaven beschik, dat, zoals ik de mensheid wijd en zijd in Azië, Afrika en Europa behoorlijk ken, vanaf nu gerekend over 2000 jaar nog lang niet de helft van de mensen die op aarde leven zich zal koesteren in het licht van Uw leer! - Heb ik het juist of niet?"
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[450] De Heer: "In wezen heb je beslist geen ongelijk. Maar algemeen gesproken is het ook niet zo belangrijk als jij denkt; want het gaat hier niet zozeer om de meest algemene acceptatie van Mijn leer op deze aarde, maar veeleer om de brug, die eindelijk is geslagen tussen deze stoffelijke en gindse geestelijke wereld, waarvan de eeuwige gebieden zich aan gene zijde van het graf bevinden! Dit is geschied door Mijn komst op de aarde en door Mijn woord en Mijn leer. Wie Mijn leer op aarde in alle ernst aanvaardt, zal reeds in zijn stoffelijk leven over deze brug kunnen gaan; wie echter op aarde lauw staat tegenover Mijn leer, deze slechts voor een deel of helemaal niet wil aanvaarden, zal in een duistere nacht in de wereld aan gene zijde komen, en het zal hem heel moeilijk worden om deze brug te vin­den! Degenen die echter nooit in staat zijn geweest nog tijdens hun aardse leven iets omtrent Mijn leer te verne­men, zullen in het hiernamaals leiders krijgen, die hen naar deze brug zullen leiden. Wanneer de geesten, die nog on­wetend zijn aangaande Mijn leer, de leiders volgen, dan zullen zij ook over deze brug komen tot het ware, eeuwige leven; houden ze echter hardnekkig aan hun leer vast, dan zullen ze hun levenswandel volgens hun leer louter als schepsel worden geoordeeld en zij zullen het kind schap Gods niet verkrijgen!"
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[471] Een van de tempeldienaren riep honend naar hem: "Kijk daar eens naar jouw grote meester, die zichzelf niet eens kan helpen! Nu komt al zijn bedrog jammerlijk aan het licht!"
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[475] Al Mijn naaste vrienden, die tijdens de berechting niet bij het gerechtsgebouw hadden kunnen komen, hadden Mij echter gevolgd. Ook velen uit het volk, dat geïntimi­deerd op grote afstand had gestaan toen de aanhang van de tempel "Kruisig hem!" had geschreeuwd, kwamen nu dichterbij. Deze menigte die Mij goedgezind was nam meteen een dreigende houding aan toen de stoet de poort naderde waar een groot plein plaats bood aan veel mensen. De Farizeeën hadden zoiets echter wel gevreesd en hadden daarom een tamelijk grote groep romeinse soldaten laten komen, die de stoet opwachtte bij de poort die naar Golgo­tha voert, om de orde te handhaven.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
...  578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603  ...