Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 60 van 263

...  48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73  ...
[8] Ik zal altijd en immer bij jullie zijn zolang jullie trouw Mijn woord, Mijn liefde en een vol levend geloof in Mij bewaren en geen valsheid in jullie ziel zullen dragen! -Zeg me, of je Mij nu goed begrepen hebt!'
Hoofdstuk 69: De ware levensweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Het is echter juist een gericht van de leugen en het bedrog, dat de materie zich voor de ogen van de geest als iets vergankelijks en alleen als een uiterlijk overeenkomstig schaduwbeeld van de innerlijke diepe waarheid moet manifesteren, terwijl ze volgens de blinde liefde van de ziel voor de wereld liever in een realiteit datgene zou blijven, wat ze lijkt te zijn. "
Hoofdstuk 70: Het wezen van satan en van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Luister dan! 'SHE', of 'SHEI' of ook 'SHEA' betekent: 'hij dorst'; 'OUL' of ook 'VOUL': 'de in zichzelf verlaten mens', men zou kunnen zeggen: ' dierlijke mens' ; en dan' A' : 'naar de consistentie van datgene, wat de innerlijke wijsheid en kennis uitmaakt'.
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Ik beweer zelfs, dat in het begin al degenen die een of andere religie hebben gesticht waaraan alle betere aspecten van de beschaving van een bepaald volk ten grondslag lagen, het heel goed en eerlijk met het volk gemeend hebben. Maar de latere nakomelingen en vooral de priesters, die niet geroepen zijn maar zichzelf als zodanig geïntroduceerd hebben, die belachelijk slechte plaatsvervangers van de goden op deze aarde, zijn de nooit juist begrepen leerstellingen verkeerd gaan uitleggen, hebben er zelfzuchtig en heerszuchtig als ze zijn nieuwe aan toegevoegd om er zelf beter van te worden en deze onder de benaming 'Gods wil', 'Gods woord', zwaar gesanctioneerd, en hebben de arme mensheid daar vaak op de meest gruwelijke wijze mee geplaagd, waarvan ons nu zelfs nu nog heel wat voorbeelden maar al te duidelijk kunnen overtuigen!
Hoofdstuk 67: Roclus probeert zijn onwaarachtigheid tegenover de Heer te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] IK zeg: 'De scholen van Egypte hebben opgehouden te bestaan en bestaan op die manier al heel lang niet meer; want ten tijde van Mozes begon het de verkeerde kant op te gaan. Toen is men al begonnen om alleen uiterlijk onderwijs te geven, en mensen als Plato en Socrates waren zo ongeveer de laatsten die nog 'n vaag begrip hadden van de innerlijke levensschool.
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zeg: 'Wie de innerlijke vrede heeft, kan gaan waarheen hij maar wil, dan gaat hij in vrede! En jij hebt de innerlijke vrede nu bereikt, en als jij ergens heen gaat, ga je in vrede. Maar je kunt met je gezelschap nog wel een tijdje hier blijven, dan zul je samen met hen hier nog het een en ander horen waar jullie allemaal wijzer van worden!
Hoofdstuk 73: Hoe men God boven alles liefheeft en hoe God graag ziet, dat de mens werkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: "Heer en Meester over alle dingen! leder woord uit Uw mond is meer dan het puurste goud en de ene waarheid verheft de andere! Ook is er geen van Uw licht en levenswoorden bij mij op onvruchtbare bodem gevallen, en ik voel nu in mezelf dat hieruit zeker de zegenrijkste vruchten voor de schuren van het ware leven zullen groeien; en omdat ik nu toch de genade heb om met U te praten, zou ik ook graag van U willen weten of wij in het vervolg de zieken door onze natuurlijke geneesmiddelen van hun ziektes moeten genezen, of dat wij dat enkel en alleen moeten doen door zo vast mogelijk op Uw Naam te vertrouwen? Want de gedachte kwam nu bij me op, dat het misschien wel niet altijd in overeenstemming is met Uw goddelijke wil om iedere zieke te genezen. Want er zullen er wel bij zijn, aan wie Uw goddelijke liefde en wijsheid een lichamelijke ziekte of ook een psychische ziekte deed toekomen, om juist daardoor hun ziel te verbeteren.
Hoofdstuk 74: Vragen over ziektes en het genezen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Heer en Meester over alle dingen! Ziet U, de stralen van de ondergegane zon werpen nog zo'n prachtige gouden gloed over de avondhemel, en de sikkel van de maan wedijvert gewoon met de avondster om het licht van de moeder van de dag te vervangen. Het is zo overheerlijk, Heer, om Uw lichtgevende werken te aanschouwen; maar nog eindeloos veel heerlijker is het gevoel van het innerlijke licht, dat vanuit Uw mond de duisterste hoeken van ons leven verlicht! Wilt U mij, omdat er nog tijd voor is, nog voor het avondmaal duidelijk maken, wat ik mezelf nooit duidelijk zal kunnen maken!"
Hoofdstuk 74: Vragen over ziektes en het genezen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Als jij je houdt aan de eenvoudige geboden van God en God waarachtig boven alles liefhebt, dan word je toch immers steeds meer één met het weten en willen van God. Op die manier word je wijzer en wijzer en in dezelfde mate ook machtiger, en zo krijg je ook steeds meer inzicht in je willen. Je innerlijke goddelijke licht zal tot een alziendheid verheven worden, waardoor je in de overigens nog bestaande levensduisternis de werkzame levenskrachten niet alleen zult voelen, maar ook zult zien; en doordat je de volmaakt vrije wil van God in je hebt, zul je ze er ook toe kunnen brengen om op deze of gene manier actief te worden. Juist doordat je de talloze, voortdurend van God uitgaande krachten ieder op zich en individueel herkent en doorziet, krijg je er als bezitter van de goddelijke wil vat op, en kun je ze ook bestemmen en bundelen voor een wijze handeling en een wijs doel. Ze zullen dan ook meteen zo in actie komen als wanneer God ze direct Zelf voor een bepaalde activiteit had bestemd.
Hoofdstuk 76: De vrijheid van de menselijke wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Ja Heer en Meester over alle wezens en dingen, doordat U zo genadig bent om deze dingen uit te leggen, staat dit nu voor mij natuurlijk allemaal in een ander licht en menig raadsel dat ik vroeger niet kon oplossen, is me nu volledig duidelijk! Ja, nu begin ik ook een beetje te begrijpen wat een mens eigenlijk is, en wat hij in deze wereld te zoeken heeft en na moet streven en volgens Uw woord ook kan bereiken en eigenlijk moet bereiken! Ja, om zich aan Uw geboden te houden en letterlijk Uw wil te vervullen, is nu natuurlijk iets dat zeer gelukkig maakt en heel eenvoudig is; want nu ziet men overduidelijk wat men van U uiteraard krijgt! Want als ik een plaats, hoe ver ook verwijderd, voor me zie en zo rechtstreeks mogelijk naar deze plaats toeloop, dan moet ik hem tenslotte toch eens bereiken!
Hoofdstuk 77: Over juiste en onjuiste ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Geloof Me, dat Ik met heel Jeruzalem en al zijn Farizeeën even snel af zou kunnen rekenen als tevoren met die rots in de zee; maar zo'n ijver zou Me slechte vruchten afwerpen! Daardoor zouden dan allen die zouden horen dat Ik door Mijn goddelijke almacht zo'n verwoesting aangericht heb, wel voor Mij gewonnen zijn, maar beslist niet door innerlijke overtuiging, maar langs de weg van het eigen gericht. Uit vrees en schroom zou niemand zich meer durven te roeren; iedereen zou als een machine datgene doen wat Ik van hem zou verlangen!
Hoofdstuk 77: Over juiste en onjuiste ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar daartoe is noch een uiterlijke noch een innerlijke dwang bevorderlijk, die allebei een gericht zijn en waardoor nooit de geest van een mens in zijn wil vrij kan worden. En zolang hij dat niet kan, kan er ook nooit sprake zijn van een vereniging van zijn wil met de volkomen vrije wil in God!
Hoofdstuk 78: De ontwikkeling van de vrije wil. De nadelen van overdreven ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] ROCLUS zet grote ogen op en zegt: 'Ach zo, nou ja, zoals ik al dacht! Je bent dus -zoals men dat zegt -slechts een tijdelijk met een schijnbaar lichaam beklede geest uit de hemelen, die hier is om de Heer der heerlijkheid tijdelijk te dienen en Zijn wil ten uitvoer te brengen?! Ja, ja, zo is dat dus, ja, dan is er natuurlijk wel een immens verschil tussen ons, en dan kan ik met jou eigenlijk geen aards woord meer spreken!"
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] ROCLUS zegt, nu heel ernstig kijkend: 'ik veronderstel dat jij, met je zeker grenzeloze wijsheid, de reden hiervan ook zonder mijn bijna nietszeggende verklaring nog beter in zult zien dan ik; maar omdat jullie mysterieuze, geestelijke wezens, altijd verlangen dat wij, armzalige, sterfelijke mensen, ons uiten, moet ik het je wel zeggen, -ook al weet je toch al van te voren ieder woord dat ik uit zal spreken! Luister daarom naar mij:
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Ook op deze aarde bestaan bepaalde verhoudingen en toestanden die als ze naast elkaar voorkomen, nooit bij elkaar passen. Zo is bijvoorbeeld een molshoop naast de hoge berg Ararat beslist een zeer belachelijke verhouding, ook een varkensstal naast het keizerlijk paleis in Rome, een vliegenstolp naast een Egyptische piramide, een mug naast een olifant, een druppel water naast de grote oceaan! Maar de verhouding tussen de dingen die ik zojuist noemde, is nog vele malen beter dan die tussen jou en ons; ook een in de nacht glanzend glimwormpje zou het naast de zon nog stukken beter doen! Wat zijn mijn woorden voor jou? Een allerdomst dorsen van volkomen leeg stro; want hetgeen ik je nu zeg, heb je al een hele eeuwigheid geleden woord voor woord geweten! Maar ik spreek hier ook niet omwille van jou, maar voor mijzelf en mijn makkers, opdat ze hardop horen wat ik nu denk over de positie waarin we nu verkeren! Soort zoekt soort: de gewone mens hoort bij de gewone mens en de hooggeplaatste en machtige hoort bij de hooggeplaatsten en machtigen.
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73  ...