Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 60 van 278

...  48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73  ...
[2] Maar wil je tenminste de natuurlijke betekenis van de Schrift beter leren begrijpen dan tot nu toe het geval was, dan moet je zorgen dat je goed vertrouwd raakt met de taal van de Illyriërs, die in haar wortels zeer veel overeenkomt met de Oud-Egyptische taal, welke vrijwel gelijk is aan de oorspronkelijke Hebreeuwse taal. Zonder die talenkennis zul je het door Mozes geschrevene nooit helemaal goed lezen en daardoor zelfs de woordelijke betekenis niet goed begrijpen. Als je echter de daarin voorkomende aardse beelden al niet begrijpt, hoe zou het je dan wel vergaan met de daarin verborgen geestelijke betekenis ook al had je duizenden regels en aanwijzingen?
Hoofdstuk 164: De sleutel tot geestelijke geschriften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Wat jullie in Mijn naam moeten onderwijzen, weten jullie inmiddels voor het grootste deel; al het andere is voor jullie, die min of meer uitverkozen zijn tot leraren van het volk, een zegen opdat jullie zonder enige twijfel geloven dat Ik alleen van eeuwigheid Heer en Meester ben. Want als jullie het juiste en onwankelbare geloof hebben, dan zullen jullie ook gemakkelijk in jullie leerlingen het vaste en levende geloof wekken doordat je hun tevoren je eigen geloofskracht toont. Om deze echter in al haar kracht te kunnen laten zien, was het nodig dat jullie eerst overtuigd zouden zijn dat Ik uitgegaan ben van de Vader om in jullie vlees jullie allen de weg van het leven te tonen.
Hoofdstuk 164: De sleutel tot geestelijke geschriften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Een METGEZEL zegt tegen hem: "Die opmerking was zelfs te dom om heel zachtjes te denken, laat staan hardop te zeggen! Hoe kan Hij iets zeggen zonder dat dit een innerlijke, diepe, geestelijke betekenis heeft?! Ook al lijkt het nog zo gewoon voor ons, dan is en blijft het toch een uitspraak van de allerhoogste Geest en daarom kan het niet anders dan een diepe geestelijke betekenis hebben! Wij beiden zullen misschien wel in alle eeuwigheid niet de volle diepte van deze zo eenvoudig uitgesproken zin doorgronden; maar ik voel duidelijk dat daarin iets oneindigs verborgen kan zijn. Pas daarom in het vervolg op voor zulke oerdomme opmerkingen!"
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] U, o Heer, weet echter wel wat ons in deze sterfgeschiedenis allemaal een raadsel zal blijven! Daarom wil ik over het geheel zeker geen vragen meer stellen, omdat de hele geschiedenis toch al van a tot z een vraag is; o Heer, leg daarom meteen liever alles uit, want ik weet niet wat ik er mee aan moet! De ziekte op zich was al erg raadselachtig, Iaat staan de verschijnselen tijdens en na het sterven! Het boven het huis opstijgen van de blauwe nevel, die kennelijk geestelijk was, de dieren daarin, daarna de splitsing van de ene grote ballon in twee kleinere, de plagende eksters, de reusachtige adelaars, de verandering daarvan in koeien zonder horens, enzovoorts, -kortom, alles is een fabel die absoluut niet, en door niemand, te geloven is als men die zo maar ergens zou vertellen! Maak daarom, o Heer, als U zo genadig wilt zijn, deze geschiedenis wat begrijpelijker voor ons; want tot op heden hangt tussen mij en die geschiedenis meer dan de drievoudige doek van Mozes! "
Hoofdstuk 157: Ontwikkeling van de zielsvormen van de twee gestorven vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Zo is het ook met de rib waaruit Eva zogezegd zou afstammen! Deze rib is slechts een teken voor de zaak waar het om gaat, en dat is Adams innerlijke, krachtige liefdeleven. En de rib, als bescherming van dit leven, werd door Mozes in de Schrift ten eerste opgenomen omdat zij het leven beschermt, en zodoende, omdat zij een uiterlijk schild van het leven is, dat ook als beeld voorstelt; en ten tweede omdat later een goede, trouwe en liefdevolle vrouw ook als een bescherming, schild en beschutting van het leven van de man te beschouwen is en daarom symbolisch ook heel goed als een rib van de man gezien kan worden; en ten derde omdat de uitstralende levensether*(* Lorber schreef: ' Aussenlebensaether' , soms' Aussenlebenssphare ' , waarmee bedoeld wordt: een vanuit het lichaam (van mens, dier, plant, planeet) naar buiten tredend etherisch stralingsveld.) voor het innerlijke, natuurlijke leven van de zielook een geweldige bescherming is, zonder welke de mens geen tien seconden lang zou kunnen leven.
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Koning OURAN gaat nu staan en vraagt Mij: "Heer, Meester en God! U weet waarom ik op reis ging! Wat ik zocht, heb ik ook gevonden. Deze vondst is voor mij een grote weldaad en zal dit vast en zeker voor iedereen zijn die hem net als ik zal gevonden hebben! Zonder lering kan niemand dit echter vinden! Het is daarom de vraag wie onderricht moet geven, en wat er voor nodig is om een kundig leraar van het volk te zijn! Moeten de leraren als boden van de ene plaats naar de andere reizen en van het ene land naar het andere trekken, of zou het soms beter zijn om voor het volk scholen op te richten, deze te voorzien van de beste leraren, en de mensen wettelijk voor te schrijven deze scholen te bezoeken? Heer en Meester en God, ik verzoek U genadig mij daar een richtlijn voor te geven; want ik wil en zal alles doen waarvan U wilt en wenst dat ik het zal doen!"
Hoofdstuk 164: De sleutel tot geestelijke geschriften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Overdreven en zonder reden vasten is ook dwaasheid en kan zelfs net als overdreven zwelgen tot zonde worden. Wie de juiste regels wil aanhouden voor zijn leven, moet in alle dingen matig zijn; want iedere onmatigheid m?et mettertijd voor lichaam, ziel en geest nadelige gevolgen hebben! Eet en drink nu welgemoed, en wees vrolijk en opgewekt!
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Het laatste deel van dit eerste vers schijnt kennelijk de reden van het verlangen in het eerste deel te bevatten; maar daar staat 'hij' in de tweede persoon, en men kan niet zonder meer aannemen dat met de uitdrukking' jouw liefde', die lieflijker dan wijn is, de liefde van die 'hij' bedoeld wordt. Maar als men al niet weet wie 'hij' en wie 'mij' is, hoe moet men dan wel weten wie degene is wiens liefde in de tweede persoon lieflijker dan wijn moet zijn?
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Overigens is het ook geen bijzonder compliment voor de liefde als men zegt dat zij lieflijker is dan wijn, als van die wijn tevoren niet gezegd wordt dat deze uitmuntend is. Want er zijn immers ook heel miserabele en slechte wijnen! Is de liefde echter alleen maar heerlijker of lieflijker dan de wijn, zonder onderscheid naar kwaliteit, dan is zo'n liefde bepaald niet zo bijzonder! Ondanks al dit commentaar kan het toch altijd nog wel iets bijzonders te betekenen hebben, maar ik kom daar op deze wereld nooit achter.
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Wel, de maagden die daarom van U houden, zijn wij kennelijk ook, gezien vanuit het standpunt van ons beperkte inzicht en verstand! Want een maagd is weliswaar een lieflijk wezen, niet geheel zonder inzicht en verstand, maar in het algemeen gezien kan van een grote manlijke wijsheid toch geen sprake zijn. Daarom zijn wij blijkbaar de maagden, die U, o Heer, boven alles liefhebben omdat wij Uw woord van liefde begrijpen, waardoor het dus voor ons een uitgegoten zalf is waarvan de heerlijke geur een wonderbaarlijk genot voor ons is. -Zeg mij, o Heer, of ik nu volgens het eerste vers het tweede wel juist heb opgevat! "
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] IK zeg: "Ondanks de humor, die je hier heel passend ingevoegd hebt, ook hier volmaakt! Omdat we nu echter hebben gezien, dat ook het Hooglied van Salomo ontsluierd kan worden en jij, Simon, daar zelf een heel andere mening over hebt gekregen, moet nu ook jouw corrector Gabi iets ten beste geven. Ik zou graag uit zijn mond willen horen, waarom hij zo ingenomen was met het Hooglied van Salomo, zonder er ook maar iets van begrepen te hebben! -Gabi, doe je mond daarom open en vertel ons daar iets over! "
Hoofdstuk 171: Simon legt enige verzen van het Hooglied uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] SIMON zegt: "O Heer, dat is eenvoudig en snel gedaan! U bent geestelijk de Zoon van God, en voor ons hier bent U God en Mens tegelijk. U bent uit U Zelf de enige in de hemel alsook op deze aarde. Niemand in de gehele oneindigheid is aan U gelijk! Een engel maakt zich nooit ondergeschikt aan de wil van een mens, maar als U hem ook maar het minste teken geeft, voert hij in een nauwelijks denkbaar snelogenblik Uw wil uit. Wat U wilt gebeurt zonder meer; een door U uitgesproken woord is een uitgevoerde daad!
Hoofdstuk 174: Simons mening over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Heer dat is nu wat U mij wilde laten zeggen! Maar nu ben ik wel klaar met alle zaadjes en kiempjes, en U, o Heer, mag daar nu van maken wat U wilt! Of ziet Uw goddelijk, alziend oog nog wat in mij? Mocht er nog ergens iets zitten op een plaats waar ik niet kijk, wijs, o Heer, mij daar dan alstublieft op, dan zal ik daar nu meteen zonder enige schroom mee voor de dag komen!"
Hoofdstuk 174: Simons mening over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zei: "Nu ben je rein, en er is niets meer in je dat ooit je geloof in Mij van de wijs zou kunnen brengen. Maar nu zal Ik jou en ook alle anderen laten zien wat voor ondoordringbaar bos van twijfels uit je gegroeid zou zijn als je je nu niet ontdaan zou hebben van dit twijfelzaadje. Je zou zonder meer langzaam maar zeker tot de volgende filosofie zijn gekomen:
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Wat zou het gevolg zijn als Ik Mij aan een vrouw zou vergrijpen en daaruit een vrucht in haar schoot zou ontstaan? Als deze mannelijk zou zijn, zou dat dan ook een God zijn? En als deze vrouwelijk zou zijn, wat dan? Zou het de Mozaïsche wet aantasten als Ik Mij vergrepen had? Zou dat Mijn goddelijke mens niet ongeschikt maken voor het behouden van de goddelijke Geest? Of zou Ik persoonlijk wel of niet tot zo'n daad in staat zijn? Maar hoe kon Ik de mensen voor deze daad geschikt gemaakt hebben zonder daar Zelf toe in staat te zijn?
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73  ...