Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 60 van 1088

...  48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73  ...
[1] Toen alles was geregeld voor het slapen, kwam de oude met zijn zonen, die merendeels vissers, schippers en timmerlieden waren, bij Mij en zei: 'Hier is nu alles voor Uw onderdak zo snel en zo goed als dat in dit korte tijdsbestek mogelijk was, klaargemaakt, en U kunt nu naar believen daarvan gebruik maken. Zoals U thuis heer bent, zo bent U dat nu ook in dit huis, dat ik met mijn zeven zonen gebouwd heb. Als U iets wenst, zegt U het maar en ik zal Uw knecht zijn en U met mijn gehele huis dienen!'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar de oude zegt: 'Heer! Vergeef mij, dat ik U hier tegen moet spreken! Er hebben in mijn huis al duizenden onderdak en voedsel gekregen, en ik heb nog nooit van iemand iets aangenomen, laat staan dus van U! Ik verstrooi mijn rekeningen altijd in de wind, en die draagt ze naar de sterren waar de almachtige Vader woont; Hij is altijd nog mijn betrouwbaarste betaler en vergelder geweest en zal het deze keer ook zijn! Hoeveel zieken en gebrekkigen zijn er niet maandenlang bij mij verpleegd, en ondanks de ongezonde omgeving is er nog nooit een van mijn eigen mensen ziek geworden! Heer! Dat is een gunst van boven, en daarom moet U niet over vergelden of zelfs betalen spreken; wánt ik zou noch het ene noch het andere aanvaarden!'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Geniet nu maar zonder zorgen van uw nodige slaap; morgen zal u veel geopenbaard worden! Maar ga nu naar buiten en zeg tegen het volk, dat daar nog lawaai maakt, dat het ook moet gaan slapen en dat het morgen alle zieken hier moet brengen; Ik zal ze allemaal genezen.' Toen ging de oude naar buiten, en deed wat Ik hem had aanbevolen.
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Ga nu maar gauw naar huis, anders gaat het nog Griekse vuisten regenen! Wij zullen hier wel waken; waag het maar niet hoe dan ook aan deze mens te komen, anders staat je van ons iets te wachten!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Deze plaats was overigens beroemd omdat al haar inwoners zo scherpzinnig waren. Je moest wel van goeden huize komen om het met hen, speciaal met de Grieken, op te kunnen nemen; en daarom wisten de hier wonende Farizeeën heel goed, dat het met dit volk slecht redetwisten was. Ze gaven dan ook ditmaal weinig weerwoord en gingen naar huis. Maar thuis pijnigden ze hun hersens des te meer af over de vraag, hoe ze Mij hier verdacht konden maken, of helemaal in het verderf konden storten.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Met zulke gedachten gaat hij terug naar het volk, dat hem in de maanlichte nacht maar al te gauw herkent als de hun bekende jonge rabbijn.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ook zijn zij in speciale, door Mozes bepaalde gevallen, rechters en beschikkers over dood en leven van hun ondergeschikten en dat recht kunnen zij waar, wanneer, en op welke manier zij maar willen, uitoefenen, en zij behoeven zich niet te verantwoorden; zij behoeven slechts ieder jaar een lijst naar Jeruzalem te zenden en meestal worden ze geprezen als ze naast het jaarlijkse pachtbedrag, dat ze voor de synagogen en scholen aan de tempel moeten afdragen, een behoorlijk uitgebreide lijst sturen van degenen die ze terechtgesteld hebben.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Als ik de oude, wraakzuchtige collega's ter wille van de goede zaak niet gesust had, dan zouden jullie nu al in heel moeilijke omstandigheden verkeren; want ze wilden al een legioen uit Kapérnaum laten komen en het hele huis aan het gerecht overleveren! Ik ben dus jullie vriend en geen vijand en nog minder een sluwe vijandelijke spion! Maar denk niet dat ik daarom een verrader ben! Als je echter een goede raad van mij wilt aannemen, luister dan geduldig naar mij!'
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] De jonge Farizeeër antwoordt: 'Daar ben ik niet bang voor, en als ik honderd levens had, dan stond ik met al die levens in voor de waarheld dat ik het totaal eerlijk meen! Luister dus: Je weet nu dus, dat het de Farizeeën eigenlijk nergens anders om gaat dan om hun gepachte inkomen. Ga dus morgen naar ze toe en spreek met hen een bepaald bedrag af voor het feit, dat morgenochtend de hier aanwezige wonderdokter de zieken van deze plaats zonder enige moeilijkheid genezen mag, en de oude geldhandelaars zullen jullie zonder enig bezwaar toestemming geven; en willen of kunnen jullie hen het geld niet di rekt geven, beloof hun dat toch en dan lukt het ook!
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Alleen zou ik de wonderdokter wel willen adviseren, dat hij in de eerste plaats na het genezen van de zieken deze plaats beter direct kan verlaten, omdat anders de naar geld dorstende Farizeeën zich mogelijk door jullie meteen voor nog meer concessies zouden willen laten betalen, maar In de tweede plaats wil ik er voor waarschuwen, dat hij zich niet, wat die wonderdokters gewoonlijk doen, als profeet op moet werpen en het volk ook geestelijk gaan bewerken; daar ben ik niet op tegen, maar de ouden zijn op dit punt juist vanwege jullie Grieken erg onverdraagzaam.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De drie Grieken zeggen nu: 'Die raad van jou is niet zo slecht gemeend; maar toch bevalt hij ons niet helemaal! Hoe lang moet die gruwelijke heerschappij van deze volksbedriegers nog duren?! Hoewel we met hen niets meer te maken hebben, zijn we ze toch zat geworden; ze bespotten ons voortdurend, ze belasteren ons in hun scholen en vervloeken ons bij iedere gelegenheid, Hoe lang moeten we ons dat nog laten welgevallen? Bovendien zijn ze ook nog burgerlijk rechter, en als we een uitspraak van het gerecht willen hebben dan moeten we het altijd duur betalen. Wel, dat is voor ons een heel slechte zaak, en daarom vinden wij dat hier morgen voor altijd een eind aan die heerschappij gemaakt moet worden; want alle hier wonende Joden gaan morgen naar onze kant over, en de Farizeeën zullen, daar ze voor ons totaalonbruikbaar zijn geworden, eruit gegooid worden, behalve jij, als je bij ons wilt blijven! -Weet je, dat is ons plan, en dat is al zover uitgevoerd dat er zich onder de burgers van dit plaatsje nu geen echte Joden meer bevinden! Wat vind je van dit plan?'
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De jonge rabbijn zegt: 'Als dit jullie helemaal lukt, dan zal er niet makkelijk iemand te vinden zijn die er minder op tegen is dan ik! Maar wees voorzichtig als de raven, anders zou het jullie en ook mij beslist niet naar wens vergaan! Want niemand kent beter dan ik de ver om zich heen graaiende poten van de oude vossen, en hun scherpe ogen zien door de muren, en hun oren horen wat ergens uren verderop gezegd wordt. Dan ga ik nu maar naar huis opdat ze mij niet gaan verdenken; want het begint al te dagen, en de vossen zullen weldra wakker worden, en als ze me zouden missen dan was het uit,
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De jonge Farizeeër keert weer naar huis terug en vindt alles nog in diepe slaap, ook de wacht. Hij wekt die echter en gaat er over te keer dat hij sliep. Daardoor worden nu ook de oude vossen wakker, en een paar komen aangelopen om te zien wat er aan de hand is.
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De ouden vinden dat ook en zeggen: ' Ja, je hebt gelijk, er mag ons daar niets ontgaan! Heb je echter een koerier naar Kapérnaum gezonden voor soldaten in geval van mogelijk optredende weerspannigheid?'
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De jonge antwoordt: 'Als ik op jullie bevelen gewacht zou hebben, dan waren we allang uitgesorteerd! Alles is al gebeurd! Maar of de soldaten al gauw zullen komen is een andere vraag; want het is nog tamelijk ver naar Kapérnaum en naar een andere plaats nog verder." Daarom zegt het spreekwoord, geduldig afwachten wat er komt: het zijn of het niet zijn!'
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73  ...