Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 60 van 139

...  48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73  ...
[543] Spoedig zal de tijd zijn gekomen dat ook nog maar wei­nigen slechts het paradijs zullen weten te verwerven, omdat Ik zal toelaten dat de mensen alles wat in hun vrije wil be­sloten ligt, kunnen ondernemen. Voordat de tijd van Mijn grote gericht aanbreekt, wordt zelfs aan de boze geesten de vrijheid gegeven (waarbij weliswaar ook aan Mijn goede engelen de taak zal worden gegeven om Mijn kinderen te beschermen en ze voor de valstrikken van Satan te behoe­den!) Dan zal het woord in vervulling gaan: 'Dan zal de tijd komen dat, indien Ik het zou toelaten, zelfs de gelovigen afvallig worden'.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[563] We moeten de verduistering van het zonlicht ook in die zin opvatten. - Bij het sterven van de Mensenzoon treur­den alle engelen en reine geesten van de stoffelijke en geestelijke sferen van alle zonnen en hemellichamen. De vreugdetrillingen van hun gelukzalige liefde, die gewoon­lijk van deze hemellichamen uitgaan en in golven door de gehele ethersfeer van het oneindige stromen, en die aan de uit de zon stromende lichtatomen hun levenwekkende en bezielende kracht geven, waren gedurende deze drie zeer smartelijke uren zodanig getemperd, dat tenslotte ook onze aardezon merkbaar minder licht uitstraalde. Maar het leven van de natuur mocht niet helemaal onderbroken worden en ophouden en de mensheid mocht ook niet door een tegen de natuurwetten indruisende al te overweldigend teken gedwongen en geoordeeld worden in haar vrije ge­loof, wil en handelen. En om die reden was deze algemene zonsverduistering meer een geestelijke en had ze slechts voor een gering deel een natuurlijke uitwerking. En ze vond ook niet plaats, zoals in andere gevallen, doordat de maanschijf de zon aan het gezicht onttrok - reden waarom de sterrenkundigen door middel van het terugrekenen van de baan van de zon en de maan tevergeefs een bevestiging van het bijbelse gegeven hebben gezocht en deze ook nooit zullen vinden.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[573] Veel zielen, die 'in de graven vertoefden', beseften dit direct door de wenk en de roep van hun goddelijke geest. Wij vertoeven immers allemaal in het graf van de materie zolang de geest van de eigenliefde over ons heerst - onge­acht of we nog lijfelijk aanwezig zijn op deze aarde, of ons lichaam reeds begraven is en onze ziel zich in het geesten­rijk bevindt. Een graf voor de geest is overal daar aanwezig, waar men niet God, de hemelse Vader in Jezus boven alles liefheeft en vanuit die liefde ook zijn naaste medebroeder als zichzelf.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[639] Deze woorden van Petrus in zijn eerste brief zijn een buitengewoon belangrijk bijbels getuigenis van het feit, dat de eeuwige onbegrensde liefde van onze hemelse Vader niet ophoudt bij de drempel van de dood op aarde, maar dat ze met haar erbarmen ook verder gaat in het leven aan gene zijde; deze eeuwige liefde strekt zich uit tot in de 'gevangenissen' van de geesten en zielen die in de tijd dat ze op aarde leefden blind en ongehoorzaam waren. Als voorbeeld noemt Petrus degenen die in de moeilijke tijden van Noach de goddelijke geest trotseerden en zich niet door Gods hand wilden laten leiden. Ten tijde van Jezus verkeerden deze reeds vele eeuwen in de 'geestelijke ge­vangenissen en kerkers' van het hiernamaals, waarheen ze door hun eigen hardnekkigheid waren verbannen. En thans horen we uit de mond van de grote verkondiger van het geloof dat de Heer na Zijn aardse dood in de geest, dat wil zeggen in Zijn verheerlijkte zielelichaam, tot hen is heengegaan en hun de grote heilbrengende boodschap van de eeuwige erbarmende liefde heeft verkondigd, opdat ook zij nog deel zouden hebben aan het gelukzalige, goddelijke leven door de Geest.
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[22] 'Misschien willen jullie ook eens in de richting van de stad kij­ken, waar de van hier verdrevene (geesten) hun baldadigheid be­drijven, opdat daaraan ter gerust­stelling van mijn broeder een einde komt!'
Hoofdstuk 127: Cyrenius probeert Jozef alsnog gunstig te stemmen door bemiddeling van Tullia. Jozef spreekt nu woorden van ware vriendschap! Door de wilskracht van de twee jongelingen wordt de brand geblust - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Er is hier namelijk niets anders aan de hand dan een loos bedrog van de boze geesten die van hier zijn verdreven!
Hoofdstuk 127: Cyrenius probeert Jozef alsnog gunstig te stemmen door bemiddeling van Tullia. Jozef spreekt nu woorden van ware vriendschap! Door de wilskracht van de twee jongelingen wordt de brand geblust - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Het wordt nog slechts over­eind gehouden door een aantal boze geesten!
Hoofdstuk 125: De gevaarlijke tempel. De wolk van zwarte vliegen. De tempel stort in. Het gezelschap in de open lucht onder de vijgeboom - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Als ik er nu met mijn vrouw en het Kind je in zou binnengaan, dan zouden die boze geesten eruit vluchten en dan zou heel die tem­pel in puin, stof en rook boven onze hoofden instorten!
Hoofdstuk 125: De gevaarlijke tempel. De wolk van zwarte vliegen. De tempel stort in. Het gezelschap in de open lucht onder de vijgeboom - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Maar wel van gelukzalige geesten, thans Gods Engelen! Zij hebben, net als wij, ooit eerder op aarde geleefd.
Hoofdstuk 117: Cyrenius' ontstemming vanwege die verraders. Jozef wijst op de hulp van de Heer. Cyrenius en de engelen. Jozef geeft ophel­dering. Nieuw machtwonder van de engelen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[649] Het spreekt natuurlijk ook voor zich dat iemand die in zichzelf krachtens zijn vrije wil reeds totaal tot hel is ge­worden, zich daar ook niet zo gauw en gemakkelijk weer uit kan losmaken; want het is u immers ook maar al te goed bekend hoe moeilijk en zwaar het is voor een hoogmoedig iemand, die in volslagen egoïsme en heerszuchtige hoog­moed gevangen is, over te gaan in het zachtmoedige en nederige van de hemel. Zoiets is weliswaar geen onmoge­lijkheid, maar het is toch een grote opgave! De trotste keert altijd weer tot de trots terug, de onkuise tot de onkuisheid, de trage tot traagheid, de afgunstige tot afgunst, de gierig­aard tot gierigheid, de leugenaar tot leugen, de brassers en zwelgers tot zwelgen, de moordenaars tot moord, de onbe­schaafde tot onbeschaafdheid, de wellusteling tot wellust, enz. Ook al laakt men hun eigenschappen, die tegen de orde indruisen, ook duizend keer, toch vervallen zij weer in dezelfde zondige hartstocht, zodra hun de voor het eeuwige leven noodzakelijke vrijheid wordt gegeven, die nodig is, opdat zij hun eigen ontwikkelingsweg kunnen be­palen. En hoe vaker ze in hun oude fouten vervallen, des te zwakker worden ze en des te moeilijker wordt het voor hen om zich van hun hartstochten vrij te maken en als ge­reinigde geesten in Mijn waarachtige, eeuwige, goddelijke vrijheid over te gaan.
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[657] En ofschoon ook in dit geval bij God niets onmogelijk zou zijn, blijft het de vraag tot welk nut dit voor een ziel zou kunnen dienen? De ziel, die zich eens van het zware lichaam heeft verlost, zou zich waarlijk toch zeer ongeluk­kig voelen als ze weer gedoemd was deel te zijn van het­zelfde zware lichaam - en wel voor eeuwig! Daarbij zou dit ook een verschijnsel zijn dat zich nooit zou kunnen ver­dragen met de eeuwige orde van God - in zoverre God Zelf de meest reine Geest is en uiteindelijk de mensen alleen maar de bestemming hebben tot aan God gelijke, zuivere geesten te worden voor alle eeuwigheid. Waartoe dienen dan hun oude, stoffelijke lichamen nog?! - Immers, de mens zal ook aan gene zijde met een lichaam zijn aange­daan, maar niet met een aards, grof -stoffelijk lichaam, maar hij zal een geheel nieuw, geestelijk lichaam hebben, dat ontstaat uit zijn goede werken hier op aarde, overeen­komstig de goddelijke leer."
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[810] De Heer heeft Zelf in de geschriften van de Nieuwe Openbaringen door Jakob Lorber deze feitelijke woon­plaats van de 'VADER' of de alles scheppende' EEUWIGE LIEFDE' nader beschreven. Men noemt deze plek in de wereld van de reine geesten en engelen de Genadezon. En in het boek 'Von der Hölle bis zum Himmel' ('Robert Blum') wordt vermeld dat, gezien vanaf de aarde, God, de Vader in Jezus, in de omgeving van het grote sterrenbeeld 'De Leeuw' woont en wel in de zuiver geestelijke sferen van die ontzagwekkende oer-centraalzon (ook wel 'hoofd-' of 'oer­middelzon' genoemd) van onze hulsglobe* (* Lorber noemt het geheel van de talloze planetenstelsels, die behoren tot gebiedszonnen, centraalzonnen, alzonnen, met een ondenkbaar grote al-al­zon als middelpunt een 'hulsglobe', een als het ware door een omhulling af­gegrensd gebied in de kosmos (zoals ook onze inwendige organen afge­grensd zijn door dunne omhullingen). Ontelbare van zulke hulsgloben vormen tezamen 'de grote scheppingsmens'.); deze oer­centraalzon heeft bij ons de naam 'Regulus', wat betekent 'Vorst' of 'Koningsster'.
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[826] De weg naar de hoogste gelukzaligheid, naar Gods hart, is door het leven en sterven van de Heer niet alleen voor en­kele uitverkorenengebaand - een blijde boodschap zonder weerga vult alle ruimten van de oneindigheid en vooral die van de gerichte materiële schepping. Voortaan is het voor iedereen - ook voor de gevallen geesten - mogelijk God weer te naderen en naar het Vaderhuis terug te keren, in­dien men de Mensenzoon vanuit een levend geloof in oot­moed en zachtmoedigheid en in zuivere, daadwerkelijke liefde navolgt!
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[12] Ik echter, Ik ben Mezelf genoeg! Geesten, zonnen, ma­nen, planeten en alle elementen, ze gehoorzamen Mij allemaal; daartoe heb Ik geen wachters no­dig; ja Ik laat Me zelfs door jou ­die een zondares bent -op de arm dragen!
Hoofdstuk 110: Tullia in koninklijk gewaad gehuld. Eudokia's verdriet en troost van het Kindje. Vreugdetranen van Eudokia. Maria 's medeleven - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[23] Laat het zijn dat hun dom­heid een opgelegde domheid is; laten zij zich daaraan desnoods lij­felijk wijden. .., maar Iaat mijn gave hun geesten vrij mogen maken!
Hoofdstuk 41: Jozef voorspelt de kindermoord. Cyrenius is woedend op Hero­des. Voorspoedige zeereis naar Egypte. Jozef geeft zijn zegen aan de schippers als loon - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73  ...