15542 resultaten - Pagina 593 van 1037
... 581 - 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 ...
[718] Maria echter, stond buiten dicht bij het graf en weende. Terwijl zij weende, boog zij zich voorover en keek in het graf. Daar zag zij twee engelen zitten, in witte klederen, één aan het hoofdeinde en de ander aan het voeteneinde van de plek waar het lichaam van Jezus gelegen had. Een van de engelen zei tot haar: "Vrouw, waarom weent gij?" - Ze antwoordde: "Omdat ze mijn Heer weggenomen hebben en ik niet weet waarheen ze Hem hebben gebracht." Nadat ze deze woorden had gesproken, keerde ze zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was. - Jezus zei tot haar: "Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij?" - Maria meende echter dat het de hovenier was en zei Hem: "Heer, als gij Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar gij Hem hebt neergelegd; ik zal Hem dan weer halen." - Toen sprak Jezus tot haar en zei: "Maria!" - Zij keerde zich om en in het Hebreeuws riep ze uit: "Rabboeni!", dat wil zeggen 'Meester!' - Jezus echter zei tot haar: "Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader, naar Mijn God en uw God." - Maria van Magdala ging heen en boodschapte aan de discipelen, dat zij de Heer had gezien en dat Hij haar dit gezegd had.Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[729] Indien u echter louter hoorders van het woord bent en u zou dit naar uw traag verstand een plaats willen geven, dan zult u juist daar de grootste en ergste tegenspraken ontdekken waar het uw eigen, eeuwige opstanding betreft.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[741] Even later kwam ook de tegelijk met Johannes naar het goddelijk heil en inzicht snellende Petrus, het verstand, "achter hem aan".
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[744] Maar dan gaat ook "de andere discipel", die de reine, hemelse liefde vertegenwoordigt en stil hield voor het graf, naar binnen, ziet "het" ook en - gelooft! Hij gelooft dat de Heer door eigen Godskracht uit de dood is opgestaan en nu eeuwig leeft! Terwijl het verstand nog draalt en overweegt, heeft de zuivere liefde reeds het doel van de waarheid bereikt.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[727] Men vertelt ons: toen Maria Magdalena op de ochtend na de sabbat naar het graf van de Heer ging, was ze niet alleen, maar enkele andere vrouwen gingen met haar mee. Met Maria van Magdala erbij waren het er in totaal zeven. Omdat deze eerste getuigen wat betreft hun natuurlijke aanleg, maar ook in hun geestelijk schouwen en kennen verschillend waren, waren ook hun waarnemingen anders en luidden dienovereenkomstig ook hun verhalen verschillend. En zodoende kwamen de veelvuldige geruchten, die op die waarnemingen berustten, tenslotte ook in een heel verschillende vorm bij de vier evangelisten.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[728] "Indien gij dit samenvat", zegt de Heer in een verklarend woord door Jakob Lorber, "is het beslist niet moeilijk de oorzaak te begrijpen, waarom de vier evangelisten elkaar met betrekking tot deze feiten schijnbaar tegenspreken. Want de mededelingen, die de apostelen en discipelen bereikten, verschilden van elkaar omdat de vrouwen natuurlijk en geestelijk verschillend geaard waren, en zo tekenden de schrijvers, ieder naar zijn geloof, ook verschillende dingen op. Want hoewel ze onder leiding van Mijn heilige Geest geschreven hebben, was hun wil toch vrij en waren ze derhalve ook vrij in hun oordeel en acceptatie. En zelfs als hun wil, zoals bij Johannes, door de wedergeboorte, die had plaatsgevonden, helemaal goed door God geleid was, dan was hun verkondiging dus des te meer volkomen, in overeenstemming met Mijn wil. Indien u dit dan alles weet, laat u dan niet meer door zulke kleinigheden op een dwaalspoor brengen, maar word ijverige en ware daders van het woord; wanneer u zo handelt, zult u aan geen enkele tegenspraak meer aanstoot nemen!
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[735] Maar het was nog "vroeg in de ochtend, toen het nog donker was". Slechts een enkele ziel was reeds ontwaakt. - Met hen begeeft Maria van Magdala zich naar het graf van de Heer die ze liefheeft. Maar de steen voor het graf is weggerold, het graf is leeg. En de liefde van Magdalena, die nog steeds aan het uiterlijke, aan het lichamelijke hangt, is met verbijstering geslagen en ijlings haast ze zich totaal van streek naar huis terug, naar Petrus met zijn standvastig, doordacht geloof en naar Johannes met zijn zuivere, hemelse liefde: "Ze hebben de Heer uit het graf weggenomen we weten niet waar ze Hem hebben neergelegd!"
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[740] Johannes, de hemelse liefde, "buigt zich voorover" en in deze houding van de zich buigende deemoed, beseft deze in een flits dat zij de eerste bewijzen ziet van het grote, onmetelijke heilsfeit. Zij ziet de linnen doeken liggen en de geest zegt door middel van dit uiterlijke teken reeds zo veel aan de ziel, dat haar lichte, hemelse liefde voor verder onderzoek niet het graf hoeft binnen te gaan; dat wil zeggen: de hemelse liefde zoekt geen concrete bevestigingen en bewijzen. Johannes "zag - maar ging niet naar binnen". Want geweldige vermoedens vervulden reeds zijn hart.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[745] Zo gaan de beide discipelen na hun gemeenschappelijke tocht naar het graf weer "huiswaarts" - ieder met het resultaat van zijn rennen en zoeken. En zo zal ook elk van ons eens terugkeren naar het eeuwige Vaderhuis met datgene wat hij met zijn gaven door zijn liefde en zijn handelen heeft verworven.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[750] Ze draait zich om, daarmee gevolg gevend aan een geheime ingeving van haar hart, en met het oog van de geest ziet ze dat de Heer in het verheerlijkte zielelichaam voor haar staat. Het geestelijk oog in Maria is evenwel nog niet voldoende scherp om de Heer, die "in het donker van de vroege ochtend" op het punt staat ten hemel op te varen ("Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader"), te herkennen. En pas als zij met een geestelijk horen Zijn stem hoort en haar naam uit Zijn mond hoort noemen, herkent haar hart Hem. En onder de schreeuw "Meester!", die ze in haar moedertaal "in het Hebreeuws", de taal van haar innerlijk, uitstoot - rent ze naar Hem toe om Hem te omarmen. Maar haar liefde, die nog te aards is, mag nog niet tot het reinste goddelijke Wezen genaken. En daarom hoort ze uit de mond van de Opgestane de woorden: "Raak Mij niet aan!, want Ik ben nog niet tot Mijn Vader opgevaren." Voor haar is het moment nog niet gekomen, dat ze zich aan Jezus' borst mag vlijen; dat zal pas kunnen, wanneer de Heer geheel is opgevaren en ook haar zal hebben gereinigd van elke aardse hoedanigheid door de machtige stroom van de heilige Geest, die Hij dan zal uitstorten. Ze mag wel de voeten van de Heer omvatten. Mattheus bericht dat zij vanuit een gevoel van haar menselijke onwaardigheid op de knieën viel en vol liefde en deemoed de voeten van de Heer omklemde.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[755] En daarom was zij ook de eerste die naar Mij informeerde - in aanwezigheid van de anderen, die hetzelfde meer vanuit een vrome droefheid dan vanuit een dergelijke onuitputtelijke liefde deden.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[774] Thomas was, zoals we uit de werken van Lorber weten, met Andreas, de broer van Petrus, de eerste discipel die zich al in Bethabara (de plaats waar Johannes, de wegbereider van de Heer, doopte) bij de Heer had aangesloten. In hem leefde dus een sterke drang naar wat goddelijk rein, groot en goed was; bij het zien van het 'Lam Gods' raakte zijn ziel daarvan reeds vervuld door de machtige werking van de Geest.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[770] Maar "Vrede zij met u!" spreekt de Heer tot de discipelen. "Volgens het grote plan en de wijze wil van de Vader ligt uw opdracht niet in het "weggerukt" willen worden en opvaren in Mijn onzichtbaar Rijk! Maar: zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u! Ontvang Mijn heilige Geest, opdat uw liefde, wijsheid en kracht volmaakt zal worden en u naar Mijn wil kunt werken. Leert en getuigt wat door Mij de Geest aan u heeft geleerd en getuigd. Aan wie gij de zonden vergeeft, die zijn ze vergeven. Aan wie gij ze toerekent, die zijn ze toegerekend. Want de Geest zal u zeggen wie in de orde van de Vader staat en wie niet in die orde is, en wie door u met liefde, geduld, erbarmen en zachtmoedigheid moet worden geleid, onderwezen en gedragen, om te komen tot het doel van de volmaaktheid en van het eeuwige leven bij en in Mij."
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[775] En later horen we ook uit de mond van Thomas, toen de Heer de zeer gevaarlijke tocht naar Bethanië begon om voor de ogen van de tempeldienaren hun grote tegenstander Lazarus uit het graf op te wekken, de dodelijk vermoeide oproep tot de discipelen: "Kom, laten wij ook gaan om met Hem te sterven!" (Joh.11:16).
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[776] Maar toen Thomas door de Heer als discipel werd opgenomen en onder Zijn goede hoede en onderricht stond, ontkwam hij er aan de andere kant toch niet aan om zich zorgen te maken over zijn familie en andere aardse zaken. Voordat hij definitief een volgeling van de Heer werd, vond hij dat hij nog een keer naar zijn geboortestreek moest gaan om er alles voor elkaar te maken, de doden te begraven, zij die leefden te verzorgen en zijn familie en vrienden in te lichten over de reden, waarom hij bij Jezus vertoefde. Deze bedrijvige, aardse zorg en voorzorg vloeide bij Thomas, evenals bij Lazarus' zuster Martha, voort uit een zuivere liefde tot de naaste. Daarom was zij in de ogen van de Heer ook niet ongezegend; de mensenvriend, die zich voor de ander inzet, is immers ook Gods naaste vriend en hij toont zich Zijn grote liefde, genade en erbarmen altijd waardig.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon