10915 resultaten - Pagina 594 van 728
... 582 - 583 - 584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 ...
[13] Ik zeg: 'Wees daarop maar gerust, beste Cado! Deze keer is er voor haar, evenals voor allen die van haar gezindheid zijn, een val gezet waar ze onvermijdelijk in zal lopen! Wij echter zullen nu aan wat anders beginnen!'Hoofdstuk 37: Minerva's theatrale vertrek naar haar laatste gevecht. Sahariël, Robert en Cado keren huiswaarts. De Heer neemt Cado aan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Robert reikt haar een zwaard aan. Minerva rukt het hem uit de handen en lacht daarbij echt satanisch: 'Ha ha ha! Is me dat een zwaard, van lood of van karton? Is dat soms een symbool van jullie hemelse macht en kracht?' Robert zegt: '0 nee, schoonheid, wel is het een symbool van jouw tegenwoordige macht. Ga en strijd ermee, jij ellendige, en behaal je overwinning! Wil je echter met ons meegaan, dan staat ook deze weg voor jou open! Maak nu duidelijk wat je zult doen!'
Hoofdstuk 37: Minerva's theatrale vertrek naar haar laatste gevecht. Sahariël, Robert en Cado keren huiswaarts. De Heer neemt Cado aan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Jullie doen er goed aan zo te vragen, maar het vergaat jullie met je vragen zoals diegenen die overal te laat kwamen en daarom ook voor Mij steeds te laat moeten komen omdat Ik overal en in alles de Eerste ben. Jullie zijn als de ledematen van Mijn lichaam, die niet in staat zijn eerder te handelen dan wanneer Mijn geest ze tot handelen aanzet. Als jullie echter bij alles Mijn geest nodig hebben, hoe kunnen jullie dan denken dat Ik eerst door jullie verzoek ertoe bewogen moet worden om iets te bewerkstelligen, waarvan Ik de noodzaak al heb ingezien nog voordat een geest uit Mij zich verheugde over een vrij bewustzijn! Wanneer jullie pas over een zaak beginnen na te denken, heb Ik al zo'n duizend jaar lang voorzorgsmaatregelen getroffen en alles zo op gang gebracht, dat de uitwerking precies zo aan het licht moet treden. Anders zou tenslotte het algemene hoofddoel onmogelijk bereikt kunnen worden, namelijk jullie eeuwige, vrij scheppende leven in Mijn goddelijke tegenwoordigheid.
Hoofdstuk 40: De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Het is werkelijk jammer voor Uw mooie aarde, dat zij niet in staat is de haar telkens opnieuw toegebrachte wonden te genezen, als U haar de steeds eendere kwelgeesten niet van het lijf houdt. Wat U, Heer en Vader, echter doen zult, doe dat spoedig, want anders worden de mensen verteerd door te grote angst voor de te verwachten dingen die de aarde nog zullen overkomen! Wij hier hebben natuurlijk gemakkelijk wachten, daar vanwege onze grote zaligheid bij U, heilige Vader, ook voor ons duizend aardjaren gelijk zijn aan een vluchtige lentedag, maar voor de nog in sterfelijke omhulling levende broeders op aarde worden bange minuten tot jaren, en jaren tot eeuwigheden. Daarom, o Vader, open Uw rijke bron van liefde en genade, beproef de armen op aarde genadig en bekort deze slechte tijd! Uw heiligste wil geschiede altijd!'
Hoofdstuk 40: De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik was verkeerd, slecht en boosaardig tegenover U, o Heer, en steeg hoger en hoger om des te dieper te vallen. Maar toen ik volkomen gevallen was, kwam U, hielp mij weer overeind en maakte zo uit een duivel een mens naar Uw maatstaf. En zo handelt U, o Heer, voortdurend, want Uw barmhartigheid is onbegrensd en Uw liefde en genade vullen alle ruimten der oneindigheid. De nederige vernedert U nog meer opdat hij volmaakt mag worden en dichter bij Uw hart mag komen. De hoogmoedigen echter verheft U, en U bezorgt hun de volledige val, zodat zij als gevallenen mogen inzien hoe ijdel al hun inspanningen waren en wat een volslagen niets ze zijn voor U, 0 Heer! Gelukkig diegenen die hun zekere val ter harte nemen en zich voor U verdeemoedigen; maar zij, die zich bij hun val staande willen houden, voor hen een drievoudig wee, want hun weg zal een hete weg zijn en hun ommekeer bijna onmogelijk.
Hoofdstuk 39: Cypriaan bij de heer. De beste dank. De manier waarop de Heer leiding geeft. De naar het gericht leidende wegen van Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Dat is ook al gebeurd, want Ik lees het in je hart en dat is voor Mij de waardevolste dank; heb je Mij deze echter reeds gebracht, waarom zou je er dan nog een slechtere aan toevoegen?' Cypriaan zegt: 'Maar daar weet ik zelf nauwelijks iets van! Hoe kan een mij totaal onbewuste handeling waarde voor U hebben?' Ik zeg: 'Omdat zij overeenkomt met Mijn leer uit het evangelie, volgens welke de linkerhand ook niet hoeft te weten wat de rechter voor goeds doet in Mijn naam! Denk je nog steeds dat een Mij welgevallige dank Mij volgens rooms gebruik onder galmend klokgelui, onder geweldige klanken van orgels, pauken, trompetten en bazuinen en onder het zinloos opdreunen van Latijnse hymnen gebracht moet worden? O vriend, dat alles is Mij de reinste gruwel! Wie Mij oprecht wil danken, die danke Mij in zijn hart en wel zo, dat zijn hoogstwijze verstand daarbij niet meer te doen heeft dan een gewone handlanger bij een of ander meesterwerk. Zo'n dank heb je Mij gebracht; als Ik daarmee uiterst tevreden ben, wat wil je dan nog meer?'
Hoofdstuk 39: Cypriaan bij de heer. De beste dank. De manier waarop de Heer leiding geeft. De naar het gericht leidende wegen van Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ondertussen komt pater Cypriaan echter naar Mij toe en zegt: 'Heer, beste Vader van mensen en engelen, dat zuiver helse tussenspel heeft een aardig tijdje geduurd. Het beste aan deze zaak is, dat met het verdwijnen van die werkelijke oer-satan nu ook zijn nare evenbeeld helemaal uit mijn hart is verdwenen, want de beide broeders Dismas en Thomas hebben bij mij bijna eenzelfde duivels uitdrijving bewerkstelligd als de fameuze Cado bij de schijn Minerva. Ik ben nu, voorzover ik mijzelf onderzoek, tenminste gezuiverd van alles wat maar rooms was in mij. Gierigheid, nijd, hebzucht, heerszucht en betweterij zijn nu verre van mij. Met een licht en vrij gemoed sta ik nu voor U en vraag U ook om een kleine zegen. Daar U onze goede broeder Robert zo overvloedig hebt gezegend, zodat hij zich van louter zaligheid geen raad meer weet, zult U ook mijn verzoek niet als aanmatiging beschouwen.'
Hoofdstuk 39: Cypriaan bij de heer. De beste dank. De manier waarop de Heer leiding geeft. De naar het gericht leidende wegen van Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Sahariël wijst echter op zijn tong en zegt: 'Als dit levende zwaard niets uithaalt, is ook ieder ander tevergeefs! Wanneer het levende zwaard met het hart verbonden is, werkt het voor de eeuwigheid _ zoals ook de Heer sprak: 'deze zichtbare hemel en deze aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden nooit ofte nimmer!' Als je het dus oprecht meent, werk dan met woorden, maar laat het zwaard staan, want als je met het zwaard wilt prediken, dan zal het zwaard beslist je einde betekenen! Wie namelijk naar het zwaard grijpt, zal ook door het zwaard omkomen! Ga in vrede, anders zal je tijd ten zeerste worden bekort!'
Hoofdstuk 37: Minerva's theatrale vertrek naar haar laatste gevecht. Sahariël, Robert en Cado keren huiswaarts. De Heer neemt Cado aan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Miklosch zegt: 'Broeders, zoals ik merk, gaan jullie hier voor de Heer, de enige eeuwige, ware rechter, een soort juridisch gevecht aan om niets en niemendal. Daar, op enkele schreden afstand aan jullie rechterzijde, staat de Heer vol liefde, goedheid en zachtmoedigheid! Vraag het Hem, en jullie zullen horen wie van jullie het grootste gelijk heeft. Wie zal echter hier voor de Heer Zelf een strijd over aardse onderscheidingstekenen willen beginnen, die juist nu, bij dit misschien voor de gehele eeuwigheid belangrijkste tafereel daar in het noorden, totaal misplaatst is.”
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Sahariël zegt: 'Zoals er maar één God, één goddelijke ordening en één waarheid bestaat, zo is er ook maar één rechte weg die naar God en de ware, eeuwige vrijheid leidt. Wie deze niet wil bewandelen, blijft eeuwig ver verwijderd van God, van Zijn ordening, waarheid en vrijheid. Wie echter in de enige waarheid in God niet vrij wordt, blijft net als jij voor eeuwig een ellendige slaaf. Zeg jij ons nu kort en bondig wat je zult doen. Wil je met ons mee naar de Heer Jezus, of wil je niet?'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Helena zegt: 'Liefste Robert-Uraniël, voor God de Heer, onze Vader vol zuivere liefde, bestaat noch iets groots, noch iets kleins! Hij geeft aan het ene werk dit, aan een ander werk een ander doel. Waar echter het doel goddelijk is, daar is ook het middel goed. Ik ben een middel in de hand van de goddelijke liefde en jij eveneens. Jij bent net als ik noch groot noch klein, maar wij zijn elkaars gelijke in de liefde voor God. Laten we daarom elkaar geen lof meer toezwaaien, maar elkaar innig vasthouden in God, onze heilige Vader! Jouw wijsheid moge zich verbinden met mijn in God gerijpte liefde! Als wij zo één worden voor God, dan worden wij een waarachtig echtpaar in de hemel en zullen in die hoedanigheid werken volgens Gods orde.'
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Je zag jouw huis eerst van buiten; het beviel je buitengewoon. Toen je echter in de eerste zaal van je huis kwam, beviel het je nog veel beter, omdat je daar spoedig in een gezelschap kwam dat er weliswaar nog heel ruw uitzag _ in alles overeenstemmend met jouw innerlijk - maar dat spoedig zachtmoediger werd, naarmate jouw innerlijk zelf vriendelijker en zachtmoediger werd. Daarop werd een tweede zaal geopend, de grote eetzaal, waar je de tafels moest schikken, hetgeen je veel zorgen baarde. Daarop betraden we een derde, hele grote zaal, het museum genaamd. Daar leerde je al jouw gebreken en het zaad van de dood in jezelf kennen, en verwijderde alles uit je binnenste doordat je tot op de bodem van de hel (vanaf je allereerste bestaan) moest doordringen en je van haar moest zuiveren. En nu sta je nog in dezelfde museumzaal voor Mij.
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Robert-Uraniël zegt: 'O Heer, zeker onze lieve Helena hier, want wie uit de oerbron zelf put, ontvangt zeker het zuiverste licht des levens. Wie echter door Uw heilige ordening wordt genoodzaakt om in de uitgestrekte gebieden waar Uw liefde, wijsheid en macht in uitstroomt de wonderen van Uw erbarmen te aanschouwen, drinkt Uw genade slechts druppelsgewijs, terwijl Helena hele stromen van Uw oerlicht in haar hart opneemt en daardoor wordt binnengeleid in het enorme gezichtsveld van Uw eindeloze erbarming en wonderdaden. Eén vluchtige seconde van ongestoord schouwen in Uw hart moet haar immers meer onthullen dan een heel millennium mij onthult, als ik ver van U verwijderd ben. Hoe zal ik mij nu bij haar staande houden? Ik ben een door kleine lichtdruppels verzadigde geest, en zij draagt zeeën van licht van alle wijsheid in zich mee!'
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Mijn geliefde Cado, kom dichter bij Mij, want ik heb je iets groots en belangrijks te geven!' Cado buigt diep en zegt dan: 'Heer, ik had van U weliswaar een heel andere voorstelling, maar nu ik U in de meest bescheiden eenvoud zie, bevalt mij dat toch het meest. Ik jubel in het diepst van mijn hart, omdat U als het allerhoogste Godwezen zo bescheiden en eenvoudig bent! Zo heb ik mij de Godheid in mijn hart vaak gewenst, al moest ik mij Haar ook steeds als ontoegankelijk voorstellen, omdat mijn bevattingsvermogen mij geen andere voorstelling toestond. Omdat ik hier mijn God en almachtige Schepper zo aantref, ben ik nu bovenmate blij en stel U, Heer, mijn kleine beetje kracht dadelijk bereidwillig ten dienste. Laat me echter niet werkeloos toekijken, want het is mij een vreugde iets goeds te doen. - Wat zal er nu_met die zogenaamde Minerva gebeuren? Moet zij zo blijven of zullen wij toch nog verdere pogingen doen om haar te beteren? Zoals ze nu is, zal ze veel onheil stichten op aarde; daar is ze zeer zeker op uit.'
Hoofdstuk 37: Minerva's theatrale vertrek naar haar laatste gevecht. Sahariël, Robert en Cado keren huiswaarts. De Heer neemt Cado aan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De zaak staat er bij wijze van spreken zo voor, alsof er twee putten waren, waarvan de een vol is met het zuiverste water, maar de andere met goor vuil water. Leidt men het overvloedige water van de zuivere put in de tweede, onzuivere, dan zal de vuile inhoud van de slechte put worden gezuiverd en tenslotte zelfs goed water worden. Wanneer men echter het vuile water van de tweede put in de eerste, zuivere, zou leiden, dan zouden beide putten slecht en onbruikbaar worden!
Hoofdstuk 34: Sahariël over het amen. Minerva's liefdesverklaring. Het wijze antwoord van de engel. Gelijkenis van de twee bronnen. Cado onthult de stand van zaken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)