Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 596 van 1112

...  584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609  ...
[14] Zie, een vader in het morgengebied - wel de rijkste aan kinderen en aan liefde tot hen - had lang toegekeken hoe zijn kinderen zich met allerlei nuttige en meer nog met schadelijke dingen bezig hielden. Daarom had deze wijze vader zich zo opgesteld dat de kinderen hem niet konden opmerken. Maar na niet al te lange tijd gespeeld te hebben begonnen de kinderen zich onbehoorlijk te gedragen, zodat er nauwelijks één overbleef die zijn hart rein hield uit liefde tot zijn niet opgemerkte vader. Voortdurend vermaande deze weliswaar met zorg al de oudere broers en zij luisterden echt wel graag naar zijn woord; maar ernaar handelen wilde niet één graag van harte.
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Toen besloot de vader zich onherkenbaar te vermommen en zo zijn kinderen te benaderen en te doen alsof hij als vreemdeling uit de diepte kwam.
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] De kinderen namen hem wel op, maar niet met liefde, maar door bemiddeling van die ene slechts als vreemdeling; want omdat hun hart zich had veranderd in dwaasheid en werelds was geworden, waren ook hun ogen blind geworden en hun oren doof, zodat zij daardoor de vader niet konden herkennen.
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Maar toen de vader zich geleidelijk aan steeds meer te kennen gaf door daden en woorden, werden de kinderen angstig en bang, en weinigen verdroegen zijn aanwezigheid.
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Omdat de vader zag hoe onrijp zijn kinderen nog waren, verwarmde hij hen allen met zijn liefde, zodat zij zich tot hem wendden en hem loofden en prezen. En de vader sterkte hen allen en zegende hen en verliet hen toen voor een korte proeftijd.
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen Abedam dat nu uit de mond van de onbekende had vernomen, begon hij zich mateloos te verwonderen en zei:
Hoofdstuk 147: Abedams gesprek met Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En de onbekende Abedam antwoordde de bekende: "Luister, Mijn geliefde vriend, zeg Me eens, waarvoor dient die haast als men zich reeds ter plaatse bevindt!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En als Hij nu eens onverwacht bij Zijn kinderen terug zou komen en als hun hart vrijer en hun liefde krachtiger zou zijn, wat denk je, - zou dan de Vader Zich ook niet krachtiger tonen dan onlangs, en zou het dan ook niet zo kunnen zijn dat Hij precies op Mij zou lijken?!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Want Ik denk dat de gedaante van de Vader ten opzichte van de kinderen zich altijd op de in hun hart wonende meer of minder vrije liefde tot Hem richt! Wat denk jij hiervan?"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] En Abedam, de vreemdeling, vroeg terstond aan Henoch: "Geliefde Henoch, zie het is avond geworden! Jullie staan op het punt vanaf deze zo buitengewoon geheiligde plaats de terugweg te aanvaarden; mogen Ik en Mijn naamgenoot niet ook met jullie meegaan naar de hoogte, bij jullie overnachten en dan morgen met je de sabbat van de Heer vieren? Want zie, toen Ik had vernomen wat zich hier allemaal afgespeeld had, kwam er een groot verlangen in Mij op om de gewekte, levende kinderen van de grote, heilige Vader te zien en dan ook uit hun levende harten levende woorden te vernemen!"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] En zij vertrokken. Toen ze nu bij de overige vaderen waren aangekomen, werden zij door deze verwelkomd en allen verdrongen zich om de twee Abedammen. Maar Adam draaide zich om, omdat Abedam achter hem langs liep en vroeg de onbekende Abedam:
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] Wanneer dat het geval is, dan verontschuldigt dat wel jouw - veroorloof mij, vader Adam, - jouw buitengewoon oppervlakkig gestelde vraag en daarop kan je slechts een even oppervlakkig antwoord worden gegeven en wel dit, dat jouw morgenkinderen allemaal fris en gezond zijn en dat velen zich op de dag van morgen verheugen.
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] En Adam verwonderde zich in hoge mate over dit antwoord en durfde de vreemdeling niets meer te vragen.
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Het is bij ons reeds een oude regel de kinderen minstens een uur voor zonsopgang te wekken, opdat hun zwakke ogen zich langzamerhand aan de komende dag kunnen gewennen om dan gemakkelijk en zonder nadeel het sterke licht van de dag te kunnen verdragen. Meen je dan dat wij daarom ietwat wijzer handelen dan Emmanuël?!
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Zie, dat ligt in Gods eeuwige ordening verankerd! Maar de slapende kent geen verschillen in de nacht omdat hij slaapt; en als de grote Wekker komt, een bruisende wind ter middernacht, dan doet hij weliswaar zijn ogen open, maar draait zich om en slaapt weer in om tot aan de opgaande zon te dromen. Staat hij dan op, dan is hij lichtschuw en probeert al spoedig zich onder een dichte lommer te verbergen.
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  584 - 585 - 586 - 587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609  ...