Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 599 van 1088

...  587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612  ...
[18] O Seth, o Seth, zie toe dat de Heer niet datgene weer uit je hart wegneemt wat Hij je reeds op zo'n heerlijke wijze gegeven heeft! Laat iedereen een volgende maal eerst naar mijn stem luisteren en diegene die ik ter ondersteuning tot mij roep, laat hem komen en mij helpen! Alleen bij gelegenheden zoals deze, waarbij de Heer zo duidelijk met ons optrekt, is het helemaal niet nodig dat wij elkaar ongevraagd helpen, daar toch de allerbeste mensenhulp in het niet valt bij de ware, onuitsprekelijke hulp van de Heer door Zijn almachtige woord, dat niet is zoals een menselijk woord, maar dat altijd een volbrachte daad is voor alle eeuwigheden der eeuwigheden.
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] O vader Seth, zie, het is de wil van de Heer, dat iedereen voortdurend in zijn eigen hart naar het eeuwige leven van zijn ziel en zijn geest zal streven; maar daarbij moet toch niemand zich laten verleiden en van mening zijn dat men in een paar uur ook reeds alles bereikt heeft!
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Wat is meer: vrij te zijn in de liefde door de liefde, of onder het harde juk van de gehoorzaamheid te smachten naar de vrijheid van de liefde, die moeilijk te verwerven is en eeuwig zal zijn, terwijl het tevergeefs reikhalzende hart lang zal moeten bloeden onder de harde slagen van de verzoeking?
Hoofdstuk 84: Adam richt wijze woorden tot Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] O Seth, er zullen eens tijden komen, dat onze verre nazaten onder bergen van wetten zullen leven en zij zullen als een gloeiende steen diep in de aarde tevergeefs naar vrijheid smachten! En jullie broeders zullen diegenen die slecht luisteren in stenen holen stoppen en hen van alle vrijheid beroven. Dan zullen er zoveel zonden zijn als het zand in de zee en het gras op aarde!
Hoofdstuk 84: Adam richt wijze woorden tot Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen Seth die woorden had gehoord, zag hij meteen de bekrompen dwaasheid van zijn handelen volkomen in, werd weer een vrij mens en loofde en prees Mij uitbundig in zijn weer levende hart en verheugde zich zeer over de woorden van Asmahaël, die nu op verzoek van Henoch dadelijk begon te spreken en wel over het stilzwijgen van de kinderen van de avond. Wat hij zei, sprak hij uit Mij door de geest van Abel in bondige en vloeiende woorden, als een beekje dat rustig over kleine kiezelsteentjes en zandbankjes voort ruist en verder borrelt om zich dan lachend uit te laten stromen in de rivier, die haar lieveling met open armen opneemt om het dan op haar brede schouders naar de zee van rust verder te dragen.
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Nu zijn jullie in deze zo liefderijke positie als kinderen van de heilige Vaders geplaatst, jullie zijn vrij en vol leven en genade van boven; hoe kunnen jullie dan zo verblind zijn de kinderen van diezelfde heilige Vader zonder enige reden naar de verschillende oorden te verbannen onder de dwang van een duister gebod, dat hen niet tot leven brengt noch vreugde geeft, maar hen naar lichaam en geest doodt?!
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Maar hoe staat het vervolgens met de vaststelling van de ordening krachtens welke ieder wezen de hem gegeven vorm moet behouden en zich niet naar vrije willekeur kan veranderen? De Schepper, onze heilige God en Vader, heeft het aldus ingesteld dat is en zal voor eeuwig waar zijn! -; maar moet datgene wat bij de schepselen en de kinderen de onveranderlijke vorm bepaalt, bij de Heer niet een door Hemzelf vastgestelde wet zijn, die Hij tot op het laatste oneindig kleine puntje in acht moet nemen, indien door Zijn oneindige liefde de schepselen zodanig zullen blijven als Hij hen uit Zijn eeuwige ordening vastgesteld heeft?
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Maar om je te leren, dat je je, zoals Hij, volledig vrij zult voelen, gaf Hij als Vader uit het diepste van Zijn liefde aan jullie kinderen - ik zou het nooit een gebod willen noemen slechts een zeer wijze, welwillende raad, je aan niets te verbinden en niets aan te raken, dat belemmerend voor je vrijheid zou kunnen worden; maar jullie, in het volste bewustzijn van goddelijke vrijheid en volheid van kracht, wilden geen acht slaan op de raad van je liefhebbende Vader en grepen naar alles wat je nog zeer onbestendige vrijheid en leven wel moest belemmeren. Die daad was in strijd met de eeuwige ordening van de liefde; nu moest de heilige Vader de eindeloze schepping omvormen om je opnieuw in de vrijheid van het leven te stellen.
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Dit is een wet! Wie kan deze nu weer ontkennen en ervan beweren, dat het geen wet zou zijn, maar de tot niets verplichtende, meest ongebonden vrijheid?!
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Wie kan mij nu met zekerheid zeggen, of mijn liefde vrijheid is of wet? Omdat ik liefheb en leef, is zij de vrijheid; maar omdat de liefde mij naar zich toe trekt en mij onuitsprekelijk goed bevalt, is zij een eeuwig richtende wet, waardoor ik, die door de onweerstaanbare aantrekking tot God in mijn hart moet liefhebben, dood, ja voor eeuwig dood ben en het noodzakelijkerwijs ook moet zijn!
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Het komt mij voor, alsof Asmahaël hem alle moed ontnomen heeft! Ga naar hem toe en zeg tegen hem dat hij ons nu niet in de steek mag laten; nu is het immers van het grootste belang om ons, zijn vaderen, door zijn gezegende mond uit de grootste van alle verlegenheden te redden. Ga en maak hem dat duidelijk, als je wilt! Amen."
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar Jared krabde zich achter zijn oor en merkte eindelijk op: "Zie, vader Enos, als een straal van de zon mij steekt, dan verlaat ik die plaats en vlucht naar de verkoelende schaduw! Indien nu de felle straal een gat in de grond zou branden, waarlijk, ik zou er mij weinig om bekommeren; want ik heb immers een goede schaduwplek gevonden! Ik moet toch wel buiten al mijn zinnen zijn, indien ik mijn schaduwplek zou verlaten eer de zon ondergegaan is!
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Kenan: "Laten wij de zaak laten rusten! Indien het hier werkelijk tot een overnachting komt, zal daardoor de aarde niet wormstekig en de vaste grond niet tot water worden. De Heer weet het beste waarom Hij voor onze bezige tongen een kleine rustdag heeft ingelast! Ik zeg altijd maar: het is beter te handelen dan steeds te praten en te leren. Ik luister weliswaar zeer graag naar mooie toespraken en lessen, - maar eerlijk waar: op deze reis gebeurt er teveel van het goede; men kan het niet meer verwerken en Asmahaëls woord is als een steen in mijn maag, luister, die zal nog enige rust nodig hebben om te verteren! Laten wij het daarom laten zoals het is en zwijgen! Amen."
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Daarom niet gedraald; want er kan zeker niet meer misgaan dan nu al het geval is, waarbij wij naar mijn mening allen in het duister zitten en zweten, en er ook niet één verkoelend dauwdruppeltje uit de aarde noch uit de gloeiende hemel op onze smachtende zielen valt!"
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Zie, Asmahaëls mond heeft ons allen met een drievoudige duisternis geslagen en zoals je ziet, kunnen wij onszelf niet helpen! Maar wat de Heer krom maakt, dat zal Hij wel weer op een Hem welgevallige tijd rechttrekken! Daarom, indien jij onder zorgen gebukt gaat, breng dan je hart tot rust in de liefde van de Heer! Maar heb je enig lichtpuntje betreffende deze zaak die ons allen terneer drukt, berg dat dan niet te diep in je hart op; want ook het geringste vonkje verkwikt het naar licht dorstende oog van een verdwaalde wandelaar in een zwaar bewolkte, pikzwarte nacht!
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612  ...