Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 599 van 1112

...  587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612  ...
[4] U verborg Zich weer voor hen, opdat zij U zouden zoeken en met dit heilige zoeken de wereld en haar vergankelijke bekoring zouden vergeten!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Wie U ooit onrijp benaderde, wees U zacht terug en zette hem op een goede aardbodem opdat hij des te sneller rijp zou worden en dan met velerlei vruchten beladen tot U terug zou kunnen keren en U beloonde hem daarbij ook nog, omdat hij zich door U oneindig liet beminnen en met talloze liefdesdaden van het leven geduldig liet overladen!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Wiens hart kan zich ver genoeg uitbreiden om de onuitsprekelijke grootte van Uw erbarmen, Uw geduld, Uw lankmoedigheid, ja de oneindige grootte van Uw vaderliefde op te nemen?!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze warme woorden van dank wendde de hoge Abedam zich liefdevol tot Seth en zei tegen hem: "Seth, Mijn zoon, kom hierheen, hier aan deze borst, die je al heeft liefgehad eer er nog ergens een zon de baan van haar aarde verlichtte!
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] "Blijf zolang daar waar jullie nu zijn, totdat wij terugkomen! Wie de naastenliefde uitoefent zal wederom naastenliefde ondervinden; maar wie de zwakke moeder verzorgt, zal op aarde met liefde worden beloond en wie liefde heeft als loon, heeft een waardevol pand in zijn hand waarmee hij zich gemakkelijk het allerkostbaarste zal kunnen verschaffen.
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Is dat niet degene die zich aan het begin van de avond samen met de teruggekeerde Abedam bij ons aansloot?!
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Maar Eva richtte zich op en merkte het volgende tegen het vijftal: "Kinderen, waarom vragen jullie aan elkaar dingen die geen van jullie begrijpt!
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Luister, de storm is geheel gaan liggen; aangename rust heerst nu weer boven de hard beproefde vlakten van de aarde; van de bladeren van de bomen vallen de laatste druppels van de doorstane grote angst en een koele dauw heelt menige wond die de bliksem zeker in de gezonde stammen heeft geslagen; en een verkwikkende slaap zal zich al meester gemaakt hebben van de kleine bange kindertjes; en allen die dit lange uur van verschrikking wellicht tot vertwijfeling bracht, zullen neergevallen op de grond met door wroeging verteerde harten en badend in tranen van berouw, God voor deze redding danken.
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] Zo was het buiten nog gesteld. En duizenden en nog eens duizenden kinderen lagen daarbij in grote kringen om de woning van Adam en prezen God voor de redding; en bevende moeders haalden huilend hun kleine kinderen, die niet zelden meehuilden, naar zich toe; reeds sliepen enigen, moe van de verschrikkingen op de schoot van hun snikkende moeders in.
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En nauwelijks had Seth het amen uitgesproken of aan de gehele hemel was geen wolkje meer te bekennen, behalve de nog nauwelijks zichtbare rookzuilen van de aan de uiterste rand van de verre horizon nog voort brandende bergen. De hemel zag er als opnieuw geschapen uit, prachtig versierd met de mooiste sterrengroepen en alles wat maar leefde en ademde verheugde zich over de weer herstelde rust en orde.
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En nadat zij zich van de rust en hun bevrijding zouden hebben overtuigd, konden zij dan God de vereiste dank betonen en zich onbekommerd aan de natuurlijke rust overgeven.
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Toen dat overal werd verkondigd, stonden allen dadelijk op en snelden naar hun woningen. Enige van de oudsten begaven zich echter naar het zestal, vielen ter aarde en dankten met een berouwvol hart de vaderen en door hen ook God. Nadat zij weer opgestaan waren, vatte een van hen, die een tiende zoon was van Seth, moed en vroeg aan hem:
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Hierop begaven zij zich naar de verschillende plaatsen waar de om de woning van Adam gelegerde kinderen zich bevonden en deelden hen mede dat het nu de juiste tijd was om naar huis terug te keren en niet te vrezen, omdat al de gedrochten allang weer naar de diepste delen van het woud gesneld waren. En bovendien zou iedereen in zijn woning zoveel licht aantreffen dat het met behulp daarvan makkelijk zou zijn iedere hoek van de woning te doorzoeken om zich daardoor ook ervan te overtuigen dat de machtige, grote Vader nooit zo ver van Zijn kinderen verwijderd is als zij in hun dwaasheid niet zelden meenden vanwege hun bovenmatig blinde geloof.
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Al spoedig wendde Abedam, de hoge, Zich tot het viertal en zei tegen hen: "Wie begrijpt wat hij niet ziet en verstaat wat hij niet hoort?!
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Omdat Abedam hen daarmee zo kort afgescheept had, wendden zij zich nog tot Seth en vroegen hem wat er met deze vreemdeling aan de hand was; want Zijn woorden klonken zo zonderling en hadden tot nu toe een zeer vreemde uitwerking op hun gemoed.
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  587 - 588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612  ...