Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 600 van 1112

...  588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613  ...
[21] Onderweg vroeg de een de andere wat hij vond van de vreemdeling die zich bij de hoofdstamvaderen ophield.
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] En zo zag ik ook eens vanaf een hoge rotswand, hoe een heel zware, grauwe wolk zich uit de zee losmaakte. Deze steeg steeds verder op tot aan de hoge rotsrand. Ik wilde alleen maar zien waaruit die wolk bestond; maar spoedig voer er een huivering door mij heen. Want hoe dichterbij deze somber aan kwam rollen, des te onheilspellender werd de diepte. Daarom, zoals jullie zult begrijpen, neem ik aan, verdween ik zo snel mogelijk van die wand vandaan Ik ben in de richting van mijn hut gevloden waar d' oude rust mij werd geboden.
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Daarop vroeg ik aan mijn hart waar het licht zich verborg. En mijn hart bleef zwijgen en ik vroeg het voor de tweede en voor de derde maal en wederom bleef het stom en tot nu toe is het stom gebleven!
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Stel, dat jij twee dienaren zou hebben die je dienden: de ene zou zich, als je hem werk op zou dragen, over de hem gegeven opdracht op wetenschappelijke wijze het hoofd breken en zou de hele dag niets anders doen dan bestuderen wat je opdracht wel zou betekenen en wat erin verborgen zou zijn.
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] En Abedam antwoordde hem: "Zoals het jou vergaat, zo zal het eens zeer velen en deze velen heel lang vergaan, omdat ook zij in de wereldse wijsheid de dood zullen vinden. Hun harten zullen tot steen worden. Hebzucht zal het gevolg zijn. Deze zal nijd, inhaligheid en doodslag met zich meebrengen, en de gierige zal men in zijn steeds ten eigen bate aangewende spaarzaamheid een held van de deugd noemen. Dan zal grote armoede veler lot zijn en de dood het lot van nog meerderen!
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] "Jared, sta op en kom bij Mij! Want van nu af aan zal het niet meer nodig zijn dat je droomt over Emmanuël, die je zo liefhebt en die je altijd lief hebt gehad; daarom heeft Asmahaël zich ook reeds bij monde van de vaderen voorgenomen bij jou te komen wonen. Ja, je zult niet meer van Hem dromen, maar je zult Hem altijd levend onder het dak van je huis hebben!
Hoofdstuk 166: Hoe de ware liefde tot God zal moeten zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] En tenslotte wendde Abedam zich nog tot Methusalah en vroeg ook hem: "Methusalah, jij weet nu wie met jou spreekt; maar daarom moet je er niet voor terugschrikken Mij ook jouw bevinding mee te delen. En doe dat dus, als je het wilt!"
Hoofdstuk 166: Hoe de ware liefde tot God zal moeten zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] En zo begaven allen zich met harten vol dank en liefde ter ruste.
Hoofdstuk 166: Hoe de ware liefde tot God zal moeten zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Toen zij zich nu, op Eva na, hadden gewassen - want de vrouwen wasten zich pas na de mannen en aan een andere bron -, namen zij olie en zalfden daarmee hun hoofd. En pas na de zalving hieven zij de morgendankzegging aan tot de nu aanwezige hoge Abedam en die klonk als volgt:
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Onthoud Uw erbarmen, Uw heilige liefde en Uw heilige genade niet aan ons die zich Uw kinderen noemen, maar eigenlijk slechts louter zondaren zijn! Zegen ons, raak ons aan en leid ons, scherp onze zintuigen en verteder onze harten, opdat die lieflijk mogen zijn als honing en was, en verruim onze enge borst, opdat zij steeds hoe langer hoe meer de ware liefde vanuit U, o heilige Vader op zal kunnen nemen!
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Vanuit God moet alles sterven; maar dan komt het leven van de Vader over de doden. Wie God zoekt, die zal Hem verliezen en zichzelf en zijn leven; want God laat Zich niet aantaken. En de wijsheid van de mens die Hem zoekt, is voor Hem een gruwelijke, walgelijke dwaasheid en voor de zoekende slechts onvermijdelijk dodelijk. Want met de wijsheid raakt hij God aan; maar deze kan door geen geschapen wezen in wat voor een gemoedstoestand dan ook, aangeraakt worden en daarbij zijn leven behouden.
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Waar de Vader is, daar is God ook. Maar alleen de Vader openbaart Zich aan de kinderen; God echter kan Zich aan niemand openbaren, behalve alleen door de Vader en dan openbaart, zoals nu, de Vader de Godheid. Wie Mij dus hoort, ziet en bemint, die hoort, ziet en bemint ook God. Wie wordt opgenomen door de Vader, die zal ook worden opgenomen door God.
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En die drie waren tevreden met dit antwoord en traden toen vervuld van de grootste eerbied de woning binnen, waar zij zich meteen voor Adam en al de overigen voorover neerwierpen.
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Waarbij er dan als tegenstelling wel heel nadrukkelijk de aandacht op gevestigd dient te worden, dat deze afgrijselijke taferelen, toen zij zich ongetwijfeld op hun hoogtepunt bevonden, opeens zodanig verstomden alsof zij er nooit waren geweest en dat ook de zee plotseling zo sterk terugweek, dat zij niet alleen weldra binnen haar vorige grenzen terugkeerde, maar zo geheel en al verdween, dat daarvan nu nergens meer een spoor te ontdekken valt, behalve een onafzienbare zich naar alle zijden uitstrekkende slijkbodem, die voordien de zee tot bedding had gediend.
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Ik wil niets zeggen over al die vurige taferelen, niets over de rondom ons nog geheel in vlammen staande en in rook gehulde bergen, niets over het voortdurende beven van de aarde, niets over de talloze bliksems, niets over de brandende en rokende wouden, vurige winden en meer van dergelijke dingen; want de donder blijft van jaar tot jaar gelijk en zo is het ook gesteld met andere verschijnselen die in de strijd tussen de elementen ons onder ogen komen en, niet minder vreesaanjagend, ook de andere zintuigen raken. Maar luister, goede man, wanneer de zee, de eindeloos grote zee ongehoord woedend buiten zijn oevers treedt, schuimend en bruisend hoger en schrikwekkend steeds hoger stijgt en tijdens dit vreselijke rijzen de ene berg na de andere begint te verslinden en tenslotte zelfs ons, de bewoners van middernacht, door de talloze voor de golven vluchtende dieren dwingt ijlings onze woningen te verlaten, ja tenslotte de golven zelfs zover begon op te stuwen dat deze onze woningen verslonden, de dieren van het woud ons najoegen en daarenboven nog nooit waargenomen vreselijk grote monsters, die waarschijnlijk evenals vele andere dieren in het water leven, en gruwelijk met elkaar strijdend en van hot naar haar wentelend, ons een huiveringwekkende aanblik bood, - zie, dat is iets, wat we misschien wel nooit kunnen vergeten!
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  588 - 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613  ...