Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 61 van 263

...  49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74  ...
[12] De ware waarheidsprofeten zal de Heer steeds in alle stilte doen opstaan en ze zullen als stille wateren in de wereld nooit lawaai of een enigszins merkbaar geluid maken; in degenen die geluid en lawaai zullen maken zal de waarheid en het Woord van de Geest echter niet zijn.
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Niemand vocht om deze functie. Het volk, overtuigd van de noodzakelijkheid van een wijze leider, bouwde de mooiste woning voor hem en versierde de vertrekken met allerlei edelstenen, met goud, parels en kostbare schelpen, en ze voorzagen de leider van alles wat hij maar nodig had voor een aangenaam leven, en zijn woord was voor het volk een wet. Daar is vandaag de dag nog het grote aanzien van de heersers op gebaseerd, - echter met dit grote verschil:
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Toentertijd had de heerser geen wapens nodig; zijn woord was reeds alles in alles. Wat hij aanraadde en wat hij wilde hebben, werd met vereende krachten tot stand gebracht en dit alles met grote liefde en vreugde. Wie een of andere schat vond of een bijzonder mooi kunstwerk vervaardigde, bracht dit naar de leider van het volk. Want bij de ouden bestond de wijze gewoonte om als volgt te oordelen: 'Wat er ook maar enigszins toe kan dienen de wijsheid van de leider te verhogen, moet aan hem gegeven worden; want de wijsheid van de leider is de orde en het geluk van de volkeren!'
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Van nu af aan zal Mijn woord de kostbaarste edelsteen zijn voor de mens en waar en zuiver goud Mijn leer. Ieder mensenhart dat vervuld zal zijn van zuivere liefde tot God en tengevolge daarvan tot zijn naaste, zal een waar en levend paleis en een tempel zijn, en wiens hart het volst zal zijn met liefde, die zal een ware koning in Mijn rijk zijn!
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Daarom: Geen klinkend metaal en geen geslepen diamant zal jullie meer dienen als kroon van het leven, maar Mijn Woord en het handelen daarnaar! Want van nu af aan moet geen enkele materie voor jullie hart meer waarde hebben, doch alleen Mijn Woord en het vrije handelen naar Mijn Woord vanuit de eigen wil.
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Wel moeten keizers en koningen zich buitendien tooien met de oude sieraden; maar willen ze wijs en machtig zijn, dan moeten ze daar toch geen enkele waarde aan hechten, maar alleen aan Mijn Woord! Wie dat met zullen doen, zullen dan ook spoedig door vele vijanden omringd zijn!
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik zie dat jij en jullie allen dit allemaal heel goed hebben begrepen en Ik zeg jullie daarom nu dan ook, dat jullie reeds met alles zijn toegerust wat jullie voor het verder uitdragen van Mijn Woord en Mijn wil nodig zullen hebben. Volgens de voorspelling van de profeet Jesaja is hier nu in deze paar dagen alles in vervulling gegaan, en daarom is hier nu een dagtaak volbracht.
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het is vanzelfsprekend, dat men dit slechts een, twee of drie keer kan doen voor een vriend; vraagt hij dan echter weer om nog langer te blijven, troost hem dan met de verzekering, dat je hem spoedig weer ontmoet en spoor hem aan om voortdurend te handelen volgens Mijn leer, die Ik jullie allen nu gegeven heb, zegen hem dan in Mijn naam en vervolg jullie weg volgens de roeping van de geest, die nu door Mij in je woont als een levend woord en jullie zelf naar het eeuwige leven leidt!"
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] STAHAR zegt met een gewichtig, typisch tempels diepernstig gezicht: 'Waarom en hoe kun je de plaats waar de Schrift en het Woord van God aan het volk wordt geleerd, nacht noemen?'
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Stahar kijkt somber en zegt geen woord; want de woorden van Floran hebben de oude man toch weer stilletjes op betere gedachten gebracht.
Hoofdstuk 101: Roclus en Floran in gesprek over Stahar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ik heb bijna de halve aarde afgereisd om de waarheid en een mogelijk ware God te vinden; maar al mijn grote offers waren tevergeefs! Ik gaf al het zoeken verder op en wierp me in de armen van de wereldse wijsheid en vond daar met mijn heroïsche geest al spoedig voldoening in, en vond ook zoveel innerlijk, zeer waardevol licht door de geschriften van Socrates, Plato en Aristoteles, dat ik daardoor begon te ontdekken dat een mens pas door innerlijke liefde en wijsheid een transcendentaal leven kan opbouwen, dat dan niet meer zo gemakkelijk vernietigd kan worden als het leven van het door en door vergankelijke vlees.
Hoofdstuk 103: Roclus windt zich op over Stahars geestelijke blindheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] ROCLUS zegt: 'Zeker; want nu weet ik uit eigen ervaring waar Ik aan toe ben met de oude Stahar en ik ben er bijzonder blij mee, dat ook door Stahar mijn mening helemaal bevestigd wordt dat bijna geen enkele priester, welke leer hij ook aanhangt, zelf datgene gelooft wat hij de andere mensen te vuur en te zwaard laat geloven! Want ook Stahar was, evenals ik, geheel en al atheïst, en hij is net, zoals ik, pas hier werkelijk in God gaan geloven. Maar nu geen woord meer hierover! Vriend uit de hemelen, merk je niet dat de Heer iets van plan is? Hij gaat ofwel iets doen ofwel iets zeggen'
Hoofdstuk 106: Het beperkte inzicht van de engelen in het denken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] ROCLUS zegt: 'Over wie anders? Jullie zijn immers satans zwarte gespuis en kunnen daarom geen licht verdragen! Hoe durven jullie de Heer en Meester van eeuwigheid, die jullie daarvan al zoveel buitengewone bewijzen met woord en daad heeft geleverd, met jullie oude walgelijke venijn zo schandelijk bezoedelen?! Vrezen jullie dan niet dat zelfs de aardbodem zich hiervoor op jullie zal wreken?! Wie kan Hij zijn, die de berg in zee toeroept: 'Verga en ga te gronde!', en op hetzelfde moment gaat de berg te gronde?! Kan een duivel - volgens jullie opvatting - ooit deemoed en de hoogste liefde tot God en de naaste prediken?! O, jullie enorme ossen en ezels tegelijk, hoe vreselijk woest en verward moet het er in jullie hersenen uitzien, dat jullie niet inzien dat een duivel, als er volgens jullie opvattingen ooit een bestaan heeft, ten opzichte van God de Heer het meest machteloze en daarom allerarmzaligste wezen moet zijn naarmate het verder van de orde van God afstaat!
Hoofdstuk 93: Roclus richt scherpe woorden tot de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wanneer nu volgens het meest wijze en ware woord van de Heer alle kracht en macht slechts in de liefde tot God de Heer bestaat, welke kracht en macht heeft dan jullie Beëlzebub, die vol bittere haat tegen God is, tengevolge van deze smadelijke eigenschap? Als wij mensen al door gebrek aan juiste en ware kennis van God, en alleen daardoor ook zeker door gebrek aan ware en alles uitsluitende liefde tot Hem, zwakke en niets vermogende wezens zijn, hoeveel te meer dan jullie duivels, die God heel goed moeten kennen, maar Hem desondanks haten in een voor ons onbegrijpelijk hoge mate! Wel -, hoe is het mogelijk, dat een wezen dat God volop kent, Hem toch boven alles haat, -waarlijk, om dat te begrijpen en te kunnen verteren heb je zonder meer een Farizeese zwijnemaag nodig! Zo'n maag neemt weliswaar geen varkensvlees tot zich; maar de reden daarvan schijnt te zijn dat, zoals dat in de natuur gebeurt, het ene varken het andere niet vreet!
Hoofdstuk 93: Roclus richt scherpe woorden tot de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] FLORAN zegt: 'De Schrift die wij beiden als -laten we zeggen schriftgeleerden evenmin begrijpen als iemand die deze nog nooit te zien heeft gekregen, en het zogenaamde woord van God dat slechts uit banale menselijke belangen is opgesteld, ken ik maar al te goed. Zeg er daarom tegen mij geen woord meer over! Welke wonderen hebben wij dan ooit door middel van het zogenaamd almachtige woord van God verricht? Wat kunnen wij verder soms met een goed geweten van onszelf zeggen, behalve dat we met de vrijwillige, door ons opgelegde en door middel van geweld afgeperste offers onze zakken en schatkisten hebben gevuld, en met alle mogelijke middelen, waarvan ook het slechtste niet te slecht werd bevonden, hebben geprobeerd om ieder vonkje beter licht de kop in te drukken?
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74  ...