15542 resultaten - Pagina 61 van 1037
... 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 ...
[1] Toen Ik de school binnenkwam, zaten ongeveer tien oudsten van Nazareth met een aantal Farizeeën en schriftgeleerden aan een grote tafel en behandelden juist de verzen uit Jesaja, die aldus luidden: 'Was en reinig u; Iaat Mij uw slechte aard niet meer zien en zondig niet meer! Leer het goede te doen, streef naar rechtvaardigheid; help de onderdrukten, wees rechtvaardig voor de wezen en een voorspraak voor de weduwen! - Kom dan en laten wij met elkaar disputeren, spreekt de Heer. Als uw zonde bloedrood is, zal ze toch sneeuwwit worden en als ze rozerood is, zal ze toch als witte wol worden. Als u Mij gehoorzamen wilt, dan zult u eten van het goede van het land. Weigert u echter en bent u Mij ongehoorzaam, dan zult u door het zwaard vergaan; want zo spreekt de mond des Heren! -Hoe komt het echter, dat de vrome stad een hoer is geworden? Zij was vol rechtvaardigheid, en gerechtigheid woonde daarbinnen, en nu wonen er moordenaars! Uw zilver is schuim geworden en uw drank met water vermengd. Uw vorsten zijn afvalligen en dievenknechten; zij zijn belust op geschenken en nemen graag giften aan; de wezen doen ze echter geen recht, en de aanspraken der weduwen behandelen ze niet! Daarom spreekt Jehova, de Heer Zebaoth, de machtige in Israël: O wee, Ik zal Mij troosten door Mijn vijanden, en wreken door Mijn vijanden!' (Jes. 1:16-24) Zij bespraken de betekenis van deze verzen en het werd hen niet duidelijk.Hoofdstuk 17: De Heer legt een tekst van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Waarlijk, Heer, U mijn leven. Zoals U maar al te bekend zal zijn geef ik heel weinig om al de ijdele schatten van deze wereld; als datgene, wat ik al naar Rome heb gezonden, van mij zou zijn, dan zouden daar allang vele duizenden arme mensen mee geholpen zijn! Maar het was van de keizer, en ik was dus verplicht het verlangde voor hem op te brengen! Maar hoe zou dat ooit mogelijk geweest zijn zonder U en vervolgens zonder mijn beste Faustus en broeder Cornelius!? -Oh, jullie hebben een hele wereldlast van mijn borst afgewenteld! Nu is het tijd voor beloning en vergelding zoveel als ik daartoe in staat ben! -O zeg, zeg, heilige grote Mensenvriend, wat ik nu moet doen!"
Hoofdstuk 20: Sarah 's belevenissen in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar IK zei heel vriendelijk tegen Cyrenius: "Dacht je dan, dat de man vergeten zou zijn wat je het kind gedaan hebt, toen het voor Herodes uit Bethlehem naar Egypte moest vluchten? Oh, de man herinnert zich dat alles heel goed! Alles heb je zonder eigenbelang gedaan omdat je Mij liefhad, - zou Ik dan nu een beloning van je vragen? Nee, in der eeuwigheid niet! Maar omdat je als plaatsvervanger van de keizer over Azië gebieden kunt, gebied dan deze weerspannige dienaren, die niet van God maar van de satan zijn, dat ze over alles wat Ik hier gedaan heb moeten zwijgen als het graf, omdat ze anders zeer zwaar gestraft zullen worden! Want ieder, die tegen zijn naaste een steen opheft, moet zo zwaar mogelijk gestraft worden!"
Hoofdstuk 20: Sarah 's belevenissen in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Toen kwam er een stralende engel en vroeg mij hem te volgen. En ik volgde hem. Snel stonden wij op een zeer duistere plaats; het was nauwelijks zo licht als in een bewolkte nacht. Heel in de verte gloeide het, en de engel zei tegen mij: 'Kijk daar! Dat is de poel waar diegenen Wonen waar je naar vroeg!' En ik keek, zag niets dan duivels en zei tegen de engel: 'Bode des Heren! Ik zie alleen maar duivels en verder niemand! Waar zijn dan degenen, waar ik naar heb gevraagd?' Toen antwoordde de engel: 'Die je ziet, die zijn het!'
Hoofdstuk 20: Sarah 's belevenissen in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] CYRENIUS stapt naar voren, gebiedt stilte en zegt dan: "Luister naar mij, booswichten! Dat ik jullie niet met z'n allen de woestijn in laat jagen, en daar op door afgronden omgeven rotsen laat zetten, en de ogen uit laat steken, hebben jullie alleen maar te danken aan Deze hier, Die jullie ter wille van de heilige waarheid, die Hij tegen jullie sprak, wilden stenigen! Maar degene, die het waagt ook maar met één woord iets aan te duiden van wat er is voorgevallen, hetzij mondeling, schriftelijk, door gebaren, gelaatsuitdrukkingen of handbewegingen, zal onverbiddelijk de strengste straf ondergaan!
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Nadat hij door twee dragers de jichtlijder in een korf door het sterke gedrang heen bij Mij had laten brengen, zei BORUS luid tegen het volk: "Deze zieke is alleen door God te helpen! Ik ben toch wel een van de beste dokters van heel Galiléa, en er komen zieken van Jeruzalem en Bethlehem naar dokter Borus, en hij geneest hen; maar deze kan hij niet helpen! U, heilige vriend Jezus, vraag ik echter, omdat bij mijn weten en geloven U geen ding onmogelijk is, om, als het Uw wil is, deze mens weer rechte ledematen te geven!"
Hoofdstuk 22: De ergernis van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Als er echter geen twijfel over bestaat dat hier alles net zo goddelijk en van God is als in andere verre landen, waarom zou de mens dat dan niet zijn? Als Ik nu in jullie bijzijn daden doe, die geen Pers en Indiër ooit mogelijk waren, waarom zou Ik dan niet minstens zo goed als een domme Pers of Indiër jullie achting en jullie geloof kunnen verwerven? Waarlijk, als Ik vandaag naar de Grieken en Romeinen ging, dan zouden ze tempels en altaren voor Mij oprichten!
Hoofdstuk 23: Terechtwijzing van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Dat deze Nazareese burgers echter zo goed als geen beschaving hebben, is ook wel duidelijk gebleken toen ze bijna allemaal uit zuiver dierlijke nieuwsgierigheid, meer om aan te gapen dan voor menselijk kontakt, naar de school zijn gelopen, waar ze mij noch iemand van de andere hooggeplaatste heren en gebieders ook maar met het minste gebaar hebben begroet! Als ezels, ossen en domme schapen kwamen ze naar binnen gedromd en deden alsof alleen zij de heersers der aarde waren! Ik kan het deze mensen echt niet als een zonde aanrekenen, want ze zijn ruw, dom en ongeschoold, en ik geloof dat U, o Heer en Meester, Die hen nog duizend keer beter kent, het hen ook niet als een zonde zult aan rekenen!"
Hoofdstuk 24: Het aannemen van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] CYRENIUS zegt: "Ja, ja, dat is me nu wel duidelijk en dat moet ook wel, omdat ik al dertig jaar weet wie U bent; maar we zullen het maar laten rusten, ik zal deze mensen nog wel gelovig maken! Nu gaan we echter verder en eens kijken, waar we een middagmaal zullen krijgen! Het is al tamelijk ver in de middag." -Daarop verlieten wij de school en de stad en gingen naar Mijn huis, waar al een goed maal op ons wachtte. Welgemoed aten en dronken wij en waren deze hele verdere dag in een opgewekte stemming.
Hoofdstuk 24: Het aannemen van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Neem een steen en werp hem omhoog! Al gauw zal hij volgens de wetten, die zowel voor hem als voor de hele aarde gelden, zo snel mogelijk naar de aarde terugvallen. Moet je de steen dan prijzen omdat hij zich zo precies volgens de wet gedraagt? Je kunt op aarde weliswaar al het mogelijke doen met een steen, maar zodra je de steen in de vrije ruimte brengt buiten alle invloeden, zal hij uit zichzelf nooit zijn doodse rust verlaten!
Hoofdstuk 29: De zegen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] 'Nazareth, binnen je muren leeft een mens die je niet kent! Hij is stil en zuinig met zijn woorden; als Zijn tijd echter zal komen, zullen de bergen zich voor Hem en Zijn woord buigen; de winden en de zee zullen Hem gehoorzamen, en de dood zal voor Hem beven en geen macht over Hem hebben! Dan zal al het volk van deze stad zich geërgerd verbazen; maar niemand zal Zijn macht kunnen trotseren en de dood zal voor Hem vluchten als een angstige gazelle voor een jagende leeuw! Als Hij echter van deze aarde naar de hemel zal gaan, zal Hij toestaan dat Zijn vijanden Hem drie dagen in het dodenrijk houden; maar op de derde dag zal Hij geheel uit eigen macht de dood afwijzen en in alle kracht en heerlijkheid opstaan en met vlees en bloed naar de hemel opvaren! Maar dan wee degenen, die Hem hebben vervolgd; hun lot zal een verschrikkelijk vuurgericht zijn, zoals er nog nooit een op de aardbodem heeft plaatsgevonden! Wee alle hoogmoedige Joden! Tot aan het einde der wereld zullen zij geen eigen land meer hebben, maar zij zullen op de gehele aardbodem verstrooid ronddwalen als vervloekt wild in de woestijn, en van stoppels, dorens en distels zullen zij ongenietbaar brood maken om hun honger te stillen, en aan dat eten zullen zij sterven!'
Hoofdstuk 23: Terechtwijzing van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] CYRENIUS zegt: " Alles wat U mij nu zegt is ontegenzeglijk waar, maar ik vraag U toch nog terwille van mijzelf: Wat kan men dan doen tegen de weerspannigheid van de mensen, die net als deze Nazareeërs aan geen God en geen hogere openbaring meer geloven en de geboden van God met hun handelingen publiekelijk honen?! Moet men die dan ook nog zonder strenge wereldse wetten laten, zodat ze zonder enige vrees hun losbandige lusten naar believen kunnen botvieren? Daarbij houden ze zich al sinds lang niet meer aan welke goddelijke wet dan ook, en onder elkaar, en met hun buren, beginnen ze zich erger te gedragen dan de verscheurende dieren uit de woestijn en de bossen! Ik vind strenge wereldlijke wetten geheel op hun plaats, teneinde zulke totaal verwilderde mensen weer tot de orde te roepen en hen daardoor tot de kennis van God terug te brengen!"
Hoofdstuk 26: De mens en de wet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] En op die manier bouwen duizend beschaafde mensen zonder twijfel duizend huizen, die allemaal verschillend zijn - zowel in vorm als in inrichting. Als je daarentegen de nesten van de vogels en de legerplaatsen van de dieren beziet, zul je daar nergens verschillen ontdekken! Kijk naar het nest van de zwaluw, van de mus, kijk naar het web van de spin, de cel van de bij en duizend andere van dieren afkomstige produkten en maaksels en je zult er nooit een verbetering en ook nooit een verslechtering aan ontdekken. Kijk echter naar het maakwerk van de mens: wat een bijna oneindige variatie zul je daar ontdekken! En toch zijn het steeds dezelfde mensen, die dat vaak met veel moeite tot stand brengen!
Hoofdstuk 29: De zegen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Daarom zeg Ik, wie van jullie zich ook maar enigszins aan Mij ergert, moet naar huis gaan en doen en geloven wat hem goed en juist lijkt! Want eenmaal zal ieder volgens zijn geloof leven, en de daden, die hij volgens zijn geloof uit liefde heeft gedaan, zullen zijn rechter zijn!
Hoofdstuk 32: Hoofdkenmerken van Gods wezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Na deze verklaring komen degenen, die eerder Mijn toespraak niet hebben begrepen, naar Mij toe en vragen Mij om te mogen blijven; want het begon bij hen al te dagen, en zij zouden zich alle moeite getroosten om Mijn woord beter te begrijpen dan tot nog toe het geval was!
Hoofdstuk 32: Hoofdkenmerken van Gods wezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)