17481 resultaten - Pagina 601 van 1166
... 589 - 590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 ...
[4] Ik zei: 'Raël, zou je liever hebben gezien dat Ik voorbij was gegaan? - Dat wat je het laatste zei was volkomen overbodig, omdat Ik wel weet wie Ik opzoek en wanneer Ik hem tot zijn heil opzoek, en daarbij kan van verdienste in 't geheel geen sprake zijn; want nog altijd ben Ik zonder naar verdienste te vragen, maar enkel door de liefde die Mij aantrekt, naar de mensen toe gekomen. Maar als Ik er dan eenmaal ben, moet men zoiets niet uit een soort aardse beleefdheid vragen, maar blij zijn vanwege het feit dat Ik Mijn intrek heb genomen!Hoofdstuk 22: De Heer spreekt over verdienste - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Ik weet heel goed hoe het er in je hart uitziet, en dat jij werkelijk een grote liefde voor Mij voelt en grote vreugde omdat Ik hier ben; maar Ik zie niet graag dat de mensen, als ze Mij eenmaal hebben herkend, naar de eigenlijke redenen voor Mijn komst vragen en die dan als beloning voor een of andere verdienste beschouwen.
Hoofdstuk 22: De Heer spreekt over verdienste - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Kijk eens naar al Mijn leerlingen hier! Waardoor hebben zij verdiend dat Ik steeds in hun nabijheid ben en hen inwijd in alle geheimen van de hemelen? Ik zeg je: nergens door! Ze hebben liefde voor Mij, en die liefde bindt hen vrijwillig aan Mijn persoon. En als die liefde zou verkoelen zouden ze zich eveneens vrijwillig van Mij afkeren, om achter dingen aan te gaan waar hun liefde, die hen van Mij deed afkeren, hen naartoe zou trekken. Maar in geen geval is er sprake van een of andere verdienste die hen waardig maakt om in Mijn tegenwoordigheid te verblijven. Daarom heb Ik ook steeds gezegd: komt állen tot Mij, die vermoeid en beladen zijn, opdat Ik jullie je lasten afneem! Ik verlang niets anders dan dat jullie Mij daarvoor liefhebben, en dan zal Ik jullie allemaal verkwikken.Wie echter ondanks zijn grote zondenlast niet vrijwillig tot Mij komt, zal Mijn aangezicht nooit kunnen aanschouwen; en hij zal al helemaal niet, zelfs niet door de edelste daden, zonder liefde in zijn hart, een verdienste verwerven die Mij dwingt naar hem toe te komen.
Hoofdstuk 22: De Heer spreekt over verdienste - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Daarop sterkte Ik Raël, die zich door dit schijnbare verwijt vreselijk schuldig voelde, zodat hij weer blij werd en zijn hart alleen de vreugde voelde vanwege Mijn aanwezigheid, en alle onnodige schuldgevoelens verdwenen.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Toen wij nu voor een beeld van Apollo stonden, dat zich in een nis bevond in de muur die de tuin omringde, omgeven door struiken, en in fraaie lijnen helder afstak tegen de donkere achtergrond, kende hun verbazing geen grenzen: want ze dachten dat dit afgodsbeeld, evenals andere beelden vroeger, in Mijn tegenwoordigheid tot stof uiteen moest vallen.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Tenslotte vroeg Raël aan Mij: 'Heer en Meester, zegt U mij toch of ik er verkeerd aan heb gedaan mijn huis zo in te richten als U nu hebt gezien; en wees ervan verzekerd dat ikzelf de eerste zal zijn die al deze kunstwerken waar mijn oog zich aan verblijd heeft, vernietig, zodra U mij zegt dat het onjuist is!'
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Nu wendde Ik Mij tot de leerlingen en vervolgde: 'Maar jullie, wanneer zullen jullie rechtvaardig beginnen te oordelen, niet vanuit jezelf, maar vanuit Mijn geest? Jullie weten toch dat Ik geen vreugde heb als er volgens bepaalde waardeoordelen gehandeld wordt! Handel en oordeel volgens de meest innerlijke, ware geest, die in jullie is gelegd, en denk niet dat datgene wat in strijd is met jullie gebruiken, ook in strijd is met God!
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Wij liepen nu door de verschillende kamers van het huis dat zich aan de buitenkant, aan de kant waar de weg liep, in niets onderscheidde van de gewone Joodse manier van bouwen, maar dat van binnen een volslagen Griekse bouwstijl bleek te hebben, met name aan de kant van de tuin die voor nieuwsgierige blikken afgesloten was. In de kamers zag men een groot aantal Griekse, Romeinse, Egyptische en Indische kunstvoorwerpen, die smaakvol stonden opgesteld en de kamers een zeer voornaam en behaaglijk aanzien gaven, zodat Mijn leerlingen, die nooit in zulke prachtig ingerichte ruimten hadden geleefd, niet uitgekeken raakten. Het was niet zozeer de rijkdom die zich daar deed gelden, als wel de perfecte kunstzinnige smaak die overal uit bleek en een buitengewoon harmonische indruk maakte.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Nu ontspon zich, eerst onder elkaar en toen meer in het algemeen, een gesprek over de vraag of het bij het nastreven van geestelijke doeleinden in Mijn ogen gerechtvaardigd was om tegelijkertijd zo overduidelijk naar de wereld en haar schatten te lonken, en of het niet veeleer verwerpelijk was om zich met zo'n luxe te omringen, die toch klaarblijkelijk alleen een lust voor het oog betekende en gemakkelijk de werkzaamheid van de ziel kon laten inslapen. Het beantwoorden van deze vraag was de reden waarom Ik de Mijnen had uitgenodigd om het bezit van Raël te bekijken, die er kennelijk groot genoegen aan beleefde dat Ik met aandacht naar hem luisterde, als hij zijn best deed de schoonheid van afzonderlijke, bijzonder mooie standbeelden te benadrukken en de kunstzinnige uitvoering ervan te prijzen. Mijn leerlingen verbaasden zich erg over die aandacht, die lijnrecht in tegenspraak was met Mijn vroegere vernietigen van afgodsbeelden, die toch ook buitengewoon kunstzinnig waren gemaakt.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Het werd nog erger, toen wij een klein rond gebouw binnengingen, waar zich een hele verzameling goden bevond -allemaal kunstwerken van hoge kwaliteit, die door hun opstelling en de smaakvolle inrichting deze tempelachtige ruimte een ongewoon mooi en verheven karakter verleenden. Vooral voor de vroegere orthodoxe Joden waren deze beelden een gruwel; want in tegenwoordigheid van Jupiter, Mars, Apollo, Venus, Minerva en Ceres en zelfs Pluto leek Mijn aanwezigheid hun onmogelijk. Maar dat Ik luisterde naar de uitleg van Raël, die Mij de kunstenaars noemde die de beelden gemaakt hadden, alsof ik daar niets van wist, was voor hen volkomen onbegrijpelijk. Allen voelden echter dat er iets bijzonders aan Mijn vreemde gedrag in dit huis ten grondslag moest liggen, en ze zwegen, nieuwsgierig wat er op deze uitzonderlijke belangstelling van Mij zou volgen.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Mijn leerlingen gaven nu onverholen uitdrukking aan hun verwondering over de bijzondere inrichting van huis en tuin, die hun toch niet passend leek voor een wijze Jood, zodat Raël zich begon te verontschuldigen door erop te wijzen dat zijn vele reizen hem vaak gelegenheid hadden geboden de kunstvaardigheid van vreemde volkeren te bewonderen, en dat hij toch alleen maar daarvan enkele voorbeelden in zijn huis had opgesteld, ongeacht het feit dat die voorwerpen voorstellingen weergaven die getuigden van de heidense godencultus. Het was echter de schoonheid, en niet de belichaamde gedachte, die hij toegedaan was, of tenminste alleen in zoverre, dat daardoor zijn geloof in één God niet geschonden werd.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Wie dus zou denken dat het in Gods ogen een gruwel is om anders te leven, zowel geestelijk als lichamelijk, dan een volk doet dat onmiskenbaar onder Zijn duidelijke leiding staat, vergist zich erg. In latere tijden, als het verschil tussen de volkeren steeds meer zal verdwijnen, zal het zover komen dat de naast elkaar wonende mensen totaal verschillend leven en toch even dicht bij Mijn hart kunnen staan. Maar niemand zal zich dan aan een ander ergeren.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Daaraan zien jullie dat Raël rustig temidden van zijn kunstwerken en in zijn prachtig ingerichte huis kan leven, en Mijn hart toch heel dierbaar kan zijn; want hij kijkt naar dat alles, zonder dat zijn hart eraan hangt. Hij bekijkt alleen met dankbaarheid het geestelijke vermogen dat door Mij in de mensen werd gelegd en zich tot een zodanige kunstvaardigheid ontwikkelt, dat het andere mensen ook vreugde verschaft.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Nooit zullen er echter kunstwerken gemaakt kunnen worden vanuit het oogpunt van schoonheid, als in de ziel van de kunstenaar niet het vermogen aanwezig is om zich tot zuiverder sferen te verheffen, dat wil zeggen met zijn geestelijk oog te kijken om zelf iets te scheppen. Hoe hij datgene wat hij heeft gezien vorm geeft, is afhankelijk van zijn vrije wil.Vooruitgang boeken, om steeds volmaaktere dingen te geven, kan hij echter alleen, als hij de wegen van het scheppen inslaat die in Mijn ogen juist zijn.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Salomo zou nooit die tempel hebben kunnen ontwerpen, als hij niet in zijn geest zo vrij was geweest dat hij met zijn innerlijke oog de afspiegeling van een zuiver hemels bouwwerk kon waarnemen om daarnaar in de veel bewonderde tempel, een zwakke afbeelding te geven van wat in Mijn rijk voor iedereen volledig zichtbaar is. Want noch op aarde noch in de hemelen kan er door mensen of geesten iets geschapen worden wat niet in grootse volheid in God en daarmee ook in Zijn werken te vinden is. Overal waar een afbeelding is, moet ook een geestelijk origineel bestaan, zoals daar waar schaduw is, een voorwerp moet zijn dat zijn schaduw werpt.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)