Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 602 van 1490

...  590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615  ...
[7] Toen de twee deze woorden uit Mijn mond hadden gehoord, keken ze uiterst verwonderd en zeiden, na een poosje diep nagedacht te hebben: 'Heel vaag hadden wij steeds al gedacht dat er achter U iets heel anders schuilgaat dan alleen maar een buitengewoon wijs mens; want Uzelf hebt ons dat maar al te duidelijk laten merken toen U ons onze hele levensloop onthulde. Nu is ons echter door Uw laatste woorden meer dan zonneklaar geworden dat U ondanks Uw lichaam volkomen God bent in Uzelf, en wel Dezelfde die wij zolang hebben gezocht en tot nu toe niet konden vinden.
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Marcus en allen bedankten Mij voor deze raad.
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De kinderlijke metamorfosen van onze verzonnen en in steen, hout en metaal uitgebeelde goden en halfgoden kunnen jullie wel geloven - hoewel ze nog nooit iemands bede hebben verhoord en nog nooit iemand geholpen hebben maar bij deze Wonderdoener trekken jullie een bedenkelijk gezicht! Waarom eigenlijk, vraag ik?'
Hoofdstuk 161: De belijdenis van de arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Wij wijzen jouw bewering helemaal niet af en zijn nu ook van mening dat jij je met deze opvatting niet vergist zult hebben; maar het is allemaal voor ons zo bliksemsnel gebeurd, en wij hebben dat met onze eveneens zeer bedorven maag en verzwakte geheugen niet zo snel kunnen verteren als jij, die nu helemaal gezond bent. Bovendien worden wij hier door verscheidene Grieken en Romeinen en door nog veel meer Joden afgeluisterd; als wij nu direct een luid gejuich aanheffen om wat wij beleefd hebben, waarover wij ons intussen ook in stilte erg kunnen verheugen, doen wij die op zichzelf goede en werkelijk goddelijk wonderbaarlijke zaak gemakkelijk meer kwaad dan goed.
Hoofdstuk 161: De belijdenis van de arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar ik had die wens nog maar nauwelijks met het volste vertrouwen in de wonderbaarlijke macht van die Godmens tegenover deze plaats en lotgenoten van mij hardop uitgesproken, of er schoot als het ware een bliksem door alle vezels van mijn lichaam -en kijk, op hetzelfde ogenblik werd ik zo volkomen gezond als ik nooit tevoren geweest ben!
Hoofdstuk 162: Het gesprek tussen de Romeinse opperrechter en de Griekse arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar deze man bestaat en legt overeenkomstig de volle waarheid voor het oog van alle mensen getuigenis af van het feit dat Hij een echte, levende en werkelijk bestaande God is, wat wij niet eens blind hoeven te geloven, omdat wij ons daarvan met al onze zintuigen kunnen overtuigen; derhalve verklaar ik Hem alleen daarom al tot een enig ware God en verwijs ik alle andere, alleen in de fantasie en het inbeeldingsvermogen van de mensen ontstane afgoden naar het rijk van de vage en loze fabelen, omdat Hij jullie twee alleen door Zijn wil zo gezond heeft gemaakt als jullie, voorzover ik weet, vroeger nooit geweest zijn. Daarom zij Hem door mij reeds bij voorbaat alle aan een God toekomende eer bewezen! Ondanks mijn ook allang bestaande maag en leverklachten verheug ik me erop Hem te zien en Hem met alle liefde en diepe eerbied tegemoet te treden. Misschien zal Hij mij ook een volledige genezing waardig achten, wat heel gemakkelijk voor Hem is.'
Hoofdstuk 160: Wat de Griekse arts had vernomen en zijn getuigenis over de Heer (9.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar hoe het ook zij, omdat hij zich pas sinds kort in deze plaats ophoudt en zelfs dit kuuroord wil bezoeken, zal ik hem bij die gelegenheid ook nog wel nader leren kennen.
Hoofdstuk 162: Het gesprek tussen de Romeinse opperrechter en de Griekse arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Daarop zei de rechter: 'Ik prijs je ijver, en jij bent gelukkig met jouw gegronde overtuiging; als jouw Heer en God ook mij de genade zou bewijzen die hij jou en je twee metgezellen heeft bewezen, zou ik zeker ook jouw woorden in de mond nemen. Maar nu we toch over deze zaak spreken, moet ik toch nog je aandacht op iets vestigen.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Al die buitengewone mensen hebben ook grote dingen en tekenen gedaan; maar toch zijn ze wat hun lichaam betreft allemaal gestorven. Waar hun zielen gebleven zijn, weet nu geen levend mens met absolute zekerheid. Men gelooft wel, om vele steekhoudende verstandelijke redenen, dat de zielen van bijzonder grote en deugdzame mensen eeuwig voortleven in een zalig geestenrijk en dat heel vrome mensen ook vele malen met zulke zalige geesten zijn omgegaan -alleen hebben ik en zeker ook jij en verscheidene van je metgezellen daar geen ervaring mee opgedaan, en wij moeten ons in deze kwestie enkel met het geloof tevreden stellen.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Toen hij zich helemaal uitgeput had in louter lofprijzingen van Mijn hem persoonlijk nog volkomen onbekende wezen, wendde hij zich weer tot de arts en zei (de rechter): 'O mijn beste vriend, hoe kan ik je belonen voor de moed die je tegenover mij betoond hebt en voor de werkelijk niet geringe moeite die je met mijn blindheid had, en hoe kan ik ook deze twee metgezellen van je belonen, die jou als eersten het bericht over de persoonlijke aanwezigheid van de grote Meester en van Zijn waarachtige goddelijkheid hebben gebracht? Zeg eens,jullie twee beste vrienden, wat heeft Hij tegen jullie gezegd dat iemand moet doen om zich blijvend van Zijn genade te verzekeren?'
Hoofdstuk 164: De genezing door het geloof van de bekeerde rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] De rechter en de arts bedankten Polycarpus voor deze mededeling en namen het vaste besluit om er hun hele leven lang naar te handelen.
Hoofdstuk 164: De genezing door het geloof van de bekeerde rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] N a deze tweede genezing geloofden ook de andere metgezellen nu volkomen in Mij en vroegen Mij ook om genezing van hun zieke vlees en bloed, en ook zij werden plotseling geholpen, waarop het juichen en het prijzen van Mijn naam, die Polycarpus hun ook vertelde, bijna geen einde nam.
Hoofdstuk 164: De genezing door het geloof van de bekeerde rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Daarop zei een rijke jood, die in dit kuuroord echter nog niet veel beter was geworden: 'Hoe zijn jullie hier op deze plek zo snel gezond geworden?'
Hoofdstuk 164: De genezing door het geloof van de bekeerde rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Ik vertelde namelijk wat er met deze genezenen was gebeurd en wat ze hadden gezegd; maar de dienaar, die ons eerst in huis bediende en daarna door Marcus naar het kuuroord werd gestuurd om iets te halen, begreep dat niet, en daarom kon hij ook geen antwoord geven op de vraag van de genezenen; want hij wist er immers niets van, hoe de Grieken uit Melita en de Romeinse rechter door de macht van Mijn wil waren genezen.
Hoofdstuk 164: De genezing door het geloof van de bekeerde rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] Na deze woorden van Mij ging de dienaar nogmaals naar het kuuroord en zei het tegen de genezenen, die daarop vol blijdschap direct op weg gingen om onmiddellijk met alle eerbied naar het woonhuis van Marcus te gaan.
Hoofdstuk 164: De genezing door het geloof van de bekeerde rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  590 - 591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615  ...