Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 603 van 1110

...  591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616  ...
[5] Toen dit alles langs de lage oever volgens Mijn wil was gebeurd, ging hij op Mijn stille bevel alle bakken af en vermaande de scharen in alle liefde, niet eerder het land te betreden, dan nadat allen drie uur lang de Heer in hun harten hebben gedankt voor deze oneindige genade. En pas als de Heer in en voor hun ogen het geschonken mooie land met een zichtbaar teken zal zegenen, zal hij als eerste aan land gaan. Dan moeten zij eerst hun kinderen aan land zetten en tenslotte zelf met de vrouwen het land betreden; en daar moeten zij dan weer voor God op hun knieën vallen en Zijn heiligheid aanbidden en Zijn onbegrensde goedheid en oneindige liefde loven.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En laat jullie achting voor de wijze door Gods genade uit niets anders bestaan dan liefde tot God, liefde tot de naaste en bereidwillige gehoorzaamheid aan de voorschriften van God door het deemoedige hart Van een wijze broeder gegeven.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Maak de dieren tot vriend, zodat zij jullie hun warme melk niet zullen onthouden. (13 juli 1840)
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Laat ieder zich schikken naar zijn broeder en bereid zijn hem te dienen, maar laat niemand ooit de ander bevelen, maar jullie moeten elkaar in liefde tegemoet treden, opdat jullie eens kinderen van de liefde van één Vader zullen mogen worden.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Leg je werktuigen en ander gereedschap onder de matten met voorraden. Niemand zal zich echter ooit een dergelijk huis toe-eigenen, maar laat één voor allen werken en allen voor één en dus allen voor allen, opdat er niemand onder jullie en al je nakomelingen honger zal lijden.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Maak dichtbij de bergen die niet roken of zelfs branden, en die je van hier uit in de verte ziet, mansdiepe kuilen; daar zullen jullie de reeds bekende broodaarde vinden. Hiervan zullen jullie voor je gezondheid overeenkomstig de wil van God slechts met mate eten en niet dagelijks, maar nu en dan als je ontlasting te zacht geworden is.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] De zondaren zullen net als het dier niets anders eten dan het gras van de aarde en het bittere loof van de schrale bomen; door de zonde hebben zij zich hiertoe verlaagd en zolang zij hun zonden niet zullen hebben geboet, moeten zij het niet wagen iets anders te eten, indien zij in leven willen blijven. Dit geldt in het bijzonder voor de ontuchtigen en in de eerste plaats voor die jonge vrouwen die zich uit wellust herhaaldelijk zouden willen laten beslapen; want zo'n lichaam zal door de Heer met de pest bezocht worden en zij moet uitgestoten worden tot aan de uiterste grenzen van het grote land, waar niets dan gras en bladeren groeien. Tenslotte zegt de Heer, onze grote, almachtige God, dat jullie elkander lief moeten hebben en niemand moet ooit over een ander oordelen, maar de zwakkere moet naar de sterkere gaan, zodat die hem kan steunen en hem in het leven kan bijstaan; de wijste echter moet allen dienen en een raadgever voor zijn broeders zijn.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] En zie, toen Lamech dat vernomen had, rees er woede op in zijn innerlijk en hij besloot zich op Mij te wreken. Dat was een gevolg daarvan, dat de slang zijn hart geheel in beslag had genomen. Daarom zei hij tegen de jonge mannen die teruggekomen waren: "Luister, jullie onschuldigen! Ik wil genoegdoening hebben van de Sterrenkoning en een duizendvoudige vergoeding voor de schade; ga op weg, omdat jullie weten waar Hij te spreken is en gelast Hem uit mijn naam te geven wat ik verlang! En als Hij weigert, zeg Hem dan dat Hij door mij vervloekt is, en al zou Hij nu nog zo groot en machtig zijn, dan wordt Hij door mij, zoals mijn volk door Zijn dieren, onder mijn hoongelach voor Zijn volk op aarde aan stukken gehakt en verscheurd. Want met al Zijn winderige en verwaterde macht is Hij ten opzichte van mij, de koning van de leeuwen, slechts een zwak lam. Sticht overal in de wouden brand en steek alle bergen aan, zodat al Zijn beesten gebraden worden en Hij zich daarna aan de welvoorbereide dis kan zetten en het vlees en de botten van de verbrande beesten opeten kan; en als Hij ze niet wil laten verbranden, dan hoeft Hij er slechts de vloedstroom naartoe te leiden, zodat Zijn macht daarin verdrinkt!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Daarom roep ik met mijn gehele verstand en mijn gehele geest, daar wij nog geen namen hebben, U, 0 grote, onzichtbare Koning van alle macht en kracht, vol eerbied aan: neem in de eerste plaats ons aller dank aan voor de redding uit de tanden van de hyena's en uit de klauwen van Lamech. En evenzeer bid ik U, dat U ons nu ook wilt leiden volgens Uw wil naar een veilige plaats, alwaar wij U dan ongehinderd willen dienen; want wij weten dat U een zeer machtige Heer bent en kennen de volkomen nietigheid van Lamech, wiens steunpilaren wij hadden moeten zijn, maar niet wilden, omdat wij de grote macht van Uw heerlijkheid gezien en door en door ondervonden hebben, terwijl wij ook het wilde, nietszeggende, lege gepraat van de nu totaal machteloze Lamech gehoord hebben.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] "Jullie verre nakomelingen van Kaïn en Hanoch, sta op en kijk mij aan! Kijk naar mijn grimmige en woedende gedaante! Ik ben slechts een verscheurend dier, bestemd om de bergen trouw te bewaken en ook de daarop wonende grote kinderen van God, die jullie in je blindheid een grote Koning noemen; maar zeg me eens of ik als dier ooit de wil van God overtreden heb! Mijn leven is stof en aarde; mijn tijd is slechts weinige jaren, dagen en slagen van het hart; ik heb niets te verwachten; wat mijn dorst naar bloed mij oplevert, is alles wat ik in mijn bestaan van de Schepper te verwachten heb; en als een van jullie ooit gezien heeft, dat ik de door de wil van God voorgeschreven grenzen overschreden heb, laat die een steen nemen en mij doodslaan!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Maar jullie aarzelen, - niet omdat jullie er de moed niet toe zouden hebben, maar omdat mijn gehoorzaamheid ten opzichte van de wil van God je verwondering wekt! En zie, hoe een verscheurend dier jullie mensen, die een eeuwig leven te wachten staat, jullie naar de wil van God over je totale godvergetenheid en eveneens over je bestemming moet leren! Zie, geen verscheurend dier is zo wild, dat het door honger gedreven zijnsgelijke aan zou vallen om die aan stukken te scheuren en daarmee zijn honger te stillen! Alleen jullie mensen, die eeuwig zullen leven, trekken in horden uit om je broeders niet uit nood, maar uit pure helse heerszucht te doden, met hun bloed de aarde te bevlekken en hun vlees daarin te begraven!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Dan zullen jullie voor je arbeid geen vruchten en geen brood meer krijgen, maar dode tekenen als bewijs van de hoeveelheid verrichte arbeid, voor welke tekenen men jullie een weinig te eten zal geven. Ja, als jullie dan nog niet tot de ordening zullen terugkeren, zul je de keizer zelfs een vijfde deel van de moeizaam verworven tekenen zonder vergoeding als een belasting op het werk moeten teruggeven; dat zal het teken zijn, dat jullie zelfs zullen moeten gaan vragen om te mogen werken en dan zullen jullie voor zo'n vergunning de vermelde belasting moeten betalen.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] En ik zeg jullie dat er in het ganse land niet één plekje meer zal zijn, dat de keizer zich niet zal hebben toegeëigend. En dan zal hij het land als een leengoed onder zijn gunstelingen en hovelingen verdelen; maar jullie zal hij tot verachte lijfeigenen van de gunstelingen en de hovelingen maken en deze zullen dan heer zijn over jullie dood en leven en jullie gekookt gras en slechte wortels te eten geven, want zij zullen zich de beste vruchten toe-eigenen. En degene die zich dan aan zo'n vrucht zal vergrijpen, zal onmiddellijk met de dood worden bestraft.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Dan zal de keizer jullie mooiste vrouwen en dochters nemen voor de geilheden van hem en van zijn gunstelingen en hovelingen, maar jullie zullen je jongens in de rivier werpen en daarvoor in de plaats zijn kinderen moeten voeden, zodat deze je dan kunnen mishandelen. Maar Ik zal om jullie jammerklachten niet te horen, tot aan het einde der tijden Mijn oren dichtstoppen en het zal jullie dan duizendmaal erger vergaan dan het jullie in Hanoch is vergaan!'
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[38] Ga mee in de wouden en overtuig je of ook maar een dier het andere domineert; en wordt het twistziek en afgunstig, dan wordt het meteen uit de gemeenschap gestoten omdat het zich niet gedroeg overeenkomstig de in ons innerlijk werkende wil van God. En jullie zullen daar nooit zien dat het ene dier het andere dwingt voor zich op rooftocht te gaan om hem als een klinkklare leegloper van voedsel te voorzien, - tenzij het een zwak geworden dier is; dan sleept een ander dier de een of andere buit naar het hol en legt het voor zijn muil neer. En geen dier zal zijn scherpe en sterke tanden in nek en ingewanden zetten voor het dier koud geworden is en bedorven en halfvergaan; de goddelijke wil in ons innerlijk leert ons dat en wees er van verzekerd: zonder dat God het wil, heft ook niet één dier zijn kop omhoog!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616  ...