Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 603 van 1112

...  591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616  ...
[5] Want Jehova en jij zullen toch wel evenzo van elkaar te onderscheiden zijn, als een punt zich van de eeuwige oneindigheid onderscheidt?!
Hoofdstuk 176: De vrijpostigheid en verootmoediging van Kisehel met de scherpe tong - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En Kisehel bezon zich niet lang en antwoordde Abedam: "O vriend, jouw wijsheid is waarachtig groot en gaat al mijn begripsvermogen daarover te boven! Maar dat je mij bij al je wijsheid nog iets kunt vragen, zie, dat is nieuw voor mij; want wijzen van jouw slag, waarvoor zelfs de harten van de broeders niet veilig zijn, plegen gewoonlijk niet meer te vragen, maar alleen te onderrichten!
Hoofdstuk 176: De vrijpostigheid en verootmoediging van Kisehel met de scherpe tong - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] (Zich tot Sethlahem kerend): "Broeder Sethlahem, zie, daar blijkt nog lang geen Jehova uit! - Ik hoop, dat ons spoedig klaarheid zal worden verschaft!"
Hoofdstuk 176: De vrijpostigheid en verootmoediging van Kisehel met de scherpe tong - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Wil je ernaartoe gaan, voor het geval je geloof misschien te zwak is, om je aanschouwelijk van buiten en van binnen te overtuigen dat de grot zich in alles volkomen tot aan het kleinste zandkorreltje toe in haar vorige, oude toestand bevindt?
Hoofdstuk 176: De vrijpostigheid en verootmoediging van Kisehel met de scherpe tong - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] En Kisehel viel voor Abedam neer en zei wenend: "O Heer van hemel en aarde, bestraf de worm die in het stof voor U ligt niet te streng! Ik erken nu mijn eeuwige schuld voor U. U die in staat was de vernielde Adamsgrot weer zo makkelijk op te bouwen, U zult Zich toch ook eens ontfermen over de worm in het stof en zult niet te vertoornd zijn over mijn blindheid, die de zon loochende! Uw eeuwige heilige wil geschiede! Amen."
Hoofdstuk 176: De vrijpostigheid en verootmoediging van Kisehel met de scherpe tong - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En nadat alle kinderen en vrouwen dat hadden gehoord, keerden zij naar hun vorige plaats terug en durfden vanwege uitzonderlijk diepe eerbied niet naar de heerlijk stralende grot te kijken, maar allen wierpen zich op de grond en loofden en prezen Gods grote goedheid, macht en heerlijkheid. En hun harten vulden zich hoe langer hoe meer met liefde tot Jehova.
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Kisehel wendde zich tot zijn broeders om het volgende tegen hen te zeggen: "Broeders, wat gaat er nu in je hart om, wat voel je?
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Hoe heilig ben jij nu ook, schone glans van de zon! O zon sla er samen met mijn nietigheid acht op, wie Degene is die Zich heden door jou laat beschijnen!
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] En Abedam zei tegen Henoch: "Zie, zoals hij heeft nog niemand Mij gevonden! Hij heeft weliswaar in zijn blindheid gezondigd; maar toen hij Mij herkend had, is hij groter geworden dan allen die hier zijn! Want zie, hij houdt zich voor de allergeringste en meest onwaardige! Laat ons daar om naar hem en zijn broeders toe gaan en hen ophelpen! Waarlijk, Kisehel heeft heden voor Mij het heerlijkste offervuur ontstoken; want hij heeft zichzelf geheel door het vuur van zijn liefde laten verteren omdat hij een en al liefde wilde worden! En Ik zeg je: hij is het geworden!
Hoofdstuk 177: Kisehels bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Weliswaar zou ik de hardste straf wel hebben verdiend, - maar wanneer ik nu weer bedenk, hoe onuitsprekelijk lief ik U nu heb, zodat ik zelfs in iedere vezel liefde ondervind, alsof er duizend harten in zouden zijn die volledig in brand stonden van liefde, dan zou dat de door mij verdiende straf toch opheffen omdat ik daardoor alleen maar de eindeloos machtige drang in mijn hart zou kunnen volgen! Daarom wil ik hier mijn grote dwaasheid bewenen! En al ben ik naar mijn weten de aarde nog nooit tot nut geweest, dan zullen toch nu mijn tranen haar bodem bevochtigen! Wie weet of niet ergens een dorstig grasworteltje zich daarmee zou kunnen verkwikken, - maar misschien ook sterven door de wrede tranen van een grote zondaar?!
Hoofdstuk 178: Kisehels gebed van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Ja, ja, edel worteltje, mijn zondig hete tranen van berouw hebben niets zegenends in zich; want zij vloeien uit de zee van mijn misdaden, waardoor zij je wel dodelijk kunnen verstikken! En daarom wil ik dan ook op het zand, op het dorre, hete zand mijn tranen laten vloeien en niet eerder opstaan tot ik geen traan meer heb of totdat de rechtvaardige, heilige God en Vader een bode naar mij toe mocht sturen, die mij mijn welverdiende straf over zou brengen!
Hoofdstuk 178: Kisehels gebed van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Dat is zonde, als iemand in zichzelf een neiging ontwaart waarin hij voordeel ziet en deze neiging dan najaagt en met zijn begeerte aangrijpt, haar dan maakt tot iets van hemzelf en vervolgens handelt om haar ten eigen bate te benutten. Uit het zich eigen maken van zo'n neiging, die schuilging in de eigenliefde, ontstaat een boze geest, die de gehele mens dan doordringt en verduistert, zodat hij niet meer in staat is het ware van het valse en het goede van het slechte te onderscheiden.
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Stel dat iemand geweldig boos zou worden door een handeling van zijn broeder, zelfs zodanig dat hij daarom zijn broeder, net als Kaïn dat deed, zou willen doden; maar hij bedenkt zich snel en weet waar deze aanvechting vandaan gekomen is. Maar, dat hij het herkent is nog niet voldoende, maar de deemoedige herkenning van deze vreemde machtige neiging zal hem ook spoedig doen inzien dat alleen Ik Heer ben over leven en dood. Met dit inzicht zal de aldus door Mijn kracht aangeraakte voor Mijn, hem zo nabij gekomen heiligheid neerknielen en zal Mij met een eerlijk en hoogst dankbaar hart het Mijne weer teruggeven.
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Maar indien iemand een of andere neiging in zich bespeurt, maar dan meteen in zichzelf denkt: 'O Heer, ik erken, dat U mij hebt aangeraakt! De aandrift is van U afkomstig, o Vader! Uw oneindige goedheid heeft zich over mij ontfermd en wil mij, onwaardige, standvastig maken in de ware deemoed en ook in de ware liefde tot U. o Vader, ik ben het niet waard datgene te doen wat U mij door de aandrift, die mij op de proef stelde, te kennen gaf! Aan U is alle macht, aan U alle kracht, U alleen bent de Heer van de hemel en de gehele aarde. Laat mij slechts datgene doen wat mij voor U, o heilige Vader, betaamt, namelijk alleen U kinderlijk liefhebben! Neem deze hogere aandrift tot handelen weer genadiglijk van mij weg, zoals U mij haar gegeven hebt; want het is een goddelijke kracht! Zou ik, arm en nog zwak schepsel en kind daarnaar handelen, dan zou ik toch immers een wezen zijn dat zich op dit punt met U gelijk zou moeten voelen, omdat ik meteen zou willen werken met alleen Uw kracht, en daarmee te werken komt alleen U toe. Neem daarom Uw heiligdom weg van mij, onwaardige, en laat mij alleen in de kinderlijke liefde tot U blijven, o heilige Vader!'
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Wie echter onmiddellijk na het gewaarworden van de vreemde aandrift in zichzelf eigenmachtig zou willen handelen, ofschoon hij zou handelen vanuit Mijn kracht, zou die niet een even grote zondaar zijn als Kaïn, die Mijn kracht in zich heeft omgezet, zodat hij boos werd en daardoor zijn broeder doodde?!
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  591 - 592 - 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616  ...