Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 605 van 1490

...  593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618  ...
[2] Rafaël sprak opnieuw met Kisjonah en Philopold over de toekomstige toestanden van het rijk Gods op deze aarde en ook over de redenen om die toe te laten.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] In kamers is dat wel een moeilijke kwestie; want de tijden dat bepaalde wijzen onder de mensen de kunst verstonden om een eeuwig, nooit opbrandend vuur te maken zijn voorbij, en daarom kunnen in deze tijden de vertrekken 's nachts alleen maar constant verlicht worden door daarin de lampen met zoveel olie te vullen, dat iedere lamp de hele nacht voldoende voedsel heeft, en daar is een op ervaring berustende, verstandige berekening voor nodig. En zo moet ook een verstandig en om zijn zielenheil bekommerd mens in deze donkere, nachtelijke tijd zichzelf van heel veel geestelijke olie voorzien, zodat die voldoende is tot zijn innerlijke geestelijke dag van het ware, eeuwige leven aanbreekt -die dat aloude, nooit opbrandende, eeuwige licht in de mens is - en dan zal hij op die manier steeds voldoende licht hebben in deze kamer van zijn aardse leven.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De geestelijke olie bestaat ten eerste uit het woord van de Heer en van daaruit de goede werken der liefde volgens het woord en de wil van de Heer. Wie echt rijkelijk van deze olie voorzien is, bevindt zich al in het werkelijke rijk Gods en zal nooit meer een levensnacht in zijn ziel hoeven te doorstaan.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Het licht van de geheel gevulde levenslamp in zijn aardse leven is een volkomen, levend geloof, dat de dingen van het rijk Gods meer dan voldoende voor hem verlicht. Wie in dat licht volhardt en zich niet meer dan voor zijn lichamelijke leven nodig is om de dingen van deze wereld bekommert, komt vroegtijdig tot het eeuwige levenslicht in zichzelf en op die manier ook reeds aan deze zijde tot het duidelijk aanwezige rijk Gods en de kracht en macht daarvan; want wie één is met de wil van God de Heer, is ook één met Diens eeuwig volmaakte wijsheid, vrijheid, zelfstandigheid, macht en kracht en is daardoor dan ook voor eeuwig een waar Godskind.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik ben wat mijn lichaam betreft dan ook niet gestorven zoals alle mensen nu sterven, maar de macht van de goddelijke geest in mij loste mijn lichaam plotseling zo volledig op, dat er zelfs geen zonnestofje van achterbleef op deze aarde; mijn hele lichaam is tot mijn eeuwige, onverwoestbare kleed geworden, en je ziet mij nu dan ook met lichaam, ziel en geest.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] O mijn hemelse vriend, met de ervaring die ik nu met je heb opgedaan, is het voor ons mensen met bepaald gemakkelijker geworden om het wezen van het rijk Gods te begrijpen, tenzij je deze kwestie zelf nader en duidelijker voor ons opheldert! Ik zou er tot het einde van alle tijden over kunnen denken -.als dat mogelijk zou zijn - en toch voortdurend op dezelfde plek staan waar Ik nu sta. Ben jij iets, of ben je niets, of ben ik niets, ondanks mijn gevoel dat ik nu besta?'
Hoofdstuk 175: De arts kan geen verklaring vinden voor het wezen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Omdat Zijn eindeloze wijsheid en Zijn liefde vanuit Zijn ideeën en gedachten niet alleen voor Hemzelf zichtbare beweeglijke beelden heeft geschapen -als je het op menselijke wijze zo mag zeggen -als het ware voor Zijn vergankelijk en in zekere zin voorbijgaande genoegen, maar omdat ze als aan Hem volkomen gelijke -want uit Hem ontstane -en zelfstandige vrije wezens voor eeuwig moeten bestaan, kunnen deze ideeën en gedachten van Hem niet gelijk gesteld worden met die van de fantasie van een mens, maar zijn ze even ware realiteiten als Hijzelf de enige, eeuwig enig ware realiteit is.
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Of denk je soms dat de Meester, die de zichtbare hemel, deze aarde met alles wat zich daarop bevindt en de mens vanuit Zichzelf volgens Zijn eeuwige liefde en wijsheid heeft geschapen, zelfs het meest onaanzienlijke mosplantje soms alleen maar heeft laten ontstaan opdat Hij, de Eeuwige, gedurende een paar ogenblikken aan zo'n schepseltje genoegen zou beleven, het dan weer zou vernietigen en laten vergaan, maar onmiddellijk op een ander plekje voor Zijn plezier eenzelfde spelletje zou beginnen? O vriend, wat zou zo'n denkbeeld kleingeestig zijn!
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Kijk, omdat je mij volgens je Griekse filosofie iets hebt willen aantonen wat onmogelijk ooit aan te tonen is, heb ik mij van hetzelfde wapen bediend en daarmee een echt licht voor je ontstoken. Als je het tot een echt heldere levensvlam in jezelf zult laten worden, zul je ook duidelijk begrijpen wat in feite het rijk Gods is in zichzelf, dat wil zeggen in zijn puur geestelijke sfeer, alsook in zijn overeenkomstige betrekking en innige verbinding zowel op deze aarde als op de andere talloze hemellichamen, waarvan je een zeer klein deel als sterren aan het zogenaamde firmament waarneemt. Maar jouw oude Griekse filosofie moet je helemaal uit jezelf verwijderen! Want in deze voor de hand liggende waarheid zulje zeker een waarachtiger troost vinden dan in een leer, volgens welke een mens aan het einde van zijn korte aardse leven zijn gelukzaligheid in het volledige niet-bestaan verwacht!'
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kijk, zeer voorname vriend, deze vraag bevat veel wat van buitengewoon groot belang is voor de mens, die armzalig is in zijn bewustzijn van het volle leven en op deze aarde maar voortleeft, vaak helder denkt en daarbij door de vrees voor een steeds pijnlijke en spoedige dood gepijnigd wordt. En ik heb je deze vraag absoluut niet gesteld met de bedoeling om jouw grote wijsheid daarmee op de proef te stellen, maar enkel met de bedoeling om door jouw alles doorziende wijsheid zelf duidelijkheid te verkrijgen. Zeer voorname vriend, spreek nu alsjeblieft!'
Hoofdstuk 177: De tegenvragen van de arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Rafaël zei: 'Luister, mijn vriend, als je echt veel innerlijke aandacht besteed had aan het voorbeeld van de bouw van een grote, stevige burcht, had je mij deze vraag nauwelijks meer hoeven te stellen. Wat gaan de nog niet gebouwde burcht de materialen aan, die daarvoor bestaan hebben? Laat de burcht eerst helemaal afgebouwd worden, dan zullen de daaraan voorafgegane materialen voor de hele burcht wel een goed herkenbare samenhang verkrijgen!
Hoofdstuk 178: De noodzaak voor het versluieren van de herinnering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als jij je van alle vorige toestanden die jouw ziel op veel verschillende niveaus op deze aarde al heeft doorgemaakt, tot aan je huidige toestand heel helder bewust zou worden, zou je daardoor in je denken, oordelen en willen dermate verdeeld en verscheurd raken, dat het onmogelijk voor je zou zijn om de zedelijke eenheid, kracht en sterkte uit de geest van Gods liefde, die nu jouw innerlijk en enig ware leven is en teweegbrengt, op een zodanige manier in je ziel op te nemen, dat zij in en met die geest één wordt.
Hoofdstuk 178: De noodzaak voor het versluieren van de herinnering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Uit wat ik je nu overeenkomstig de volle en voor de hand liggende waarheid heb aangetoond zul je wel begrijpen dat het voor een mens, zolang hij op deze aarde nog bezig is één te worden met de goddelijke geest volgens de hem geopenbaarde wil van God en ook vanuit de volle vrijheid van zijn eigen wil en inzicht, zeer schadelijk zou zijn als hij zich alle voorgaande toestanden, waarin zijn ziel zich heeft bevonden, volkomen duidelijk zou kunnen herinneren.
Hoofdstuk 178: De noodzaak voor het versluieren van de herinnering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (Rafaël:) 'Bij een groot gebouw dat klaar is zie je bijvoorbeeld in een muur een steen en dan weer een uitstekende balk. Dan zul je ook als volgt oordelen: 'Waarom heeft de bouwmeester nu die steen juist in deze muur laten metselen en die balk daar boven laten uitsteken? Had hij die steen niet even goed en doelmatig in een andere muur kunnen gebruiken en de balk in een ander gedeelte kunnen invoegen?'
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als volgens deze oude manier van smeden de lange ketting van de eerste tot de laatste schakel klaar is, zul je dan ook nog vragen waarom de meestersmid, die heel ervaren is in zijn ambacht, voor het maken van een lange ketting aanvankelijk alleen maar afzonderlijke, onsamenhangende ringvormige schakels had gemaakt? Of zul je dan niet veeleer bij jezelf denken: 'De meestersmid had helemaal gelijk om zo te werken; want daardoor heeft hij zich overtuigd van de stevigheid van iedere afzonderlijke schakel. Als nu iedere schakel op zichzelf stevig is, zal na het verbinden ervan de hele ketting ook stevig en duurzaam zijn!'
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618  ...