15542 resultaten - Pagina 605 van 1037
... 593 - 594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 ...
[1] Na dit gebeuren, openden de jongelingen opnieuw het gordijn naar het zogenaamde Allerheiligste, en het gezelschap begaf zich andermaal naar de armen. Daarbij richtte het Kindje Zich op om met Zijn ogen de armen te zegenen.Hoofdstuk 152: Toespraak van het Jezuskind bij de overname van de armen. Cyrenius als voorloper van Paulus. De val van Jeruzalem onder het zwaard van Rome voorspeld - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] En blijf op deze weg, er is geen veiliger weg naar het eeuwige leven dan deze! Want de liefde is het leven zelf! Wie de liefde heeft, die heeft tevens het leven!' En met een blik uit Zijn ogen zegende het Kindje zowel Cyrenius als de hoofdman.
Hoofdstuk 151: Het middagmaal in de burcht. De hoofdman in de stad op zoek naar armen. Bij zijn terugkeer wordt hij door Cyrenius geprezen. Zegenende woorden van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Het gezelschap keerde nu terug naar de stad en naar de burcht, waar intussen een middagmaal volledig naar de joodse voorschriften was klaargemaakt.
Hoofdstuk 151: Het middagmaal in de burcht. De hoofdman in de stad op zoek naar armen. Bij zijn terugkeer wordt hij door Cyrenius geprezen. Zegenende woorden van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Maar nu richtte het Kindje Zich vriendelijk glimlachend op en zei tegen Cyrenius: 'Beste Cyrenius Quirinus, dit zeg Ik je naar waarheid: AI had je ook maar één arme in Mijn Naam opgenomen, dan alleen al zou je meer hebben gedaan, dan wat tienduizend van dergelijke schepen waard zouden zijn!
Hoofdstuk 150: Het bezoek aan de haven. Het kostbare schip. Cyrenius bedankt Jozef uitvoerig. Het Kindje antwoordt met een verwijzing naar de weldaden jegens de armen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Maar nu heb je in korte tijd vele honderden armen geholpen; zodat Ik je ontzettend veel van dit soort schepen zou moeten betalen, als Ik je daarvoor schadeloos zou willen stellen, naar aardse maatstaven gerekend althans.
Hoofdstuk 150: Het bezoek aan de haven. Het kostbare schip. Cyrenius bedankt Jozef uitvoerig. Het Kindje antwoordt met een verwijzing naar de weldaden jegens de armen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Toen Cyrenius zich, uiteraard met zijn gebruikelijke gevolg, van dit alles had overtuigd, en van het schip weer was teruggekeerd naar het gezelschap op de oever, stapte hij zonder verwijl op Jozef af en zei tegen hem:
Hoofdstuk 150: Het bezoek aan de haven. Het kostbare schip. Cyrenius bedankt Jozef uitvoerig. Het Kindje antwoordt met een verwijzing naar de weldaden jegens de armen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] Iedereen was verwonderd over zoveel snelheid; velen geloofden dan ook niet dat het schip al zeewaardig zou zijn. Niettemin kwamen er al gauw lieden vanuit de haven om Cyrenius van deze unieke prestatie op de hoogte te stellen. Nu begaf het hele gezelschap zich naar de waterkant om het schip te bezichtigen. En iedereen was verbaasd over de buitengewone kundigheid van de jongelingen.
Hoofdstuk 149: Het probleem van het herstel van het oude Carthaagse schip op de Sabbath. De rede van het Kindje over het weldoen op de Sabbath. De gehoorzaamheid van Jozef aan de wet. De wonderbaarlijke reparatie van het schip door de engelen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Het is nu zelfs wel geschikt om er mee via de Herculeszuilen (Gibraltar) naar Brittannië te varen, of er zelfs heel Afrika mee te omzeilen tot Indië toe !
Hoofdstuk 150: Het bezoek aan de haven. Het kostbare schip. Cyrenius bedankt Jozef uitvoerig. Het Kindje antwoordt met een verwijzing naar de weldaden jegens de armen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Toen de hoofdman dus tevredengesteld was, gaf Cyrenius opdracht aan de stadscommandant om voor de volgende dag een schip uit te rusten, waarop deze armen dan naar Tyrus zouden kunnen worden overgebracht.
Hoofdstuk 149: Het probleem van het herstel van het oude Carthaagse schip op de Sabbath. De rede van het Kindje over het weldoen op de Sabbath. De gehoorzaamheid van Jozef aan de wet. De wonderbaarlijke reparatie van het schip door de engelen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Toen de hoofdman dit van Jozef had gehoord, bedacht hij zich niet lang meer, maar ging naar Cyrenius toe en zei:
Hoofdstuk 148: Wedstrijd in goeddoen tussen de hoofdman en Cyrenius. De radeloze hoofdman door Jozef onderricht - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Opnieuw ging de hoofdman naar de armen terug en vroeg hen, wie nu wel die wonderdoener was, ...
Hoofdstuk 147: Ook de anders invaliden smeken Maria nu luid om hulp. Maria verwijst hen naar het Jezuskind. Door opheffing van Zijn handjes geneest het Kind je allen. Hierna worden ze door de engelen onderricht. De hoofdman zoekt de wonderdoener - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] De hoofdman boog voor Cyrenius, ging direct naar Jozef toe, en zei:
Hoofdstuk 148: Wedstrijd in goeddoen tussen de hoofdman en Cyrenius. De radeloze hoofdman door Jozef onderricht - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Ga nog maar eens naar hen toe en vraag hun wat je weten wilt. Zij zullen je vast wel een goede aanwijzing kunnen geven!'
Hoofdstuk 147: Ook de anders invaliden smeken Maria nu luid om hulp. Maria verwijst hen naar het Jezuskind. Door opheffing van Zijn handjes geneest het Kind je allen. Hierna worden ze door de engelen onderricht. De hoofdman zoekt de wonderdoener - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] De hoofdman ging weer terug naar Jozef, en nu vroeg hij hem:
Hoofdstuk 147: Ook de anders invaliden smeken Maria nu luid om hulp. Maria verwijst hen naar het Jezuskind. Door opheffing van Zijn handjes geneest het Kind je allen. Hierna worden ze door de engelen onderricht. De hoofdman zoekt de wonderdoener - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Hierna begaven de engelen zich naar de armen toe en brachten hen eerst tot zwijgen, waarna zij hun de nabijheid van het Rijk Gods verkondigden.
Hoofdstuk 147: Ook de anders invaliden smeken Maria nu luid om hulp. Maria verwijst hen naar het Jezuskind. Door opheffing van Zijn handjes geneest het Kind je allen. Hierna worden ze door de engelen onderricht. De hoofdman zoekt de wonderdoener - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus