Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 606 van 1088

...  594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619  ...
[8] En zo verliep het korte uur van hun zoeken en onverrichter zake keerden de kinderen treurig naar huis, ofwel daarheen waar Adam met smart op hen wachtte, terug.
Hoofdstuk 125: Adam laat de kinderen van middernacht zoeken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Als U hen hebt gedood, kunt U maar beter ook mijn hart doden, opdat het niet al wegkwijnend deze onverdraaglijk treurige last torsen moet, waaronder het toch al moet bezwijken, als mij geen licht wordt geschonken over diegenen die door mijn grote dwaasheid afgescheiden en hierheen gedreven zijn naar dit middernachtelijke gebied, waarin zij klaarblijkelijk te gronde zijn gegaan!
Hoofdstuk 126: Asmahaël stuurt Henoch erop uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] O Asmahaël, Asmahaël! Waar bent U, Gij machtige? Kom, o kom; want mijn geest, die ikzelf vanuit U ben, heeft nog nooit zo naar U, o heilige, verlangd als nu!
Hoofdstuk 126: Asmahaël stuurt Henoch erop uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En jij, Henoch, haast je nu en roep met luider stem: 'Broeders, luister! Jullie vader Adam is naar je toegekomen, opdat hij je net als mij vrij zal maken van ieder juk en je ook een nieuwe machtige brug zal tonen, waarover je langs de kortste weg naar zijn geheiligde vaderland zult kunnen komen om daar morgen al de heilige, vrije sabbat van de Heer mee te vieren!'
Hoofdstuk 126: Asmahaël stuurt Henoch erop uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En laten wij ons nu haasten, want jullie vader ziet verlangend naar je uit! Amen."
Hoofdstuk 127: De drie zonen van Adam geven gehoor aan Henochs roep - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En dus snelden deze vier vlug naar de bekende plaats. En toen Adam Henoch met de drie oude kinderen naderbij zag komen, begon zijn gezicht iets op te vrolijken; en ook begon hij Mij te loven en te prijzen en Mij bovenal te danken dat zijn oog toch nog eenmaal door Mij waardig bevonden was om zijn, na Kaïn en Abel, oudste kinderen: Jura, Bhusin en Ohorion te zien.
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En Seth ging meteen naar hen toe en richtte hen liefdevol op en bracht het woord van Adam over, waarop de drie oude kinderen van vreugde begonnen te wenen. En Jura zei tegen Seth: "0 mijn geliefde broer! Wat ben ik onuitsprekelijk gelukkig, evenals als wij alledrie, dat wij jou en onze zo innig geliefde vader nog een keer mogen zien!
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Daarom, eeuwige dank en prijs aan U, O Jehova! En ook dank aan jou, lieve broer! Breng ons nu naar onze oude vader toe!"
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Toen Adam enigszins van zijn liefde was bijgekomen, kwam Asmahaël dadelijk naar hem toe en zei: "Adam! Kom je er nu achter wat meer waard is: de wet of de liefde?"
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden van Adam ging Asmahaël direct naar het drietal toe en sprak als volgt tegen hen: "Luister, jullie drieën, - Jura, Bhusin en Ohorion!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Als Hij vreugde zou beleven aan het doden, zou Hij dat reeds van eeuwigheid af aan hebben gehad; en zou Hij op deze manier een vriend van de dood zijn, waarlijk, je kunt ervan verzekerd zijn, dan zou Hij ook heel beslist niet alleen geen aarde, geen maan, geen zon en geen sterren met al hun grote scheppingswonderen geschapen hebben, maar ook niet eens een zonnestofje!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Maar omdat Jehova - zoals je aan alles wat je omringt kunt zien - dat niet is, maar juist het meest volslagen tegendeel daarvan en dus de grootste vriend van het leven, ja nog meer, dat Hij geheel alleen het meest eeuwige en in wezen het leven Zelf is, want alles wat door Zijn adem leeft, leeft vanuit Hem - daarom is Hij ook de eeuwige liefde Zelf en trekt daarom eeuwig al Zijn werken alleen maar naar Zich toe en alle schepselen hebben hun wijze ordening, maar de kinderen zijn vrij in hun doen en laten en zijn door niets gebonden, behalve dat zij leven moeten en wel omdat Jehova een vriend van het leven, maar niet van de dood is -, daarom behoeven vooral Zijn kinderen niet bevreesd te zijn snel gedood te worden, in het bijzonder niet diegenen die zoals jullie, de uitermate goede, grote, heilige Jehova getrouw liefhebben en alle hoop op Hem hebben gevestigd!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En alle drie dankten Adam en begonnen daarna alles te overdenken, maar zij konden niets passends vinden waarmee zij hun harten tevreden konden stellen. De ene hield het op de engel die na de vlucht in het land Euehip aan Abel het vlammende zwaard overhandigde, de andere hield het op de geest van Abel zelf en de derde twijfelde welke mening hij zou onderschrijven. En zo was er een grote stilte ingetreden onder allen die hier bijeen waren, - deels omdat iedereen in voldoende mate met zichzelf bezig was en deels in afwachting om misschien iets van Asmahaëls roep op te kunnen vangen door zeer ingespannen te luisteren. Maar daarop wachten was ijdel en geheel vergeefs; want Asmahaël wist wel wat Hij deed en ook hoe, en het was voor Hem niet nodig om als een balkende ezel te schreeuwen, want Hij hoefde Zijn machtige woord alleen maar in de harten van degenen die zich uit angst hadden verstopt, te laten weerklinken. En zij die zich hadden verborgen hoorden deze heerlijke roep heel goed in zichzelf, zodat er niet één achterbleef, maar allen, groot en klein, oud en jong haastten zich naar de grote innerlijke roepstem en ieder van hen herkende Hem als Diegene die hen tevoren in stilte in hun harten had geroepen.
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] In drie minuten was Asmahaël omringd door zevenmaal honderdduizend mensen, die Hij meteen met Zijn hand zichtbaar zegende en vervolgens hen allen onmiddellijk naar Adam bracht.
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Toen hij nu, op zo'n dertig passen van Adam verwijderd, pal voor de wachtenden was aangekomen, gebood hij de grote schare te gaan zitten en ging vervolgens naar Adam, die zich nog niet van zijn sprakeloosheid had hersteld, en zei tegen hem:
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  594 - 595 - 596 - 597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619  ...