Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 609 van 1110

...  597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622  ...
[3] Deze antwoordden: "Uit Hanochs diepte; er zijn daar nog vele duizenden die uit het bloed van Kaïn ontsprongen zijn! Ga erheen, verkondig daar de naam van de Heer en eenzelfde loon zal jullie deel zijn. Hored ging erheen en werd beloond; wij gingen ernaartoe en het loon is ons op het hart gebonden!" - Zij vroegen naar Hored en de beiden antwoordden: "Broeders, onze liefde heeft ons door haar gezegende zoetheid blind gemaakt; daarom weten wij niet welke kant hij opgegaan is. Maar wij denken dat hij de weg van Ahujel en Aza genomen heeft en jullie weten, dat je daar niet eerder bent dan nadat de zon tachtig maal op - en ondergegaan is; maar je hebt er weinig aan om hem zijn geluk te benijden, maar er is alles aan gelegen dat jullie de wil van Jehova uitvoeren en heengaan en in Hanoch Zijn heilige naam met kracht laten weerklinken, en je loon zal je niet onthouden worden."
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Toen stonden de meisjes op en zeiden: "Wij zijn met zijn dertigen en jullie zijn slechts met zijn zevenen; als ieder van jullie, zoals wij eens gehoord hebben, maar één vrouw mag nemen, dan is het de vraag wat wij, de overige drieëntwintig, bij jullie zullen doen?"
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En de zeven zeiden: "Het is niet zoals jullie denken! Alhoewel er in het begin slechts één man en één vrouw door de almachtige liefde van Jehova geschapen werden, zoals ons nog door de onder ons levende stamvader Adam verteld is, is het toch aan ons, kinderen van God, toegestaan om vier, ook vijf en nog meer vrouwen te nemen ten behoeve van de voortplanting. Heb daarom maar geen bezwaar, laat je zegenen en volg ons!"
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] "Vrees niet, jonge, mooie kinderen, want jullie zal geen kwaad geschieden. Wij komen niet uit Hanoch om je terug te sturen en te doden, maar wij komen van boven van de bergen en willen jullie redden; en als jullie je onder het belijden van de goddelijke naam van Jehova door ons laten zegenen, willen wij jullie, gesterkt door de liefde van God, de boven alles machtige Vader van onze vader Adam, tot onze lieve vrouwen nemen. Maar daarvoor moeten jullie ons volgen naar de hoogten waarheen Naëhme de grote Hored gevolgd is en waarheen Ada en Zilla, de vroeger vrouwen van Lamech, de schrikwekkende broedermoordenaar, zich met genoegen in de veilige armen van de beide broeders Aholin en Jolliël begeven hebben."
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] "Ik heb bij de zeven een onbaatzuchtig hart opgemerkt, dat er genoegen in had bij hun broeders vreugde te brengen; behoud daarom de meisjes, die gezegend zijn voor jullie hart; voor ieder vier en voor de twee oudsten ieder vijf; maar het gebod van de kuisheid moet gehouden worden! Amen."
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Zie, dat zag ik allemaal en ik ben door de bijzondere genade van de Heer mij nu volledig daarvan bewust. - Toen nu de aarde overeenkomstig de eeuwige ordening geleidelijk aan en volgens de wil van de liefde van God zo bewerkt was, richtte de Liefde haar ogen omhoog naar God en zei:
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Toen donderde het uit de met vuur gevulde eeuwige ruimten en de donder was de stem van God en alleen de Liefde verstond deze stem. Zij vormde daarop uit fijne leem ziehier - deze voeten, die mij reeds negenhonderd jaar dragen, mijn handen en - kortom, zoals ik voor jullie sta, zo vormde de eeuwige Liefde mij!
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[38] De aarde kan jullie de grootte van mijn wandaad vertellen; want er bleef niet een steen op de andere en de oneindigheid was met het grote geweld van Gods toorn vervuld!
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[40] Zie nu, kinderen, wat de onmetelijke Liefde van God allemaal voor mij en voor jullie tezamen gedaan heeft, nog doet en eeuwig zal doen! Wees daarom vrolijk als de eeuwige Liefde ook de kinderen van Kaïn bezoekt; maar niemand van ons mag daarheen trekken zonder het uitdrukkelijke gebod van de Heer, want het aardrijk daar bestaat uit de uitwerpselen van de wormen! Daarom, als de Heer niet vantevoren iemand gezegend heeft, laat hij het dan niet wagen erheen te gaan! Want al het slechte schuilt nu in de vrouwen van de diepte; daarom verontreinig je niet met hen! Amen."
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En zie, nadat de meisjes dat vernomen hadden, werden zij buitengewoon vrolijk en volgden de mannen op de voet. En toen zij nu de hoogten geheel bestegen hadden, wisten de zeven niet hoe zij deze schatten van de liefde onder elkaar zouden verdelen. Zij vielen neer en smeekten Mij om raad. - En zie, daar kwam Seth naderbij en zei: "Sta op en verzoek God niet met een meinedig hart, door de Heilige te vragen hoe jullie een onreine vangst onder elkaar zouden kunnen verdelen, maar ga naar Adam en berouw daar je geweldige misstap en deel dan de vrouwen, nadat zij door vader Adam gezegend zijn, aan je broeders uit, opdat jullie gerechtvaardigd voor God mogen verschijnen; want jullie weten dat God heilig is en dat Zijn land niet ontwijd mag worden door ongehoorzaamheid en door de geilheid van jullie ijdele harten!"
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "O mijn kinderen! Doe jullie ogen wijd open en omvat de uitgestrekte vlakten van de aarde, die nu, zover je blik reikt, reeds bijna overal bezaaid zijn met mijn gezegende kinderen! Blik omlaag in de diepte en overzie al die donkere, uitgestrekte dalen en zie in de richting van de morgen gindse zeer hoge, steeds brandende berg! Omvat de hele aarde als je dat kunt en kijk naar mij, de eerste mens van deze aarde, - ja, wat zeg ik, zie mij als degene die de eerste zou moeten zijn die in de geest aan al het geschapene als schepsel vooraf ging en sterker straalde dan het centrum van de zonnen en groter wilde zijn dan God! En God toonde mij de macht van Zijn heiligheid en ik werd verdoemd en werd in de oneindige diepten van Gods zee van toorn geworpen en werd daar door de oneindige diepten van de ene toorn in de andere geslingerd. Ja, er konden toen wel eeuwigheden na eeuwigheden verstreken zijn; maar er was desondanks in de wijde onmetelijkheid geen plekje meer te vinden, waar ik ergens in dit grote niets een rustpunt zou hebben kunnen vinden.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Bedenk daarom wat dat betekent! De toorn van God kan verzacht worden indien de Liefde tussenbeide komt; maar indien de Liefde zelf een vloek over jou laat komen, wie zal jou dan wel beschermen tegen de eeuwige woede van de Godheid en wie zal de middelaar tussen de toorn van God en jou zijn? Ik zeg je; niets anders dan het gericht en de verdoemenis! Want jij bent een werk van God vanuit Mij. Waar is echter het wezen dat Gods heerlijkheid aan zou kunnen raken? Want of een werk zal ontstaan volgens de wil van de vrije macht van de eeuwige heiligheid van God - want daarom werd aan jou een vrije wil gegeven, opdat jij de wil van de eeuwige macht van God in je zou kunnen herkennen -, of, als je dat echter niet wilt, is er niets aan jou gelegen en dan zul je de oneindige macht van God leren kennen wanneer zij je zal verbannen in de eeuwig brandende nietigheid.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[32] Om mijn hart ontstond een woestenij en mijn mond werd droog, - en zie, toen stond opeens de eeuwige Liefde voor mij, die mij vol mildheid en liefdevol aanzag. Zij beademde en sterkte mij en zei: 'Adam, kijk, je hebt honger en je verlangt naar eten en drinken en jouw liefde, die 'Eva' zal heten, niet minder. - Kijk naar de bomen, die Ik nu zal zegenen; eet de vruchten daarvan ter sterking van jullie lichaam en van jullie zielen. Maar van die boom daar midden in de tuin mogen jullie niet eten, voor Ik weer zal terugkomen en jullie en de boom zal zegenen; want op de dag dat je van de boom zult eten, zal ook de dood bij je binnen treden. Je zult weliswaar in verzoeking komen; maar wees tot drie maal toe standvastig, dan zul je de worm van de dood, die aan die boom knaagt, te gronde richten. Je zult Eva zuiveren en jezelf en haar en allen die uit jou voortkwamen en voortkomen, een volledig vrij, zalig, eeuwig leven in God bezorgen.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Adam kwam overeind en zei opgewonden: "Als jullie wonderbaarlijke zaken vernomen hebben, denk er dan aan, dat zij van de Heer stammen en niet vanuit mij voortkomen, en dan weten jullie ook Wie dank en eer toekomt!
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Daarom, loof de Heer, omdat Hij de hoogste liefde en wijsheid in alle heiligheid Zelf is en bedenk dat een mens aan andere mensen niets kan geven dan dat wat hij tevoren van de liefde van de Heer heeft ontvangen, omdat Hij de enige Gever van alle goede gaven is! Als ik jullie iets goeds gegeven heb, dan heb niet ik, maar heeft de Heer je dat gegeven. Ontbreekt het je aan licht, kijk omhoog naar het licht van de hemel en dan zullen jullie immers heel gemakkelijk erkennen waar het licht der lichten onophoudelijk uit stroomt; want waar iemand een geschenk gegeven wordt, daar is ook de grote, heilige Gever niet ver weg. Daarom zoek Hem en jullie zullen Hem ook wel vinden en begrip voor Zijn genade zal niet achterwege blijven!
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  597 - 598 - 599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622  ...