17481 resultaten - Pagina 62 van 1166
... 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 ...
[38] De tempeljoden, priesters en Farizeeën hadden nu gemerkt dat er een veel rustiger stemming was gekomen, en enkelen van hen hadden zich verkleed onder het volk begeven om te spioneren hoe het er nu voor stond. Snel hadden ze met de koningsgezinden, die nu erg ontstemd over Mij waren, gemene zaak gemaakt om het volk tegen Mij op te zetten en een vijandige stemming op te roepen. Een van die verklede opruiers stond nu ook dicht bij Mij en sprak direct de omstanders ontstemd toe, hoe Ik heidenen kon zeggen dat ze het joodse heiligdom konden betreden en het op die manier onrein te willen maken. Was het dan de Messias, die Ik toch wilde zijn, waardig om heilige gebruiken te minachten?! Sommigen, die Mijn verzoek aan de heidenen ook niet was bevallen, vielen de spreker bij, zodat er een gemompel ontstond.Hoofdstuk 67: Jezus in de tempel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[31] Die streek is met name in het voorjaar heel aangenaam, omdat daar een veel warmere temperatuur heerst. Aan de oever van de Jordaan groeiden weelderige bomen en struiken, die iedereen koele schaduwen veilige rustplaatsen boden. Hier bij de Jordaan brachten wij nog twee volle dagen door, nadat wij van Lazarus weggegaan waren, en Ik gebruikte die tijd om de apostelen nogmaals hun roeping en Mijn leer duidelijk uiteen te zetten.
Hoofdstuk 69: Het gesprek tussen judas en Thomas. Het afscheid van Bethanië Verblijf aan de Jordaan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Nu woonde er in de stad een man, die tot degenen behoorde die door Mij al in het begin van Mijn tijd als leraar gezond waren gemaakt, toen Ik de eerste keer in Jeruzalem zelf optrad. Hij was een trouw aanhanger van Mijn leer en was niet bang voor de joden en de afgunstige Farizeeën. Hij had een kleine herberg, die steeds door gegoede gasten werd bezocht. Met name kwamen er veel Romeinen bij hem, die naar Jeruzalem reisden, en daarom stond hij in aanzien bij het volk en kon hij goed in zijn levensonderhoud voorzien. Deze waard had Mij al herhaaldelijk via Mijn leerlingen uitgenodigd om bij hem te komen.
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] De eigenaar kende hen allebei, en toen hij Mijn verzoek hoorde, liet hij onmiddellijk in zijn woning zijn beste zaal in orde maken, die hij anders bij familiefeesten voor zichzelf gebruikte, opdat wij ongestoord de traditie van het paaslam konden volgen. Hijzelf, die naar de mening van de tempel een afvallige Israëliet was, die het met de Romeinen hield, hield die traditie niet meer in ere, vooral omdat hij een Griekse vrouw had, met wie hij volgens Mijn leer leefde zonder allerlei regels van de tempel.
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[21] Nu gaf Ik voor Mijn leerlingen nogmaals Mijn leer als geheel in korte bewoordingen weer, zoals in Johannes 13 tot 17 precies te lezen is met alles wat er over en weer door de leerlingen gezegd is, en met de bedenkingen van Petrus en Philippus en het antwoord daarop.
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Simon van Cyrene, die een aanhanger was van Mijn leer en als zodanig de priesters welbekend was, kwam de stoet tegen en sloeg volontzetting en medelijden Mijn jammerlijke toestand gade.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Uit de evangeliën is bekend, dat Ik na de opstanding aan velen ben verschenen, en dat is niet alleen op de aangegeven plaatsen gebeurd, maar overal waar Ik als leraar was opgetreden, om Mijn aanhangers te bewijzen dat de leer die Ik hun had gegeven,juist was.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] In die tijd na Pasen ben Ik persoonlijk verschenen aan allen met wie Ik direct ben omgegaan, om hun het bewijs voor de waarheid van Mijn woorden te geven en hun gemoederen te sterken voor het verbreiden van de leer. Niemand werd daarvan uitgezonderd. Degenen die door Mijn dood vertoornd waren op de joden, werden milder gestemd, en degenen die wankelmoedig waren geworden, werden gesterkt.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[19] Maar het is overbodig om al die gevallen te beschrijven, omdat daarbij niets is voorgevallen wat iedereen zich niet zelf kan voorstellen. Deze daden zijn enkel een bekroning van hun geloof geweest, maar er heeft daardoor niet een uitbreiding van Mijn leer plaatsgehad.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[25] Allen die Mij na stonden, kwamen ook, en opnieuw kwam Ik in hun midden en leidde hen naar de top van de Olijfberg, van waaruit men een wijd uitzicht had. Daar verzamelde Ik de apostelen om Mij heen. De overige leerlingen stonden in een grote kring om ons heen. Ik vermaande allen nogmaals om stevig aan Mij en Mijn leer vast te houden. Ook gaf Ik Mijn leerlingen de opdracht om overal heen te gaan en het evangelie in Mijn naam te verkondigen. Daarna nam Ik afscheid van hen en legde hun uit, dat ze Mij nu niet meer lichamelijk zouden zien, maar op ieder moment geestelijk met Mij verbonden zouden blijven.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Laat Iedereen nu tevreden zijn met hetgeen is aangeboden en Mijn leer navolgen, opdat deze tijd spoedig zeer nabij zal komen; want de volkeren moeten nader tot elkaar komen en de aarde moet een plaats van vrede worden. Amen!
Hoofdstuk 77: Slotwoord - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] En zie, toen verhief Hanoch zich met grimmige ernst en zei: "Hoeveel keer per dag willen jullie dan eten?! Denk je nu dat ik die vruchten voor jullie laat verzamelen, opdat je dan onbekommerd gevoerd kunt worden?! Waarvan zal ik dan leven en mijn bedienden, wier zaak het niet is te werken zoals jullie, maar hun heer op handen te dragen?! Verdwijn daarom uit mijn ogen en laat geen van jullie allen het ooit meer wagen de drempel van mijn hoge huis te overschrijden! Van nu af aan zal ik dagelijks voor mijn huis de vruchten door mijn dienaren in ontvangst laten nemen; jullie echter kunnen mondjesmaat eten van de vruchten die vanzelf van de struiken en bomen zijn gevallen, - dat geldt voor de verzamelaars en ook voor hen die bouwen. En dit is een nieuw gebod voor jullie, waaraan je je heilig hebt te houden; wee de overtreders!"
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] En zie, toen zei Hanoch: "Wat vraag je me nu?! Doe ik het dan niet goed als ik volgens de leer en de macht die jij me gegeven hebt, handel?! Je hebt toch zelf niemand anders dan mij boven de wet gesteld en je hebt voor jezelf geen uitzondering gemaakt! Waarom wens je dat dan nu wederrechtelijk van mij en wil je mij daardoor ertoe dwingen op jou, de eerste wetgever, de strenge gerechtelijke gevolgen voor ongehoorzaamheid toe te passen om een afschrikwekkend voorbeeld voor de anderen genadeloos duidelijk te maken?! En indien ik zo handel, doe ik dan onrecht?! Omdat er bij ons geen liefde heerst, maar alleen het zuivere recht, hoe kun je je dan uitspreken tegen de wetten van mijn vrije willekeur om de een of andere uitzonderlijke genade te verkrijgen, die niet strookt met de rechten van de wetten van je vorst?! Dat je mijn vader bent, wat gaat mij dat aan?! Ik ben door jou zo geworden, zonder dat ik het onder wat voor voorwaarde dan ook heb willen worden! En jij hebt mij immers buiten mijn wil verwekt en mij zonder dat ik het wilde tot een vorst gemaakt! Vertel me eens, welke verplichting ik, gerechtelijk bezien, ten opzichte van jou heb, omdat ik nu geheel buiten mijn wil, zuiver toevallig tengevolge van jouw wellust werd en ben wat ik ben en zoals ik ben, omdat ik niets te willen had en ook geen enkele voorwaarde kon stellen en een vorst werd als gevolg van jouw eerzucht!
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] (N.B. Dergelijke en nog veel slechtere afschilderingen van Mij moet Ik heden ten dage horen uit de mond van vele honderdduizenden, die hun volslagen onbegrip vanwege hun geheel verduisterde verstand een vermogen dat alle dieren door middel van hun scherpe zintuigen hebben - op Mijn troon zetten en zichzelf tegenwoordig geen 'goden' meer noemen - omdat deze naam zo gewoon en kinderlijk nederig klinkt -, maar zich 'filosofen' of 'wereldwijzen' en verder nog 'geleerden' of allerlei soort 'doktoren' noemen. Dit verduisterde slag mensen wil Mij zelfs dwingen eerst bij hen in de leer te gaan, als Ik een God zou willen zijn in deze zeer verlichte tijd van de supergeleerden; Ik beweer echter dat een regenworm verstandiger is dan zij, ofschoon die slechts één zintuig heeft. Ik zeg jullie dat deze heren spoedig zeer grote ogen zullen opzetten en toch niet meer zullen zien dan een woelmuis in de aarde, en met gespitste en zeer lange oren niet meer zullen horen dan een vis in het water, omdat die geen stem en ook geen gehoor heeft.)
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En zie, toen Kad zijn toespraak had beëindigd, verhief Kahrak zich en zei: "Broeders, als het zo ligt, dan staan wij voor een gewonnen zaak! Zie, wat mij betreft ben ik het volkomen met Kad eens; we zouden toch wel grotere dwazen zijn dan de hele Hanoch, als wij, die machtiger zijn, hem voor niets anders zouden voeden dan om zijn dwaasheid te versterken en hem daarenboven ook nog zouden vetmesten, zodat hij er nog meer naar zou haken om onze mooiste vrouwen te beslapen? Wij moeten, zoals jullie allemaal weten, het ook nog als een uitzonderlijke genade beschouwen, wanneer hij er een voor ons overlaat als ze hem niet meer bevallen! Daarom geloof ik, dat wij de mooiste voor onszelf moeten houden! De minder mooie geven wij aan onze dienaren; de overigen moeten eigendom zijn van onze onderdanen en Hanoch kan daardoor een bloedschender worden van zijn eigen dochters en nu door eigen toedoen de schande ondervinden en mager worden als het been van een bok en met de kalveren eten en met de vogels drinken! En waarom zouden wij niet hetzelfde doen als hij met onze vader deed?! Vader Kaïn vergat ook een voorbehoud te maken voor bepaalde dingen en moest vluchten, terwijl hij toch evengoed Hanochs vader was als de onze! En zie, voor ons is hij nu nog slechts een domme broer; wat zal ons nu verhinderen aan hem de vlucht van Kaïn te vergelden?! - Zie, dat is mijn mening, voordelig voor ieder van ons, terwijl ik op mijn beurt de oude God zal aanhangen, zoals Kad dat zeer wijs, juist en doeltreffend achtte!"
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)