Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 62 van 184

...  50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75  ...
[6] Maar God is van eeuwigheid een volkomen meester zowel in het grootste alsook in het kleinste, Hij is nooit een knoeier en stumper geweest en hoeft Zich dus niet voor Zijn werken te schamen. De mens is het volmaaktste van de talloos vele en oneindig verschillende schepselen, het hoogtepunt van de goddelijke liefde en wijsheid, en voorbestemd om zelf een God te worden. Waarom zou God Zich dan schamen voor Zijn meest voortreffelijke werk en het onwaardig vinden om dat te naderen?!
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Zolang jullie vroegere koning Salomo niet op een gouden troon zat en in gouden vertrekken woonde, was hij wijs, en door zijn wil bezat hij een grote macht; maar toen hij later met de glans van het goud omgeven was, verloor hij zijn wijsheid en macht en Gods grote genade. Wat had de zwakkeling dan aan zijn onmetelijke wereldse schatten, toen hij tenslotte zelfs aan het bestaan van God begon te twijfelen?!
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Jullie woede en toorn tegen Hem zal nooit verhinderen. Kijk hier naar mijn dieren! Iedere keer dat ik maar over Hem spreek, buigen zij hun koppen helemaal naar de grond, - en in jullie borst groeit daarbij de onuitroeibare wrok! Deze dieren beschamen jullie wijsheid en waardigheid; maar jullie zinken steeds dieper in de poel van jullie verderf En toch zeggen jullie dat je je leven kunt beteren als je de waarheid zou kennen? Hoe kan een blinde het licht zien en begrijpen, als er in hem geen licht is en ook niet kan zijn, omdat hij volkomen blind is? Evenmin kunnen jullie een waarheid begrijpen, omdat er nog nooit waarheid in jullie geweest is.
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Een Farizeeër zei: 'Dat kun je wel zijn; maar ik begrijp alleen niet hoe jij, nauwelijks een jonge man, aan die wijsheid bent gekomen! Ben je soms ook een Galileeër en heb je dat allemaal van de grote profeet geleerd om zo tegen ons op te treden waar iedereen bij is, - en toch hebben we je naar ons weten nooit kwaad gedaan!
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Kijk, M 'n beste vriend, zulke ideeën over God, die puur van de uiterlijke wereld afkomstig zijn, moet je laten varen! Ze zijn ten eerste verkeerd, en ten tweede helpen zij je niet om steeds dichter bij God te komen, maar zulke verkeerde ideeën zouden je alleen maar steeds verder van God verwijderen, en mettertijd zelfs zo dat je van pure verkeerde eerbied Hem helemaal niet meer zou durven liefhebben, - zoals er nu in groten getale mensen en volkeren op aarde zijn, die, terwijl ze zelf toch zichtbare werken van de goddelijke liefde en wijsheid zijn, het volkomen verkeerde geloof en ook de even verkeerde mening hebben, dat God zo eindeloos boven Zijn schepselen verheven is, dat alleen maar een allerhoogste priester Hem op bepaalde tijden met bepaalde gebeden tijdens de schitterendste en luisterrijkste ceremoniën mag naderen. En na zo'n toenadering houdt de opperpriester zich voor zo oneindig verheven en geheiligd, dat niet eens een onderpriester, laat staan een ander, ongewijd mens -in zijn nabijheid mag komen, daar men van mening is dat niets onheiligs de hoogste heiligheid van God mag en kan naderen, omdat daardoor de hoogste heiligheid van God ontheiligd zou worden, -wat men voor de arme en blinde mensen als een zonde heeft aangemerkt, die zo groot is, dat die met de vuurdood bestraft moet worden. O wat een vrijwillige en meer dan domme blindheid van de mensen!
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Met benepen stem zeiden de Farizeeën: 'Ja, ja, buitengewoon machtige man, je hebt volkomen gelijk; maar uiteindelijk kunnen wij er toch niets aan doen dat de tempel zich zo vijandig opstelt tegen de profeet uit Galilea! De tempel met zijn instellingen is werelds gezien nog altijd een machtige stroom; wij bevinden ons midden in die stroom en kunnen daar onmogelijk tegenin zwemmen! Maar als de machtige profeet de tempel al niet kan of wil veranderen, wat zullen wij als onmachtige leden er dan tegen kunnen doen?! Ja, als wij jouw onbegrijpelijke macht zouden hebben, dan zouden we de hoge priesterraad al gauw tot andere gedachten gebracht hebben; maar alleen met woorden is dat onmogelijk. Wij kunnen ons er in het vervolg hoogstens van onthouden om mee te stemmen tegen de grote profeet, ook kunnen we de tempel verlaten, dat wil zeggen, we kunnen ons met onze middelen in een meer privé leven terugtrekken, - maar veranderen kunnen we de tempel niet, wat jij met je werkelijk grote wijsheid heel goed zult beseffen. Maar jij, en nog meer de grote profeet, zouden de tempel en zijn dienaren met die tekenen wel kunnen veranderen; maar wij alleen kunnen dat niet.'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zeg jullie echter volgens Gods eeuwige wijsheid in Mij: De grote Meester, die vervuld is van Gods geest en van al Zijn kracht en macht, wil de mensen niet door pure tekenen, maar veeleer door Zijn zuivere, wijze leer op de weg van het licht en van het leven brengen, omdat tekenen de mensen wel dwingen om aan Hem en Zijn woord te geloven, - maar zij schenken niemand een innerlijk vrije, levendige overtuiging van de grote waarheid. Zolang de mens deze waarheid, die hij zich kan verschaffen door nauwgezet volgens de leer te leven, echter niet heeft, zolang is hij wat zijn ziel betreft ook nog als een dode te beschouwen. Want het pure, blinde en opgelegde geloof geeft de mens geen innerlijk waarachtig leven, maar alleen het geloof dat vol licht is en levend is geworden door ernaar te handelen, en dat wordt nooit bereikt door uiterlijke wonderen, maar alleen door het levende woord van de eeuwige waarheid uit God, door die mens die het als waarheid aanneemt en er naar leeft.
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Je hebt ons nu zelfs voor de voorname, hoge Romeinen van grote misdaden en ten hemel schreiende onrechtmatigheden beschuldigd, die wij zelfs met de beste wil nooit kunnen goedmaken; als jij echter de ellendige wereldse omstandigheden waarin wij leven daarbij in aanmerking neemt, dan zul je ook met jouw wijsheid inzien, dat geen mens tegen de stroom in kan zwemmen en dat ieder mens zijn huik naar de wind moet hangen.
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Want bij God, die de hele aarde, met alles wat zij draagt en voedt, uit het niets geschapen heeft, moet immers alles mogelijk zijn; in jou werkt echter ook Gods genade en macht, en dus moet ook jou alles mogelijk zijn. Je hoeft alleen maar vast te willen, en alles wat je wilt is er al! Daar zijn we nu al volkomen van overtuigd en we hebben geen ander teken van je nodig. Maar je hebt wijsheid en macht en je kunt daarom toch doen, wat je zelf wilt.'
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Daarom moeten jullie je er niet zo erg over verwonderen dat de oude profeten heel vaak grote tekenen verrichtten. Want als pure mensen deden zij uit zichzelf evenmin enig teken, als jullie ooit echte tekenen gedaan hebben; maar omdat zij door hun zuivere levenswandel vaak al van jongs af aan vol waren van Gods geest, verrichtte deze almachtige geest de grote wondertekenen, en deze geest vervulde ook hun harten met het licht van alle wijsheid uit God, en als zij dan vanuit die wijsheid tot het volk spraken, was dat niet meer het woord van een mens, maar het woord van God.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ja, de weg naar de levensvervolmaking is voor iedereen dezelfde. Hij lijkt volledig op het uitstromen van het licht uit de zon en het neervallen van de regen uit een wolk. Maar zie dan eens naar de eindeloos verschillende uitwerkingen van hetzelfde zonnelicht en dezelfde regen zowel in het rijk van de mineralen als ook in dat van de planten en dieren! Als je nu reeds bij de wezens in de materie een eindeloze verscheidenheid kunt opmerken, dan vind je in het volmaakte rijk van de zaligs te engelen nog een des te grotere verscheidenheid. En dat heeft Gods hoogste wijsheid en liefde zo ingesteld opdat de zaligheid van de geesten des te groter zal zijn.
Hoofdstuk 152: Verscheidenheid van gaven van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] De Farizeeën, uitermate verwonderd over de wijsheid van Rafaël, zeiden: 'O waarachtige, hemelse Samuël! Wat ben jij ontzettend wijs! Nu hebben we je pas helemaal begrepen! En dat heb jij allemaal gekregen van de grote en wijze Galileeër?'
Hoofdstuk 152: Verscheidenheid van gaven van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar zoals bij God alle dingen mogelijk zijn, is het ook voor de meest verstokte wereldse mens en zondaar mogelijk, zich snel en doeltreffend te veranderen als hij oprecht, in het volle geloof en vertrouwen op God, doet wat de goddelijke wijsheid hem aanraadt. Hij moet dan aan zichzelf door een rigoureuze ommekeer van zijn wil een echt wonder verrichten, en wel door een totale zelfverloochening van al zijn vroegere zwakheden, gewoonten, lusten en slechte neigingen, die uit de ongegiste en erg onzuivere natuurgeesten van zijn lichaam in zijn ziel opstijgen en deze verontreinigen en mismaken.
Hoofdstuk 155: De drie graden van innerlijke levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Daarom ontvangt de een in de vervolmaking van zijn innerlijke leven de gave in de toekomst te kunnen zien, de andere de gave der wijsheid om zich uit te drukken in woord en taal, een ander de gave van het ontdekken en scheppen, weer een ander de gave van de wilskracht, een ander de kracht van de liefde en weer een ander de gave in de kracht van de ernst, een ander die van het geduld, en weer een ander speciaal de gave van de kracht tot erbarming, en weer een ander die van de kracht van de deemoed. En zo treedt tot in het oneindige bij de een dit en bij een ander dat op de voorgrond, opdat, zoals reeds gezegd, de ene geest de ander ergens mee behulpzaam kan zijn; maar in geval van nood zijn ook in iedere geest alle gaven verenigd en kan hij iedere denkbare en nog zo bijzondere gave van de geest uit God gebruiken.
Hoofdstuk 152: Verscheidenheid van gaven van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar hoewel de mens dan al een volmaakt heer over de gehele natuur is en in zichzelf de volledige overtuiging heeft dat hij onmogelijk meer kan zondigen, omdat al zijn doen en laten geleid wordt door de ware wijsheid uit God, dan blijft hij daardoor toch alleen maar in de tweede graad van de innerlijke levensvervolmaking.
Hoofdstuk 155: De drie graden van innerlijke levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75  ...