Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 62 van 263

...  50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75  ...
[8] Onze Stahar wordt nu in een positie gebracht waarin hij zich in zijn oude Joodse Jehova-ijver zeer geërgerd zal voelen. Wat beschouwt zijn oude bijgeloof nog allemaal als zonde wat volgens het zuivere verstand nooit een zonde kan zijn, niet voor de mensen en nog minder voor God! Volgens zijn moraal valt daaronder ook het rijkelijk nuttigen van wijn en het praten met een jonge vrouw, die naar zijn idee nog niet helemaal volwassen zou kunnen zijn! Wel, als hij helemaal nuchter is, dan valt hij kennelijk niet over dergelijke kleinigheden; maar ja, hij heeft immers zelf verscheidene bekers wijn gedronken, en de natuurgeesten van de wijn hebben in zijn ingewanden nu nog van die echte oude, verharde resten van zijn oude stokblinde farizeeërdom gevonden, deze leven ingeblazen en ze min of meer in opstand gebracht. Maar in feite is de hele zaak nauwelijks waard om er een woord aan te spenderen!
Hoofdstuk 101: Roclus en Floran in gesprek over Stahar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Daarginds aan de tafel bij de Heer zitten Zijn voornaamste leerlingen. Wie zijn dat dan? Ik ken ze allemaal! Het zijn vissers, nauwelijks een paar van hen kunnen lezen en schrijven, -verder eerlijke en ijverige mensen! Van hen had er zeker geen, zoals wij beiden, hogere en diepere levenswaarheid gezocht, -en zie, zij hebben een licht gekregen eerder dan wij die ons hele leven lang hebben gezocht! Geloof me, onze namen zullen ondergaan als het licht van een vallende ster en als dat van een bliksem; maar hun licht en hun namen zullen schitteren tot aan het eind aller tijden en gedurende de eeuwigheid! -Wie is er nu beter aan toe, iemand die verder als een heel eerlijk mens op aarde heeft geleefd en gehandeld, of iemand die zijn hele leven heeft gewijd aan onderzoek naar de innerlijke, diepe levenswaarheden?
Hoofdstuk 105: De onbegrijpelijke wegen van de Voorzienigheid. Waarom Stahar ten aanzien van de heer twijfelde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Deze aarde zal na de voorspelde laatste grote zuivering evenals nu mensen en mensen dragen; maar deze toekomstige mensen zullen zeer veel beter zijn dan de huidige, en ze zullen aldoor Mijn levend woord hebben.
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Neem dit van Mij aan! En als iemand ieder woord letterlijk precies zoals Ik het uitgesproken heb, zou kennen, maar de geest niet ontvangen zou hebben om hiermee in de diepte ervan door te dringen waar in Mijn woorden licht, kracht en leven heersen, dan zouden Mijn woorden even weinig zin voor hem hebben als dat iemand iets heeft aan de lange gebeden van de Farizeeën!
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Hoe werkzamer het er in de ziel aan toe gaat, des te lichter wordt het daar ook; want het basiselement van het zieleleven is het vuur. Hoe heviger dit element begint te werken, des te meer licht verspreidt het in en buiten zichzelf: Als de ziel dus steeds meer gloeit van leven, dan wordt het leven in haar ook steeds lichter en helderder en begint de ziel door dit intensievere levenslicht ook steeds meer de innerlijke levensgeheimen te doorzien en te begrijpen.
Hoofdstuk 123: Wijsheid als gevolg van liefdevolle werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Is het met al deze dingen dus alleen maar zo en nooit anders kan zijn, hoe onbeduidend lijkt dan jullie bezorgdheid over het zuiver houden van een tot jullie gericht woord! De mens heeft hier slechts heel weinig van nodig, maar een heel klein mosterdzaadje; als hij dit in de levensaarde van zijn hart legt en het dan ijverig en daadwerkelijk verzorgt, zal er een boom uit groeien en onder de takken van deze boom zullen ook de vogels van de hemelen hun woning vinden.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als jij twintig vrienden uitkiest waarvan is gebleken dat ze goed en oprecht zijn, dan kun je er op rekenen dat er zich onder hen beslist een verrader bevindt, die bij de eerste de beste gelegenheid een schurk kan zijn! Ik sta hier aan het hoofd van negenenveertig collega's, kun jij dan met zekerheid aannemen dat er niet één bij is die met twee tongen praat?! Maar sapienti pauca* (* Een wijze heeft maar een half woord nodig), -je begrijpt me hopelijk; want men kan er nog altijd beter niet te hard over praten! Dat was ook de reden dat ik van tafel opstond om een eindje verderop iets vrijer een paar woorden met jou te kunnen wisselen. Op mijn vriend Floran kun je bouwen, dat klopt, maar dan blijven er nog achtenveertig over; en het is zeer noodzakelijk dat we ons er van te voren volledig van vergewissen hoe ze er innerlijk over denken voordat we met hen een geheel nieuw veld gaan bebouwen!
Hoofdstuk 105: De onbegrijpelijke wegen van de Voorzienigheid. Waarom Stahar ten aanzien van de heer twijfelde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De wil kan wel door allerlei lering en wetten gereguleerd worden; maar noch een leer noch een wet is voor de vrije wil een belemmering om datgene uit te voeren wat hij wil. Als de wil van de mens een leer of een wet als richtsnoer voor zijn handelingen wil aannemen, dan zal hij zichzelf daar zonder enige innerlijke dwang naar richten; wil hij dit echter niet dan kan geen enkele macht van de wereld en van de hemelen hem daartoe dwingen -en mag dit ook niet! Want zoals gezegd, zonder de vrije wil is de mens geen mens meer, maar een pure door de natuur levend gemaakte machine, net zoals de machines die de mensen in de loop der tijd zullen uitvinden en die hetzelfde kunstige werk zullen verrichten, waartoe nu nog nauwelijks iemand in staat is. Maar niettemin zal zo'n machine geen mens zijn, noch wat vorm betreft en nog minder wat betreft het vrij kunnen werken van het inwendige; want dat heeft geen vrije wil en kan daarom ook eeuwig geen zelfstandige handeling uit zichzelf verrichten. Wat de wil van de mens erin heeft gelegd, zal de machine ook verrichten, en nooit of te nimmer iets anders.
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Jullie kunnen je nu inderdaad terecht afvragen waarom nu juist deze kleine aarde en haar kleine mensen deze eer en genade hebben gekregen, want in de eindeloze scheppingsruimte is immers een ontelbaar aantal zeer grote en heerlijke lichtwerelden, die veel geschikter zouden zijn om Gods kinderen te dragen, te voeden en te voorzien van alles wat daarvoor nodig is. Zo zouden de wereldgrote mensen van de oercentraalzon immers meer aanzien hebben als kinderen van God dan de onder het stof zittende wormen van deze kleine aarde! -Naar de uiterlijke schijn te oordelen zou er inderdaad niets of in ieder geval niet veel tegen deze vraag in te brengen zijn; maar gezien de innerlijke verhoudingen van de dingen des levens zou dat zelfs een soort onmogelijkheid zijn.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Wie Mij niet als God herkent, kan Mij ook niet als een God waarachtig boven alles liefhebben! Maar had je Mij ooit als God kunnen herkennen, als je van Mij alleen puur menselijke handelingen en daden en woorden had waargenomen? Zeker niet! En zou je liefde tot Mij zo machtig zijn geworden, als je niets goddelijks aan Mij ontdekt had?! Als Ik je echter slechts alleen maar had benaderd met alle liefde en toeneiging zoals een bruidegom dat zijn bruid doet, dan had je nooit kunnen ervaren dat de Geest van de allerhoogste God in Mij woont en werkt in raad, woord en daad; Mijn wijsheid en Mijn macht hebben je dat pas te kennen gegeven, en daardoor is het niet helemaal juist dat je de grootheid van Mijn macht en wijsheid een verschrikkelijke vuurzee noemt, en van mening bent dat de mensen daar nooit iets mee te maken moeten hebben. Juist het tegendeel is waar!
Hoofdstuk 117: Het kennen van Jezus als God als voorwaarde voor de ware liefde tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Toen de krijgslieden van de tiran vanuit hun burchten zagen, hoe het hele volk zich steeds meer om het vijandelijke leger begon te scharen begonnen ze ernstig met elkaar te overleggen over wat ze nu moesten doen. De tiran gebood hen alles in het werk te stellen om de vijand uit het land te verdrijven; maar zijn veldheren zeiden tegen hem: 'Het is te laat! Wat hebben we aan onze vestingen en burchten?! Het hele volk staat aan de kant van de vijand, die dus een geweldig grote macht heeft. Onze strijd tegen hen zou er een zijn van één tegen duizend. We zijn totaal overwonnen, onze vestingen en burchten helpen ons niet meer; want de stevigste burcht is het volk en dat is in handen van de vijand, en daarom blijft er voor ons niets anders over dan heel eerlijk te capituleren!' De tiran had hier natuurlijk geen..goed woord voor over, maar wat kon hij doen?! Uiteindelijk moest hij toch .de raad van zijn veldheren opvolgen.
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik ben deze weg, en de waarheid en het leven. Wie Mij waarachtig liefhebbend in zijn ziel heeft opgenomen, maar niet alleen maar gelovig wat betreft het vernomen woord, maar ook geheel en al wat zijn handelen betreft, tot hem zal Ik altijd in de geest komen, en Ik zal Mij aan hem openbaren en hem verlichten zoals een helder opgaande zon de voordien duistere velden van de aarde.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Met één innerlijke, geestelijke blik zal hij meer over de diepste oorsprong leren kennen dan door tienmaal honderdduizend jaar lang te lezen, gesteld dat het iemand gegeven was om zo lang te leven.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] ROCLUS kijkt verbaasd en zegt: 'Heer, dat U deze keer zuiver Grieks hebt gesproken, heb ik wel verstaan; maar van de eigenlijke zin van Uw woord heb ik niet één lettergreep begrepen! Heer, waar hebt U dan op aarde een akker, die nu vol rijpe tarwe staat en gemaaid moet worden? Zeg me waar die is, dan zullen er morgen al duizend maaiers en arenlezers bedrijvig aan het werk zijn, en de op handen zijnde stormen kunnen dan rustig hun gang gaan over de droge stoppels!
Hoofdstuk 127: De liefde als meest ware lofprijzing van God. De Heer geeft gelijkenissen over de aarde en het planten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Na verloop van tijd kan het met de leer die Ik nu geef ook wel zo gaan dat men deze als een heilig relikwie als een afgod aanbidt, en dat men, lichtzinnig en gewetenloos, zich verder helemaal niet bekommert om.de innerlijke betekenis en geest van juist deze leer van Mij, maar dat men zich zal richten naar de voorschriften van mensen en zal zeggen: 'Wat hebben we verder nog nodig?'
Hoofdstuk 128: De geestelijke betekenis van de twee gelijkenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75  ...