Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 62 van 139

...  50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75  ...
[9] Zie, hoe behaaglijk hij zich in bed uitstrekt en probeert en verwacht te slapen. Het enige wat onze man nu enigszins ver­baasd, is dat hij deze keer niet in slaap valt, want geesten ken­nen geen slaap. Ze kennen wel een overeenkomstige toestand, die daar rust heet, maar die in wezen niet de minste overeen­komst heeft met de aardse slaap.
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[32] Engel A zegt: 'Je bent voor de wereld wat je lichaam aangaat gestorven en bent nu -voor eeuwig levend wat je ziel en je geest betreft -hier in de eigenlijke, ware wereld van het leven der geesten. Wij drieën zijn engelen van de Heer, en zijn naar jou toe gestuurd om je te wekken en op de juiste weg te leiden naar de Heer, jouw God en onze God, naar jouw Vader vol liefde, geduld en erbarmen, die ook onze Vader is en heilig, meer dan heilig en die jij in je laatste uur op aarde een 'zwak­ke godheid' noemde, omdat je blind was, maar die jou alles vergeven heeft, omdat je blind en zwak was! Nu weet je alles; handel daarnaar, dan zul je net als wij voor eeuwig meer dan zalig zijn!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[26] Waar echter voor artsen de 'ultima linea rerum* (* het laatste doel der dingen.) bereikt is, nemen zij afscheid. En wij nemen ook afscheid, maar niet zoals de artsen, maar als geesten, die de voor deze aarde gestor­ven man ook in het hiernamaals kunnen volgen en kunnen gadeslaan wat hij daar zal doen en waarheen hij zich zal wen­den.
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[7] Zoals het dan het lichaam vergaat in het rijk van de zoge­heten natuurkrachten, zo vergaat het ook de ziel in het rijk van de geesten. Of ze nu op aarde een bedelaar of een keizer was, dat maakt in het geestenrijk geen enkel verschil. Daar krijgt niemand een voorkeursbehandeling, opdat niemands eigendunk gevoed wordt en de grote niet langer verblind wordt door zijn grootheid, de arme niet door zijn aanspraak op het hemelrijk omdat hij op de wereld veel armoe heeft gele­den, en de vrome niet door zijn 'verdienste voor het hemel­rijk'! Maar zoals al vaker gezegd, geldt daar -begrijp dat goed -niets anders dan alleen de zuivere liefde.
Hoofdstuk 1: Inleiding door de heer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[9] Tijdens het schrijven van deze 'stervenstaferelen' ontving Lorber tussendoor een mededeling die het begrijpen van de beschreven taferelen moet vergemakkelijken en die vanwege het belang ervan hier aan het begin wordt geplaatst. Deze mededeling is ook bedoeld als antwoord op de af en toe geui­te kritiek dat bepaalde taferelen en zegswijzen onverenigbaar zouden zijn met de goddelijke inspiratie van de;~e dictaten. Men dient eraan te denken dat een ziel, vóór zij met haar geest één is geworden, niet anders kán denken, spreken en hande­len dan op aarde. Uit deze mededeling nemen wij hier de vol­gende zinnen over:
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[7] De in dit boekje beschreven taferelen en belevenissen van overgegane zielen zijn dus geen 'reële' werkelijkheid, maar moeten slechts als geestelijke, door de beschermengelen beïn­vloede droomervaringen opgevat worden. Alleen de aan het slot beschreven 'arme man' mag, als een reeds op aarde in dee­moed en liefde zeer gerijpte ziel, onder leiding van de Heer Zelf direct tot de zuivere geesten­ en hemelwereld opstijgen en de zalige werkelijkheid van de hemelen zien en beleven.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[8] 'Hoge, verheven, machtige broeder - als ik je zo mag noemen -, zou je mij niet willen mededelen wie je bent en vanwaar je komt? Want zoals ik daarnet gezien heb, zijn hemel en aarde in zo'n hoge mate onderworpen aan jouw wil, dat, als ik niet met de grootst mogelijke mij denkbare liefde aan de heilige Vader van de hemelen en alle aarden hing, ik zeer gemakkelijk zou kunnen geloven dat je of deze heilige Vader Zelf bent, of toch minstens een van de grootste en machtigste geesten uit de eindeloze reeks van gods meest volkomen engelen uit alle hemelen.
Hoofdstuk 18: Uranion vraagt naar de naam van de machtige wonderman. Purista's schrandere antwoorden op de vragen van de niet herkende Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Luister jij, heldere lucht! Laat door je geesten en winden een bewolking die zwaar is van regen hierheen samentrekken, zodat door een rijkelijke neerslag in de vorm van grote druppels de brand gesmoord en geblust wordt; en niet voor de laatste vonk geblust is, zal er een eind aan je werk zijn in naam van Jehova! Amen.'
Hoofdstuk 29: Het blussen van de bosbrand door een stortbui. Satans aanmatiging tegenover de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] 'Dat sommige taferelen hier qua beeld en woorden weerge­geven zijn zoals ze in de geestenwereld werkelijk plaatsvinden, gebeurt om de lezer inzicht te geven in het feit dat de mens na het afleggen van zijn aardse lichaam precies dezelfde mens blijft met zijn taalgebruik, zijn meningen, gewoonten, zeden en gebruiken, neigingen en hartstochten. Dat geldt ook voor zijn daaruit voortvloeiende spraak en zijn handelwijze, zoals die in zijn aardse leven plaatsvonden. En dit blijft allemaal zo, zolang hij niet de volledige wedergeboorte in de geest heeft bereikt. Daarom heet deze toestand na de overgang de 'natuurlijk-geestelijke toestand', terwijl een volledig wederge­boren ziel zich in de 'zuiver geestelijke toestand' bevindt. De weergave van de omgeving laat altijd zien hoe de geesten innerlijk hoofdzakelijk geaard zijn' .
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[5] Het volgende is echter zeer wezenlijk en belangrijk: dit fan­tasie­ en droomleven wordt aan gene zijde niet aan de wille­keur van de ziel overgelaten, maar wordt door de leidende geesten en engelen wijs beïnvloed en tot een actief innerlijk leven gevormd. Door zinvolle gebeurtenissen en indrukken wordt de ziel van de ene ervaring naar de andere geleid op pre­cies dezelfde wijze als in het aardse leven. Zo wordt de ziel tot het licht van hogere inzichten gevoerd. Soortgelijke dingen beleven en ervaren sommige mensen toch ook reeds aan deze zijde tijdens heldere dromen die door hun beschermgeesten bewerkstelligd worden. En op die manier -als het ware door versterkt en voortdurend visionair te dromen -moeten de zie­len nu ook in deze nieuwe school aan gene zijde leren om de oude, slechte zelfgenoegzaamheid en zelfzucht van het geval­len wezen te overwinnen en de liefde tot God en de daadwer­kelijke naastenliefde tot gebod en grondslag van hun leven te maken.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[25] Ja, Ik zeg je: wat je nu bent, was je al in het lichaam van je moeder: een onsterfelijke oerafstammeling uit de allerhoogste hemel, waar niemand woont dan alleen de alleronschuldigste liefde van de kleinste geesten, die echter juist daarom de meest machtige zijn en de meest wijze, omdat zij in het allerinnerlijkste, heiligste midden van Mijn hart wonen!
Hoofdstuk 61: De misstap van Sehei. Abedams grote getuigenis over Sehel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Aanvankelijk klonk het mij zeer vreemd in de oren dat ik in mijn hart moest kijken, want het leek mij immers volslagen onmogelijk om mijn hoofd, waarin toch de ogen geplaatst zijn, ergens in mijn lichaam te steken om daarin dan het hart te beschouwen!
Hoofdstuk 72: Oalims visioen: drie harten in elkaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Wat deden jullie op een dergelijke hoogte waarin jullie wijsheidsgod je geplaatst had, en waar Hij jullie overmatige honger en dorst liet lijden?
Hoofdstuk 85: Het nieuwe verbond tussen de heilige Vader en de kinderen. De weg van de wijsheid en de weg van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] En wat moet dan wel een zon zijn, wat de gehele zichtbare sterrenhemel, wat de geesten en engelenhemel, wat zij, wat wij, en wat dan wel Gods liefde in ons?!
Hoofdstuk 87: Jorias spreekt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Want in jou, Mijn geliefde Seth, heb Ik nu immers een broeder gevonden; ja, jij hebt Mij nu de broeder teruggegeven die, Mij verachtend, als geest aller geesten eens voor Mij verloren ging!
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75  ...