10915 resultaten - Pagina 62 van 728
... 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 ...
[8] IK zeg: " Ja, ja, zo is het: in het midden, zoals Ik je heb laten zien! Nu gaan we echter weer naar huis, want het is al ver in de middag!"Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Nou, nou, houd daar maar over op! Zolang ze snurken begaan ze geen zonde! Het is goed dat ze nu snurken, want als ze wakker geweest zouden zijn, hadden ze veel gehoord dat hen zeer geërgerd zou hebben, en dat zou niet goed geweest zijn! Omdat ze echter vast geslapen h.ebben, hebben ze van al het voorgevallene niets gehoord en gezien, en zich daarom ook niet geërgerd, en kijk, dat is goed! Maar nu gaan wij, en laten deze lieden slapen!"
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Toen begonnen wij ons in de richting van de deur te bewegen, maar de Fanzeeën en OUDSTEN snelden naar de deur, die voor de helft geopend was, en deden vlug de grote deur helemaal open en zeiden: "Heer, er staat geschreven:. 'Verhoog de deuren en verbreed de poorten, opdat de koning der ere binnenkome! Wie is echter die koning? Het is Jehova Zebaoth! Alleen Hem zij alle lof, alle eer en alle prijs van eeuwigheid tot eeuwigheid!"
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Dan buigen ze allemaal diep voor ons en wij passeren de wijdgeopende deur en gaan naar huis, waar een goed maal op ons wacht, bestaande uit brood, wijn en allerlei zoete en rijpe vruchten. Wij zetten ons aan de tafels, danken en eten op ons gemak wat op de tafels aanwezig is, - blijven echter tevens tot zonsondergang aan tafel zitten onder het houden van allerlei verheffende toespraken en gesprekken.
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar je broeders zullen je alles wel uitleggen wat je moet doen en zeggen, en hoe je je moet gedragen tegenover de nieuwe overste. Hij zal in het begin weliswaar als een nieuwe bezem gaan vegen, maar binnen een half jaar zullen jullie voor wat geld alles met hem kunnen doen, want hij gelooft niet aan de tempel, maar voorlopig alleen aan het geld, later zal hij wel in staat zijn om in iets beters te geloven. - Ga nu echter naar je broeders en vertel hen alles wat je gezien en gehoord hebt!"
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Na Mijn woorden neemt ROBAN afscheid van Kisjonah, hem dankend voor al het goede dat hij hem bewezen heeft en zegt dan: "Ik geloof niet dat er op de wereld nog veel Kisjonah's te vinden zullen zijn! Daarom ben jij de enige die mijn hart geraakt en gevonden heeft! De Heer zegene je voor alles wat je aan goeds aan mij en duizend anderen bewezen hebt!" - Na deze woorden buigt hij diep voor ons en gaat vlug naar zijn broeders, die vandaag nog in de synagoge bijeen zijn - echter zonder de slapenden, die kort na ons vertrek uit de synagoge verwijderd werden. Hij wordt verrassend vriendelijk ontvangen, en zij vertellen elkaar vrolijk en opgewekt onder veel verbaasde uitroepen alles wat zij beleefd, gehoord en gezien hebben.
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Wij zijn echter ook goed gehumeurd, want Kisjonah kwam niet met lege handen, maar vergezeld van een aantal vol beladen lastdieren met hun begeleiders, en bracht wijn, meel, kaas, brood, honing en een grote hoeveelheid uitgelezen gerookte vissen mee, zodat moeder Maria nauwelijks plaats had om al het meegebrachte op te bergen.
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Daarom werd aan een buurman gevraagd het overschot zorgzaam in zijn grote provisiekamer op te slaan, wat hij ook deed, hoewel dat niet zozeer uit vriendelijkheid was. Hij was altijd al een hebzuchtige vrek. Maar omdat Kisjonah hem nu een paar goudstukken voor zijn moeite en behulpzaamheid beloofde en gaf, werd hij meteen goed gestemd en buitengewoon gedienstig. Bij het dragen van de zakken stootte hij echter, omdat het al behoorlijk schemerig was geworden, een keer hard tegen leerling JOHANNES. Die zei tegen hem: "Vriend, wees wat voorzichtiger in je betaalde ijver, anders veroorzaak je voor jezelf en anderen schade! Het zou goed voor je zijn als je voor het Godsrijk, dat zo dichtbij je is gekomen, zo ijverig zou zijn als voor die twee ellendige goudstukken, en daarbij zou je je aan niemand stoten! O die grote blindheid, die het allerhoogste nooit kan en wil herkennen!"
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] ((*) "Hulsglobe" (Hülsenglobe) is de naam voor de groepering van tientallen millioenen maal tientallen millioenen zonnen, die zich als centrale zonnen van de eerste, tweede, derde en vierde klasse tesamen met de talloos vele planetaire zonnen, zoals die van onze aarde er een is, allen in grote uitgestrekte banen om één gemeenschappelijk, onmetelijk groot middelpunt bewegen, dat bestaat uit een bijna eindeloos grote hoofdmiddenzon. -Ontelbaar veel van zulke hulsglobes, die in voor mensen ondenkbare grote afstanden van elkaar verwijderd zijn en de eeuwige oneindige ruimte vullen, heten als geheel "De grote wereldmens". -Deze aantekening is bedoeld om de ochtendlijke mededeling van de twee engelen aan Jezus, de Heer van de oneindigheid, beter te verstaan. Jacob Lorber.) Ieder zocht nu zijn rustplaats op en sliep tot diep in de ochtend. Ik rustte ook en sliep een paar uur. De beide engelen waren 's nachts echter bezig met het besturen van de werelden en bij zonsopgang waren zij al weer bij ons, kwamen naar Mij toe, dankten en zeiden: "Heer, tot in alle uithoeken van de grote wereldmens is alles in orde. De hoofdmiddenzonnen staan onwrikbaar op hun plaatsen en hun omwentelingen zijn regelmatig, de banen van de secundaire middenzonnen wijken niet af, de banen van de derde klasse middenzonnen om de tweede zijn ook helemaal in orde, zo ook de middenzonnen van de vierde klasse met hun ongeveer tienmaal honderdduizend planetaire zonnen, - zoals U, o Heer, vanaf het oerbegin dat bepaald heeft! Omdat de talloos vele planetaire zonnen met hun kleine meestal donkere planeten en manen toch afhankelijk zijn van het stelsel der grote leidzonnen, is in deze onder ons toezicht geplaatste hulsglobe alles in volmaakte orde, en wij mogen daarom hier weer een schitterende dag doorbrengen bij U, heilige Vader, en bij Uw ons zo dierbare kinderen!"
Hoofdstuk 57: Een hulsglobe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Heel goed, gebruik echter iedere minuut ten volle voor allerlei nuttige lessen, want Mijn kinderen hebben die nog erg nodig!"
Hoofdstuk 57: Een hulsglobe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De beide ENGELEN zeggen: "Je hebt in één opzicht zeker gelijk, en uiterlijke dwangmiddelen zullen ook niet achterwege blijven, maar daarnaast zul je ook tot de overtuiging komen, dat een uiterlijke dwang eigenlijk nog slechter is dan een onzichtbare innerlijke! Want satan bedient zich ook van de uiterlijke dwang om het kwade bijgeloof in stand te houden, Als wij ons echter bij de uitbreiding van de hemelse leer ook van de snode middelen van de satan bedienen en op die wijze in zijn voetspoor treden, dan is de vraag -Wat kunnen wij daarmee voor het eeuwige heil van de mens winnen?
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Toen CYRENIUS dat in zich gehoord had was hij geweldig verbaasd en zei na een ogenblik van intensief denken: "Het was zonder meer Uw Woord, dat ik nu als een ware woordenvloed in mijn hart getrouwen duidelijk heb gehoord. Moet die vermaning aan het eind echter wel zo streng opgevolgd worden? Heel vertrouwde, redelijke en eerlijk denkende en gelovende mensen zou zoiets toch wel -bijvoorbeeld een paar dingen daarvan losweg gezegd -meegedeeld mogen worden!? Want zoiets zou toch geen mens kunnen schaden!"
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Wie echter namaakwonderen doet en door allerlei spreuken en tekens als waarzegger optreedt, die behoeft niet meer verdoemd te worden, want hij is door zijn eigen wil al geheel en al verdoemd. Wacht je daarom allemaal zowel voor de kwade toverij als voor de waarzeggerij, want dat alles is zeer kwalijk voor de menselijke geest!"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] IK zeg: "O ja, alleen dan als ze op een puur wetenschappelijk berekende basis berusten; is dat echter niet het geval, dan is ook dat een zonde, omdat de mens dan een tweede geloof aanneemt, dat het zuivere geloof aan de enige goddelijke voorzienigheid verzwakt, en tenslotte meer aan de tekens, dan aan de alleen ware, almachtige God gelooft.
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Wie zich aan het zuivere geloof houdt, die mag vragen. En wat hij gevraagd heeft zal hem gegeven worden ook al zouden de door ervaring bevestigde slechte voortekenen van aarde en lucht een schrille tegenstelling daarmee vormen; maar wie zich op de tekenen verlaat, die zal het ook naar de tekenen vergaan. De Farizeeën geloven in de tekenen en laten zich door de mensen voor grof geld betalen voor hun adviezen; zij zullen echter eens ook des te meer verdoemd worden!
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)